,

DEF@ctO | Les 12 met docent | gezondheid en de tandarts

Nieuw logo
les 12
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsNT2Middelbare schoolMBOmavo, havoLeerjaar 1,2Studiejaar 1,2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nieuw logo
les 12

Slide 1 - Diapositive

Bezoek ook eens onze website
Hoe gaat het met je?

Slide 2 - Diapositive

Laat de studenten antwoorden in een hele zin.
Vul de gatentekst in met de woorden van deze les.

Slide 3 - Diapositive

Laat de studenten de gatentekst invullen.

Hoe voel je je vandaag?

Slide 4 - Diapositive

Laat de studenten antwoorden in een hele zin.
Ben je niet ziek?

Slide 5 - Diapositive

Laat de studenten antwoorden in een hele zin.
Heb je nergens last?

Slide 6 - Diapositive

Laat de studenten antwoorden in een hele zin.
Klik hier voor de video.

Slide 7 - Diapositive

Bekijk samen de video over het wederkerend werkwoord.
Kijk samen naar het filmpje deel je scherm.


Bron plaatje.
Ik voel me....hoe voel jij je?

Slide 8 - Diapositive

Laat de studenten antwoorden in een hele zin.

Wederkerend werkwoord is behandeld in les 12B. Daar kunnen waarschijnlijk vragen over komen in de les.

Ik voel me
Jij voelt je
Hij voelt zich ….

Je belt de dokter op om een afspraak te maken.  

Slide 9 - Diapositive

De student maakt een telefonische afspraak met de assistente van de huisarts. Hij of zij heeft al een week last van hoofdpijn.
De cursist belt u. Hij of zij wil een afspraak maken in week 24.
De assistente vraagt wat de klachten zijn.
De assistente doet voorstellen voor afspraken. [Noem eerst een paar keer momenten dat de cursist niet kan. Bekijk daartoe vóór het gesprek de agenda.] De cursist kijkt in de agenda en zegt of hij of zij kan.
Jullie maken uiteindelijk een afspraak.
De cursist herhaalt de gemaakte afspraak. Jullie sluiten het telefoongesprek af.

Bron plaatje.
Je hebt al een week last van hoofdpijn. Soms doen je nek en je
schouders pijn. Je werkt erg hard - vaak zit je uren achter de computer.
Je kunt de woorden op het beeldscherm niet altijd goed lezen. Je sport
bijna nooit.
* Begroet de huisarts.
* Geef antwoord op de vragen van de huisarts.
* Beëindig het gesprek.

Slide 10 - Diapositive

Huisarts
 Begroet de patiënt en vraag wat de klachten zijn.
 Vraag wat voor werk hij of zij doet.
 Vraag hoeveel uur achter elkaar hij of zij werkt.
 Vraag of er stress is op het werk.
 Vraag of de patiënt aan sport doet.
 Geef de patiënt het advies om naar een opticien te gaan. Hij of zij
heeft een bril nodig.
 Geef de patiënt het advies om te zorgen voor een goede werkplek
(licht).
 Geef de patiënt het advies om te zorgen voor een goede
werkhouding (nieuwe stoel).
 Geef de patiënt het advies om vaker pauze te houden.
 Beëindig het gesprek.

Bron plaatje.
Je belt de tandarts op om een afspraak te maken voor een halfjaarlijkse controle.  

Slide 11 - Diapositive

De cursist maakt een telefonische afspraak voor een halfjaarlijkse controle bij de tandarts.
De docent is de tandartsassistente.


Bron plaatje.
Je bent voor een controle bij de tandarts. Het gaat goed met je tanden
en de kiezen (je gebit). Je hebt waarschijnlijk geen gaatjes. Je hebt ook
geen kiespijn. Wel heb je een beetje last van je tandvlees.
* Begroet de tandarts.
* Geef antwoord op de vragen van de tandarts.
* Beëindig het gesprek.

Slide 12 - Diapositive

Tandarts

 Begroet de patiënt en vraag hoe het met hem gaat.
 Vraag om in de stoel te gaan zitten.
 controleer het gebit - ziet er goed uit
 controleer het tandvlees - constateer een aantal problemen
 Stel algemene vragen:
 Hoe vaak poets hij zijn tanden?
 elektrisch of gewoon?
Flost hij?
Tandenstokers of ragers
 speciale tandpasta?
 Geef adviezen: 2x per dag poetsen - ook tandvlees poetsen - speciale tandpasta - flossen - ragen
 Beëindig het gesprek met advies nieuwe afspraak te maken voor over een half jaar.

