Verschillende fasen van een techniek

Verschillende fasen van een techniek
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Directe zorgSecundair onderwijs

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Verschillende fasen van een techniek

Slide 1 - Diapositive

Wat is volgens jullie een techniek?

Slide 2 - Question ouverte

Geef eens voorbeelden van technieken binnen bepaalde beroepen

Slide 3 - Carte mentale

Welke informatie heb je allemaal nodig over een kindje voor je hem kan helpen?

Slide 4 - Question ouverte

Wat betekend de afkorting ADL?
A
Algemeen dagblad Leuven
B
Algemene dagelijkse lichaamsverzorging
C
Algemene dagelijkse levensverrichtingen

Slide 5 - Quiz

Stel je doet stage in een KDV en je moet info vragen over een kindje. Aan wie vraag je info?
A
Ik vraag het aan het dichtstbijzijnde personeelslid
B
Ik vraag het aan een andere stagiaire
C
Ik vraag het aan de mentor of hoofd van het KDV
D
Ik kijk in het heen en weer boekje

Slide 6 - Quiz

Vragen die je stelt over een kindje:
Hoe mobiel is het kind. Kan het al rechtzitten?
Wat kan hij al zelf (ADL)/ welke hulp moet ik bieden?
 Moet ik ergens speciaal aandacht voor hebben?
Hoe is het sociaal contact met andere kindjes, heeft hij een beperking?

Slide 7 - Diapositive

Zoek eens een aantal specifieke technieken binnen de kinderzorg.

Slide 8 - Carte mentale

Een techniek binnen de kinderzorgzorg; voorbeelden
Handhygiëne, badje geven, bedjes opdekken, temperatuur opnemen, tillen van baby, verluieren, voeden

Slide 9 - Diapositive

Welke voordelen heeft het voor het kindje als jij je techniek goed kent?

Slide 10 - Question ouverte

Welke voordelen geeft het jou als je technieken goed kan?

Slide 11 - Question ouverte

Techniek bestaat uit
Voorbereiding=>jezelf
=>materiaal
=>kamer
=>cliënt

Slide 12 - Diapositive

Welke voorbereiding zou je bij jezelf moeten doen?

Slide 13 - Carte mentale

Voorbereiding materiaal en kamer=
Alles klaarnemen, handhygiëne
Ramen en deuren sluiten / gordijn (privacy)
lichtje kamer aansteken zodat men weet dat je daar bezig bent.

Slide 14 - Diapositive

Wat doe je bij de cliënt ter voorbereiding?

Slide 15 - Question ouverte

Casus blz. 12: Je moet iemand wassen aan de lavabo. Vul onderstaande vragen in je cursus in.
Welke vragen stel je aan je mentor voor je aan de slag gaat met het kindje?
Wat moet jij doen alvorens  te starten?
Wat mag je niet vergeten na de zorg?

Slide 16 - Diapositive

Principes van Mieke Grypdonck

Slide 17 - Diapositive

Mieke Grypdonck
Prof. Dokter M Grypdonck heeft een systeem ontwikkeld waarbij je steeds naar de cliënt moet kijken. Dit systeem bestaat uit 
8 principes:

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Principes van Grypdonck:
1. Zelfzorg en inspraak van de cliënt         2. Ergonomie                 3. Comfort      4.Hygiëne en asepsis              5. Beleving zorgvrager           6. Economie            
7. Veiligheid                         8. Ecologie

Slide 20 - Diapositive

Vul 1.3 in.
In de eerste kolom zet je de afkorting, in de 2 de kolom zoek je voorbeelden.

Slide 21 - Diapositive

Casus onder 1.3: Probeer deze aan de hand van de principes op te lossen..

Slide 22 - Diapositive

wat kunnen nazorgen zijn: Bij jezelf, kamer, cliënt, materiaal.. Zoek hiervan voorbeelden

Slide 23 - Question ouverte

Welke vragen stel je aan jezelf ter evaluatie van je techniek?

Slide 24 - Carte mentale

Je moet over Charlotte nog rapporteren, dit doe je
A
Mondeling tegen de eerste kinderverzorgster die ik tegenkom
B
Mondeling tegen de afdelingsverantwoordelijke
C
Ik schrijf het op een blaadje voor mezelf en vertel het tijdens de overdracht tussen collega's
D
Ik schrijf het op een blaadje voor mezelf en vertel het tijdens de briefing en noteer het samen met mentor in het zorgdossier

Slide 25 - Quiz

Bij rapportering let ik op
A
Schrijftaal, kort en bondig to the point, objectief.
B
Mooie lange zinnen
C
Schrijftaal, kort en bondig to the point, objectief en geef ik al een actiepunt op.
D
Schrijf ik in de codetaal van de verpleging, kort en krachtig.

Slide 26 - Quiz

Vul de casus (vervolg) van Charlotte nog aan in verband met de nazorgen: 
Bij Charlotte ?
In de kamer?
Info aan je mentor?

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo