Dorpskrant les 11: schrijven deel 3 en afmaken dorpskrant


Nederlands - Periode 3

De Dorpskrant - Les 11
Creatief schrijven & Spelling

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


Nederlands - Periode 3

De Dorpskrant - Les 11
Creatief schrijven & Spelling

Slide 1 - Diapositive

Vorige les ...

... heb je 1 tekst voor de dorpskrant nagekeken, aangepast en verbeterd.

... heb je 1 tekst voor de dorpskrant uitgeschreven

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van deze les ...
... heb je nog een tekst nagekeken, aangepast en verbeterd.
... heb je met je groepsgenoot afgespraken gemaakt over de specifieke  spellingregels (meervoudsvormen, samenstellingen, verwijzingen, samentrekkingen).
... heb je de 2 teksten die je groepsgenoot heeft geschreven nagekeken, aangepast en verbeterd.
... heb je een naam voor de krant bedacht.
... heb je afbeeldingen en andere extra's aan de krant toegevoegd.



Slide 3 - Diapositive

Checklist

Op de volgende slides volgt een aantal vragen die bedoeld zijn om je tekst te verbeteren / nog beter te maken.

Neem ze goed door en doe er ook daadwerkelijk iets mee!
Dus: eerst checken, dan verbeteren, aanpassen en optimaliseren!

Slide 4 - Diapositive

Aan de slag!
Ga naar jullie krant.
Zoek de tekst op die je vorige les hebt geschreven.
Verbeter deze met behulp van de checklist op de volgende slides.

Slide 5 - Diapositive

Interpunctie: Begin en eind van de zin

Begint iedere zin met een hoofdletter?
Eindigt iedere zin met een punt, vraagteken of uitroepteken?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 6 - Quiz

Interpunctie in de zin

Staan er komma's in de zinnen?
Tussen 2 persoonsvormen en voor voegwoorden (omdat, zodat, daardoor, etc)?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 7 - Quiz

Spelling

Zijn alle (werk)woorden goed gespeld?
Zijn tikfouten verbeterd?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 8 - Quiz

Zinsbouw

Klopt de woordvolgorde van de zinnen?

A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 9 - Quiz

Alinea's

Bestaat je tekst uit alinea's?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 10 - Quiz

Titel en tussenkopjes

Heeft je tekst een titel (en tussenkopjes) die nieuwsgierig maken?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 11 - Quiz

Titel en tussenkopjes

Heeft je tekst een titel (en tussenkopjes) die nieuwsgierig maken?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 12 - Quiz

Creatief taalgebruik

Zit er een vorm van beeldspraak of een stijlfiguur in je tekst?
A
Ja? --> check en onderstreep!
B
Nee? --> voeg toe en onderstreep!

Slide 13 - Quiz

Creatief taalgebruik

De zelfbedachte bewoner komt in de tekst voor en maakt wat mee. Hierin komt je fantasie duidelijk naar voren.
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> voeg toe!
C
Een beetje --> voeg nog meer toe!

Slide 14 - Quiz

Samen met je groepsgenoot

Bel, chat, facetime nu met je groepsgenoot.
De volgende slides neem je samen door.

Waarom? 
Om tot afspraken te komen over de specifieke spellingregels.

Slide 15 - Diapositive

Weet je nog?
Tot de criteria voor de dorpskrant behoren ook de specifieke spellingregels
Verwerk in de krant:
  • 4 meervoudsvormen 
  • 4 verwijzingen
  • 4 samenstellingen
  • 4 samentrekkingen 

De woorden hiervoor bepaal je zelf. Je onderstreept ze in de krant. 

Slide 16 - Diapositive

Meervoudsvormen
Hoe zat het ook alweer? 
Ga (eventueel) terug naar les 3 voor de uitleg. 

Beantwoord samen de vragen op de volgende slide.

Slide 17 - Diapositive

Welke 4 meervoudsvormen verwerken jullie in de krant?

Bepaal samen welke woorden in het meervoud in jullie krant passen (misschien staan ze er al in).
Bepaal ook in welke teksten ze komen te staan.

Slide 18 - Question ouverte

Samenstellingen
Hoe zat het ook alweer? 
Ga (eventueel) terug naar les 5 voor de uitleg. 

Beantwoord samen de vragen op de volgende slide.

Slide 19 - Diapositive



Welke 4 samenstellingen verwerken jullie in de krant?
Bepaal samen welke woorden als samenstelling in jullie krant passen (misschien staan ze er al in).
Bepaal ook in welke teksten ze komen te staan.

Slide 20 - Question ouverte

Samentrekkingen
Hoe zat het ook alweer? 
Ga (eventueel) terug naar les 6 voor de uitleg. 

Beantwoord samen de vragen op de volgende slide.

Slide 21 - Diapositive


Welke 4 samentrekkingen verwerken jullie in de krant?

Bepaal samen welke woorden als samentrekking in jullie krant passen (misschien staan ze er al in).
Bepaal ook in welke teksten ze komen te staan.

Slide 22 - Question ouverte

Verwijzingen
Hoe zat het ook alweer? 
Ga (eventueel) terug naar les 4 voor de uitleg. 

Beantwoord samen de vragen op de volgende slide.

Slide 23 - Diapositive

Welke 4 verwijzingen verwerken jullie in de krant?

Bepaal samen welke verwijzingen in jullie krant passen (misschien staan ze er al in).
Bepaal ook in welke teksten ze komen te staan.

Slide 24 - Question ouverte

En nu.....
Verwerk de meervoudsvormen, samentrekkingen, samenstellingen en verwijzingen in de dorpskrant 
én 
onderstreep ze!

Slide 25 - Diapositive

Aan de slag!
Ga naar jullie krant.
Zoek de andere teksten van je groepsgenoot op.
Verbeter ze met behulp van de checklist op de volgende slides.

Slide 26 - Diapositive

Interpunctie: Begin en eind van de zin

Begint iedere zin met een hoofdletter?
Eindigt iedere zin met een punt, vraagteken of uitroepteken?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 27 - Quiz

Interpunctie in de zin

Staan er komma's in de zinnen?
Tussen 2 persoonsvormen en voor voegwoorden (omdat, zodat, daardoor, etc)?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 28 - Quiz

Spelling

Zijn alle (werk)woorden goed gespeld?
Zijn tikfouten verbeterd?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 29 - Quiz

Zinsbouw

Klopt de woordvolgorde van de zinnen?

A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 30 - Quiz

Alinea's

Bestaat je tekst uit alinea's?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 31 - Quiz

Titel en tussenkopjes

Heeft je tekst een titel (en tussenkopjes) die nieuwsgierig maken?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 32 - Quiz

Titel en tussenkopjes

Heeft je tekst een titel (en tussenkopjes) die nieuwsgierig maken?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 33 - Quiz

Creatief taalgebruik

Zit er een vorm van beeldspraak of een stijlfiguur in je tekst?
A
Ja? --> check en onderstreep!
B
Nee? --> voeg toe en onderstreep!

Slide 34 - Quiz

Creatief taalgebruik

De zelfbedachte bewoner komt in de tekst voor en maakt wat mee. Hierin komt je fantasie duidelijk naar voren.
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> voeg toe!
C
Een beetje --> voeg nog meer toe!

Slide 35 - Quiz

Een naam voor de krant
Bedenk nu samen met je groepsgenoot een passende, originele naam voor de krant.

Verwerk de naam in jullie krant.

Slide 36 - Diapositive

Inleveren
De krant is af, kijk hem samen nog één keer kritisch door:
let erop dat je de meervoudsvormen, samentrekkingen, samenstellingen en verwijzingen in de dorpskrant hebt
onderstreept!

stuur een link voor deze krant naar mij via magistermail
n.v.m.wevers

Slide 37 - Diapositive

Fijne meivakantie!!!!

Slide 38 - Diapositive