Bron plaatje.

Wat zegt Rose als zij de telefoon opneemt?
A
Hallo!
B
Met Rose Abbot.

Slide 13 - Quiz

Antwoord B: met Rose Abbot.


Kan ik een afspraak maken? 
A
Kunt u morgen om 10 uur?
B
U moet morgen om 10 uur komen.

Slide 14 - Quiz

Antwoord A: Kunt u morgen om 10 uur? 


Wat zijn de klachten?
A
Ik ben ziek.
B
Ik heb last van rugpijn.

Slide 15 - Quiz

Antwoord B: Ik heb last van rugpijn.


Heeft u dat vaak? 
A
Ja, bijna elke dag.
B
Ja, daar heb ik soms last van.

Slide 16 - Quiz

Antwoord B: Al je neven en nichtjes.


Hoe komt het?
A
Vooral ’s nachts.
B
Ik heb geen idee.

Slide 17 - Quiz

Antwoord B: ik heb geen idee.


Geef antwoord. Vervang de `gekleurde woorden door een persoonlijk voornaamwoord. Bijvoorbeeld: Roep jij Cecilia? Ja, ik roep __ haar ___.
Breng jij de boeken weg? Ja, ik breng _____ weg.

Slide 18 - Question ouverte

Antwoord: ze


Geef antwoord. Vervang de `gekleurde woorden door een persoonlijk voornaamwoord. Bijvoorbeeld: Roep jij Cecilia? Ja, ik roep __ haar ___.
Nodigen je ouders jou en mij uit?
 Ja, ze nodigen ______ uit.

Slide 19 - Question ouverte

Antwoord: ons


Geef antwoord. Vervang de `gekleurde woorden door een persoonlijk voornaamwoord. Bijvoorbeeld: Roep jij Cecilia? Ja, ik roep __ haar ___.
Zie je de auto? Ja, ik zie _____ .

Slide 20 - Question ouverte

Antwoord: hem


Geef antwoord. Vervang de `gekleurde woorden door een persoonlijk voornaamwoord. Bijvoorbeeld: Roep jij Cecilia? Ja, ik roep __ haar ___.
Weet jij waar het station is?
 Ja, ik weet waar ______ is.

Slide 21 - Question ouverte

Antwoord: het


Geef antwoord. Vervang de `gekleurde woorden door een persoonlijk voornaamwoord. Bijvoorbeeld: Roep jij Cecilia? Ja, ik roep __ haar ___.
Praat Masoud met Rose? Ja, hij praat met ________.

Slide 22 - Question ouverte

Antwoord: haar


Geef antwoord. Vervang de `gekleurde woorden door een persoonlijk voornaamwoord. Bijvoorbeeld: Roep jij Cecilia? Ja, ik roep __ haar ___.
Praat Masoud met Rose? Ja, hij praat met ________.

Slide 23 - Question ouverte

Antwoord: haar

Je hebt van de dokter een recept meegekregen. Je haalt je medicijnen op bij de apotheek. Verder koop je bij de apotheek een flesje hoestdrank.
* Begroet de apotheker en geef antwoord op de vragen.

Slide 24 - Diapositive

Apotheker

Docent [speelt de apotheker] vraagt:

* Kan ik u helpen?
* Wilt u even wachten?
* We maken het medicijn voor u klaar.
* Heeft u deze antibiotica wel eens eerder gebruikt?
* Gebruikt u ook andere medicijnen?
* Bent u allergisch voor bepaalde medicijnen?
* U moet vóór het eten 3 keer per dag 1 tablet innemen met een glas water.
* U moet de kuur helemaal afmaken. U moet dus alle pillen gebruiken.
* U kunt problemen hebben met autorijden. Ga dus niet autorijden zo lang u deze tabletten gebruikt.
* Veel mensen krijgen diarree door deze antibiotica. Bel de assistente van de dokter als u andere klachten krijgt.
* Heeft u nog vragen over dit medicijn?
* Kan ik u verder nog helpen?
* Dus u wilt hoestdrank?
Deze hoestdrank is goed. U mag 3 keer per dag een lepel nemen. De hoestdrank moet u zelf betalen. Hij kost €6,95.

