Gelijknamig maken van breuken

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1,2

Breuken: Gelijknamig maken van breuken.

Rekenen 

Doel van deze les:

- Je kunt breuken gelijknamig maken.

- Je kunt twee breuken met elkaar optellen of aftrekken.

Een breuk heeft een teller en een noemer.

                  teller                    

                                             bijvoorbeeld 

                 noemer

​n​​t​​

​2​​1​​

Je mag verschillende noemers niet zomaar bij elkaar optellen. 

Je mag namelijk geen        stukje taart bij        stukje taart optellen.

De noemers zijn anders.   Je moet nu net zo lang zoeken in de tafel van 3 en de tafel van 4 tot je hetzelfde getal tegen komt. Dat wordt de nieuwe noemer.                   Klik voor het antwoord op het vraag-

                                    teken.

​4​​1​​

​3​​1​​

12

De nieuwe noemer wordt 12.

     +             =   

Aangezien 3x4= 12 is en ik het onderste getal van de

3x heb gedaan. Moet ik dat ook bij het bovenste getal 

doen. 3x1 = 3  

In dit geval wordt de            dus            

​4​​1​​

​3​​1​​

​4​​1​​

​4​​1​​

​12​​3​​

Nu gaan we de         naar de noemer 12 omzetten.

4x3= 12  ik ga dus nu de noemer en de teller 4x doen.

4x1 = 12    deze breuk wordt dus 

​3​​1​​

​12​​4​​

Nu kan de som wel bij elkaar worden opgeteld.

             +                 =    

​12​​3​​

​12​​4​​

​12​​7​​

gelijknamig maken.

Bij het optellen en aftrekken van breuken moeten de breuken gelijknamig zijn. Dit betekent dat de noemers hetzelfde moeten zijn.

Soms kun je na het optellen een breuk nog vereenvoudigen.

gelijknamig maken

                      wat wordt de noemer?

​10​​1​​

​5​​1​​

​4​​1​​

20

breuken optellen

​5​​2​​

+

​4​​3​​

1. ​9​​5​​
2. ​20​​5​​=​4​​1​​
3. ​20​​23​​
4. 1​20​​3​​

In de vorige som  

           en 1             bij      zijn de helen er niet uitgehaald.   

Immers als de teller en noemer gelijk zijn heb je 1 hele. 

Bij          is er 1 hele, dan blijft er nog         over dus: 1

  

​20​​23​​

​20​​3​​

​20​​20​​

​20​​3​​

​20​​3​​

​20​​23​​

Wat wordt de noemer?

​8​​1​​

​4​​3​​

+

1. 4
2. 8
3. 16
4. 12

Wat wordt de noemer?
.....+ .....

​9​​1​​

​7​​1​​

Wat wordt de nieuwe noemer?

.....+.....=

​7​​2​​

​14​​1​​

1. 14
2. 20
3. 21
4. 7

breuken optellen

​6​​2​​

​12​​6​​

+

1. ​12​​10​​
2. ​10​​12​​
3. ​18​​8​​
4. ​24​​20​​

Kan jij ... nog kleiner maken?

​12​​10​​

1. ​6​​10​​
2. ​3​​20​​
3. ​6​​5​​
4. ​6​​1​​

Welke noemer?

......+......=

​7​​3​​

​21​​4​​

Maak van ...., 21 de noemer

​7​​3​​

1. ​21​​3​​
2. ​21​​5​​
3. ​21​​8​​
4. ​21​​9​​

breuken min sommen

​7​​3​​

​21​​4​​

-

1. ​28​​7​​
2. ​21​​5​​
3. ​21​​12​​
4. ​21​​13​​

maak de breuk zo klein mogelijk

wanneer onder en boven (teller en noemer) gelijk zijn zit er een hele in! 

                                                

​6​​7​​

1​6​​1​​

=

​4​​8​​

=

2

breuken
zo klein mogelijk maken!

​3​​7​​

1. 1​3​​4​​
2. 1​3​​1​​
3. 3​3​​1​​
4. 2​3​​1​​

maak kleiner

​6​​13​​

1. 1​6​​1​​
2. 2​6​​2​​
3. 2​6​​3​​
4. 2​6​​1​​

breuken sommen
zo klein mogelijk
opschrijven!

​3​​1​​

​5​​4​​

+

1. ​15​​19​​
2. 1​15​​4​​
3. 1​15​​2​​
4. ​15​​17​​

waar moet je op letten wanneer je decimale getallen optelt of aftrekt?

Vrachtwagen muurvast in Beatrixtunnel.....

Hoe hoog mag deze vrachtwagen maximaal zijn?

hoe hoog mag de vrachtwagen
maximaal zijn?

1. 35 m
2. 350 m
3. 3,50 m
4. 3,5 m

wat is meer?
9,177 of 9,20

1. 9,177
2. 9,20

9,20 is meer omdat het eerste getal na de komma groter is.

Bij 9,177  is het eerste getal na de komma 1 het duurt nog 0,023 voordat ook dit getal 9,2 is geworden. 

Je mag zoveel 0 toevoegen achter de komma als je nodig hebt om te kunnen rekenen. Het getal wordt er niet anders van.

Zet de getallen op volgorde van klein naar groot.
0,122 0,99 0,17 0,230

1. 0,17 0,122 0, 99 0,230
2. 0,122 0,99 0,17 0,230
3. 0,17 0,99 0,122 0,230
4. 0,122 0,17 0,230 0,99

optellen van decimale getallen
12,933 + 14,01 =

1. 26,943
2. 13,334
3. 27,943
4. 26,934

decimalen van elkaar afhalen
8,876 - 0,908 =

1. 7,698
2. 7,872
3. 7,968
4. 8,032

Ik begrijp deze les (eerlijk invullen)

1. totaal niet
2. ik denk het wel
3. ik denk het niet

Wil je hieronder invullen wat je nog moeilijk vond of nog een keer instructie in wilt?