Afrekensysteem H4

Slapen
Het krijgen van een compliment
Hebben van vrienden
Een baan
Starten met een studie
Fysieke behoeften
Behoefte aan veiligheid
Sociale behoeften
Respect en waardering
Zelfontplooiing
1 / 23
suivant
Slide 1: Question de remorquage
RetailMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slapen
Het krijgen van een compliment
Hebben van vrienden
Een baan
Starten met een studie
Fysieke behoeften
Behoefte aan veiligheid
Sociale behoeften
Respect en waardering
Zelfontplooiing

Slide 1 - Question de remorquage

Er staat een leuke dag op werk op de planning, je hebt zin om naar je werk te gaan!
A
Intrinsieke motivatie
B
Extrinsieke motivatie

Slide 2 - Quiz

Je begint extra vroeg op je werk om werkzaamheden af te maken, omdat je anders op je kop krijgt van jouw leidinggevende.
A
Intrisieke motivatie
B
Extrinsieke motivatie

Slide 3 - Quiz

Lesdoelen 
  • Je kent de verschillende soorten kassa's 
  • Je kunt ook de voor- en nadelen benoemen 
  • Je weet hoe je een kassa moet gebruiken 
  • Je kunt de verschillende kassafuncties benoemen  
  • Je weet wat het doel van afromen is 
  • je kunt de kassa opmaken en weet waneer er sprake is van kasverschil 
  • je weet verantwoord het geld te beheren 

Slide 4 - Diapositive

H4 Afrekensysteem en geldbeheer 

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn de belangrijkste voordelen van een computerkassa?

Slide 6 - Question ouverte

Soorten Kassa's 
Elektronische kassa
  • Eenvoudig rekensysteem
  • Niet verbonden met computer
  • Prijzen worden handmatig aangeslagen
Computerkassa (kassaterminal)
  • Uitgebreid rekensysteem
  • Verbonden met computer
  • Verzamelt gewenste data voor de winkelier
  • evt. met barcode 


Slide 7 - Diapositive

Welke kassa heb je op je leerbedrijf?
geen
Elektronische
Computerkassa

Slide 8 - Sondage

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

waar staat de afkorting PLU voor?
A
Price look up
B
Price like up
C
Product look up
D
Product like up

Slide 12 - Quiz

Wat is volgens jou de rol van de verkoper bij de kassa?

Slide 13 - Question ouverte

kassa gebruiken en afrekenen
Vóór het gebruik:
  • Aanmelden met een pasje of persoonlijke code
  • Valsgelddetector aanzetten
  • Alle benodigdheden binnen handbereik plaatsen
  • Soms: geldlade tellen en installeren
Na het gebruik:
  • Afmelden
  • Werkplek opruimen
Afrekenpunt is laatste klantcontact. Laat een positieve indruk achter.
Kassasleutel: sleutel of code waarmee de eerste verkoper een kassa-aanslag corrigeert.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Wat is de omzet per klant?

A
Telfunctie
B
Bewaarfunctie
C
Controlefunctie
D
Informatiefunctie

Slide 16 - Quiz

Hier berg ik veilig mijn geld op.

A
Telfunctie
B
Bewaarfunctie
C
Controlefunctie
D
Informatiefunctie

Slide 17 - Quiz

Ik maak een uitdraai van de kassa

A
Telfunctie
B
Bewaarfunctie
C
Controlefunctie
D
Informatiefunctie

Slide 18 - Quiz

Wat is een Z-bon?

Slide 19 - Question ouverte

Wat houdt de handeling 'kassa opmaken' in?

Slide 20 - Question ouverte

Hoe ontstaat kasverschil?

Slide 21 - Question ouverte

Beheren van geld 
  • kluisprocedure 
  • Dagelijks het geld op de bankrekening 
  • Geldtransport goed geregeld 
  • Klant stimuleren per pin te betalen 
  • Beveiliging 

Slide 22 - Diapositive

Storten van geld 
  • Contant bij de balie 
  • Kas-etui 
  • Nachtkluiscassette 
  • Geldtransport 

Slide 23 - Diapositive