Bron plaatje.
Klik hier voor de video.

Slide 25 - Diapositive

Bekijk samen de video over scheidbare werkwoorden.
Kijk samen naar het filmpje deel je scherm.


Bron plaatje.
Speel het spel samen met de docent.

Slide 26 - Diapositive

Speel samen met de studenten het spel via de link.

Bron plaatje.

Maak een zin met deze woorden: op / mijn vriendin / Ik / bel / 

Slide 27 - Question ouverte

Antwoord: ik bel mijn vriendin op.


Karin / met Xiu / samen / werkt / 

Slide 28 - Question ouverte

Antwoord: karin werkt met Xiu samen.


voor de cursus / je / in / Schrijf / je / 

Slide 29 - Question ouverte

Antwoord: schrijf je je voor de cursus in?


belt / Cecilia / op / haar moeder / 

Slide 30 - Question ouverte

Antwoord: Cecilia belt haar moeder op.


Anna / vandaag / uit / slaapt / 

Slide 31 - Question ouverte

Antwoord: Anna slaapt vandaag uit.

Speel het spel samen met de docent.

Slide 32 - Diapositive

Speel samen met de studenten het spel via de link. Laat de studenten een zin maken met de emotie. Ik voel me...

Bron plaatje.

Je hebt een recept nodig om medicijnen te halen bij ______.
A
de apotheek
B
de drogist

Slide 33 - Quiz

Antwoord A: de apotheek.


Bij ___________ is ademen moeilijk.
A
benauwdheid
B
moeheid

Slide 34 - Quiz

Antwoord A: benauwdheid.

Frank stoot zijn hoofd. Hij ziet sterretjes voor zijn ogen. Hij is __________ .
A
duizelig
B
benauwd

Slide 35 - Quiz

Antwoord A: duizelig.
Zeg hardop na...luister eerst naar je docent.

Slide 36 - Diapositive

Zeg na.
Laat de studenten jou nazeggen"

  • Ik voel me al een paar weken niet zo lekker.
  • Ik heb het regelmatig benauwd.
  • Soms ben ik misselijk.
  • Ik ben weleens duizelig.
  • Ik heb last van jeuk.
  • Mijn keel doet pijn.
  • Ik heb iedere avond last van hoofdpijn.
  • Sinds een paar dagen heb ik uitslag op mijn armen.
  • Wilt u even naar mijn knie kijken?
  • Ik ben vaak verkouden.

Speel het spel samen met de docent.

Slide 37 - Diapositive

Speel samen met de studenten het spel galgje via de link. Speel dit spel samen, deel je scherm.
Antwoorden:
overal
apotheek
dezelfde
ongeldig
vertrekken
instappen
verkoudheid

Bron plaatje.

Welke woorden ken je voor wat er in het menselijk lichaam is? Schrijf 3 woorden op.  

Slide 38 - Question ouverte

Eigen antwoord.

Lees hardop

Naar de Dokter

Lotte voelt zich niet lekker. Ze heeft pijn in haar buik. Haar moeder zegt: "We gaan naar de dokter."
Ze gaan samen naar de dokter. In de wachtkamer zitten veel mensen. Lotte en haar moeder wachten. Na een tijdje roept de dokter: "Lotte, kom maar binnen."

De dokter is vriendelijk. Hij vraagt: "Wat is er aan de hand, Lotte?" Lotte zegt: "Ik heb buikpijn." De dokter onderzoekt Lotte's buik en luistert naar haar hart.
De dokter zegt: "Je hebt een beetje griep. Je moet veel rusten en water drinken." Hij geeft Lotte medicijnen. Lotte en haar moeder bedanken de dokter.

Thuis neemt Lotte de medicijnen en gaat in bed liggen. Haar moeder maakt thee voor haar. Na een paar dagen voelt Lotte zich beter. Ze is blij dat de dokter haar heeft geholpen.

Slide 39 - Diapositive

Laat de studenten om beurten een stuk voorlezen. Praat daarna over het verhaaltje.
Tot de volgende keer
bronnen:
'Nederlands nu!' - Fros van der Maden - Vandorp Educatief 2016




Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions