Spelling 4-11 groep 7

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

De grote kast stond in de kamer.
Bijvoegelijk naamwoord?

1. kast
2. kamer
3. de
4. grote

De mooie vogel zingt een vrolijk liedje.

Werkwoord?

1. zingt
2. mooie
3. vogel
4. vrolijk

Op de tafel ligt een stapel boeken
Voorzetsel?

1. een
2. boeken
3. op
4. tafel

De jongen loopt op straat
Lidwoord?

1. jongen
2. op
3. de
4. straat

Het is de derde verjaardag van Jan.
Rangtelwoord?

1. Jan
2. verjaardag
3. derde
4. het

Lieke eet twee bananen
Telwoord?

1. Lieke
2. eet
3. bananen
4. twee

Gisteren heeft zij de bomen gesnoeid.
Hulpwerkwoord?

1. heeft
2. gesnoeid
3. gisteren
4. zij

De borden heb ik in de kast gezet.
Voorzetsel?

1. de
2. borden
3. in
4. kast

Sara fietst naar school.
Zelfstandig naamwoord?

1. Sara
2. fietst
3. naar
4. school

De mooie boom verliest al haar bladeren in de herfst.
Bijvoeglijk naamwoord?

1. boom
2. herfst
3. bladeren
4. mooie

Niveau 8: zelfstandig aan het werk met opdracht 3 en 4 van blz. 38. 

Doel van de les:

Het schrijven van een komma na een citaat. 

Citaat of de directe rede

Joep zegt: 'Ik heb nieuwe schoenen.'

Joep zegt dat hij nieuwe schoenen heeft. 

'Ik heb nieuwe schoenen ' zegt Joep.

'Ik weet hoeveel poten een duizendpoot heeft ' zegt Suus.

'Het is mooi weer ' zegt Timo.

Rick vraagt: 'Hoe laat is het?'

'Ik ga naar school ' zegt Maaike.

Dictee!

Juf leest voor

Juf leest voor

Juf leest voor

Niveau 7

In je werkboek maken opdracht 1 t/m 3 van blz. 38.

Persoonsvorm en onderwerp

Zara woont in Amsterdam. 

Ze slaapt op zolder.

Doel: herkennen van de bepaling van plaats

De bepaling van plaats geeft informatie over de plaats. 

Je vindt deze door te vragen: Waar + wwg + onderwerp (+lv)?

Zara woont in Amsterdam. 

Ze slaapt op zolder.

Je vindt deze door te vragen: Waar + wwg + onderwerp (+lv)?

Achter het huis is een binnenplaats gekomen.

Ik zie Zara’s fiets tegen een lantaarnpaal staan.

Lieke woont in Haarlem

Mieke bakt een cake in de keuken

Rick maait het gras in de tuin van de buurvrouw.

Susan volleybalt in de sporthal

Dictee!

Juf leest voor

Juf leest voor

Juf leest voor

Juf leest voor

Niveau 8:

In je werkboek maken opdracht 1 en 2 van blz. 38.

Klaar? Verder met je weektaak.