Zinsopbouw

Zinsopbouw

Als je Omdat of Als gebruikt, verandert de volgorden in de zin

omdat -> reden

als-> tijdstip

Het woord Want geeft ook de reden aan, maar de volgorde in de zin verandert niet.

Zaterdag

kunnen

jullie

uitslapen

Zet de zin in de goede volgorde

zin 17

je

oversteken

daar

kunt

Zet de zin in de goede volgorde

zin 18

ik

vanavond

ga

koken

Zet de zin in de goede volgorde

zin 19

mijn opa

maken

soep

wil

Zet de zin in de goede volgorde

zin 20

Jan en Lea

doen

boodschappen

gaan

Zet de zin in de goede volgorde

zin 21

hij

nemen

medicijnen

moet

Zet de zin in de goede volgorde

zin 22

In de tuin

gaat

mijn vader

werken

Zet de zin in de goede volgorde

zin 24

Zaterdag

mag

afzwemmen

het meisje

Zet de zin in de goede volgorde

zin 25

Op de deur

kan

hangen

een briefje

Zet de zin in de goede volgorde

zin 26

Hier

moet

starten

je

Zet de zin in de goede volgorde

zin 27

In bed

kun

uitrusten

je

Zet de zin in de goede volgorde

zin 28

Vrijdag

moeten

trainen

we

Zet de zin in de goede volgorde

Doel van deze les.

-Ik weet de goede volgorde van de zin.

-Ik kan zelf een zin schrijven.

Wat weet ik na deze les?

-Ik weet de goede volgorde van de zin.

-Ik kan zelf een goede zin schrijven.

Volgorde van woorden in de zin?

In welke zin wijzen de signaalwoorden op een volgorde in tijd?

1. Ik wil langskomen. Ik heb echter geen tijd.
2. Eerst ga ik sporten, daarna kom ik langs.
3. Ik heb tijd om langs te komen en ook veel zin.
4. Ik kom langs, omdat ik daar veel zin in heb.

Maak de zin af.
Lidstaten van de Verenigde Naties ..........(Let op de volgorde in de zin. Denk aan de regel pv op 2)

Zaterdag

gaat

naar zijn oma

de jongen

Zet de zin in de goede volgorde

Op de deur

kan

hangen

een briefje

Zet de zin in de goede volgorde

Hier

moet

oversteken

je

Zet de zin in de goede volgorde

Maak een zin in de goede volgorde:
staan / Zij / lachen / te

Morgen

hebben

een toets

wij

Zet de zin in de goede volgorde

Opdracht 2

Schrijf samen het verhaal. Let op de volgorde van de zin. Je mag vragen stellen over de volgorde, maar niet over de inhoud van het verhaal.

Hoe maak je ook alweer een zin?

Zet de zin in de juiste volgorde. Let op hoofdletters en leestekens.
Zet de persoonsvorm in de juiste volgorde.

lezen - de oude man - in het park - de krant - vaak 

   

Maak een zin in de goede volgorde:
te / ik / wachten / sta

Vrijdag

moeten

trainen

we

Zet de zin in de goede volgorde

Zet de zin in de juiste volgorde.

breng – volgende week – terug naar de bibliotheek – ik – dat boek

Maak een zin in de goede volgorde:
te / op de trein / ik / al een haf uur / wachten / sta

Zet de zin in de juiste volgorde. Let op hoofdletters en leestekens.
Zet de persoonsvorm in de juiste volgorde.

mijn broer – ik – opzoeken – in Duitsland – willen – volgende maand 

   

We hebben tot nu toe Omdat en Als gebruikt om van 2 korte zinnen 1 lange zin te maken.

Als je Omdat of Als gebruikt, verandert de volgorden in de zin

omdat -> reden

als-> tijdstip

Het woord Want geeft ook de reden aan, maar de volgorde in de zin verandert niet.

Zet de zin in de juiste volgorde.

Denk aan hoofdletter en punt!

Zet de zin in de goede volgorde:
staan / de borden/ waar / ?

Zet de zin in de goede volgorde:
ik / nodig/ hoeveel tomaten/ heb/ ?

Zet de zin in de goede volgorde:
's ochtends/ drink/ wat/ jij/ ?

Zet de zin in de goede volgorde:
de groenten/ wie/ snijdt/ ?

Zet de zin in de goede volgorde:
naar de markt/ jij/ ga/ wanneer/ ?

Structuur van een zin!

De volgorde is dus:

onderwerp - persoonsvorm - tijd - manier - plaats

Boek van A tot Zin: blz. 122 en 123.

Wat is de goede volgorde in een normale zin?

1

2

3

4

wanneer?

de rest

onderwerp

persoonsvorm

Volgorde van de woorden in de zin.

Zet de onderdelen in de goede volgorde

Je

hebt

deze zin

heel goed

opgelost!

Zet de zin in de juiste volgorde
Er zijn twee mogelijkheden!

ik- bijhouden- dit tempo-niet-kan

1. Ik kan niet bijhouden dit tempo.
2. Dit tempo kan ik bijhouden niet.
3. Dit tempo kan ik niet bijhouden.
4. Ik kan dit tempo niet bijhouden.