6.1 vooruitgang en onrust

H6: Van oost naar west, van zuid naar noord
Migratie is van alle tijden. Dit hoofdstuk gaat over migratie van de afgelopen 75 jaar. 
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H6: Van oost naar west, van zuid naar noord
Migratie is van alle tijden. Dit hoofdstuk gaat over migratie van de afgelopen 75 jaar. 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
• Weet je welke vooruitgang sinds de Tweede Wereldoorlog in Nederland
geboekt werd;
• Kun je uitleggen hoe de opvattingen vanaf de jaren 1960 veranderden;
• Kun je uitleggen wat de gevolgen van de toegenomen welvaart op
langere termijn zijn;
• Begrijp je dat welvaart niet voor iedereen vanzelfsprekend is.

Slide 2 - Diapositive

Hoeveel vrije dagen in één jaar had je rond 1955 denk je?
A
5-10
B
10-15
C
15-20
D
20-25

Slide 3 - Quiz

Sinds wanneer is zaterdag een 'vrije' dag?
A
Dat is altijd zo geweest.
B
1940
C
1950
D
1960

Slide 4 - Quiz

Welvaart in Nederland

Slide 5 - Diapositive

Vooruitgang na de Tweede Wereldoorlog.
Het land en de economie moest herstellen. De overheid ging mensen ook helpen.

AOW: Algemene Ouderdomswet (1947)

Uitkering bij ziekte, werkloosheid of arbeidsongeschiktheid.

Hierdoor kwam er sociale zekerheid.

Nederland werd een verzorgingsstaat.




Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Sociale zekerheid

Slide 9 - Diapositive

Verzorgingsstaat
AOW
Sociale zekerheid
Algemene Ouderdomswet
Het geheel van regelingen voor
mensen die minder goed voor zichzelf kunnen
zorgen.
Staat waarin de overheid zorgt
voor mensen die minder goed voor zichzelf
kunnen zorgen.

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Vidéo

Andere opvattingen
Door de moderne ontwikkelingen gebeurden er twee veranderingen:

Ontkerkelijking: minder mensen gingen naar de kerk en de kerk kreeg minder invloed.

Individualisering: mensen ontwikkelden een eigen mening en keken meer naar zichzelf. Mensen werden kritischer.

Slide 12 - Diapositive

Ontkerkelijking

Slide 13 - Diapositive

Verzuiling

Slide 14 - Diapositive

Jongeren
Bleven langer op school. 

Werden een aparte bevolkingsgroep en gingen zich kritisch opstellen tegen ouders, kerk school en politie (autoriteiten) 

nozems, provo's.

Slide 15 - Diapositive

Jeugdculturen
nozems
Werkende jongeren uit de steden.
Provo's
Hoogopgeleide jongeren, politiek zeer actief.
Hippies
De wereld verbeteren door aardig te zijn tegen elkaar.

Slide 16 - Diapositive


Een eigen cultuur

  • Vanaf de jaren 50 gaan jongeren steeds langer naar school, waardoor ze vaak een hogere opleiding dan hun ouders volgen én in contact kwamen met andere ideeën.
  • Door de stijgende welvaart en luxe kunnen jongeren zich steeds meer onderscheiden door hun kleding, kapsel, muziek en manier van omgaan met elkaar. Ze vormden een eigen jeugdcultuur.
Elvis Presley (1935-1977) was een Amerikaans zanger en acteur. Hij wordt vaak The King of Rock and Roll of kortweg The King genoemd. Veel ouders spraken schande van de bewegingen die Elvis met zijn heupen maakt: "Het had alleen maar te maken met seks!"

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Welke info over jongeren in de jaren 50, 60 en 70 kun je terugvinden in de vorige twee filmpjes?
Dit zie je terug.
Dit zie je niet terug.
Jongeren komen ook op voor andere mensen in de hele wereld.
Jongeren komen op voor hun individuele rechten.
Jongeren zijn erg gehoorzaam voor de autoreiten.
Jongeren gebruiken veel geweld tegen de atoriteiten.

Slide 20 - Question de remorquage

Gevolgen van de welvaart
Door globalisering, individualisering en ontkerkelijking veranderde de westerse cultuur.

Gevolg: meer diversiteit.

Er ontstond een samenleving met verschillende groepen mensen: pluriforme samenleving.

Slide 21 - Diapositive

Oorzaak
Gevolg
Individualisering
Pluriforme samenleving
Ontkerkelijking
Globalisering
Diversiteit

Slide 22 - Question de remorquage

Pluriforme samenleving
Er kwamen meer rechten en acceptatie voor:
- vrouwen.
- mensen uit andere landen
- mensen van alle geaardheden.

Slide 23 - Diapositive

Hoe zou een homoseksueel in 1970 straf hebben gekregen?
A
huisarrest.
B
Je moest naar een kostschool.
C
een geldboete.
D
Een gevangenisstraf van 4 jaar.

Slide 24 - Quiz

Artikel 1

“Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”
Artikel 7

Als burger mag je
vinden wat je vindt. De overheid mag zich
daar vooraf niet mee bemoeien. Maar dat
betekent niet dat je zomaar van alles kunt
zeggen. In de wet staat ook dat je achteraf
wel verantwoordelijkheid draagt voor wat je
gezegd hebt.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Wereldcrisis

De verzorgingsstaat is duur. Als het dus slecht gaat met de economie wordt er vaak bezuinigd op de sociale zekerheid.

Voorbeeld: lagere uitkeringen of hogere pensioensleeftijd.


Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Participatiesamenleving.
De verzorgingsstaat bleek te duur. Nu leven we in een participatiesamenleving.

=  samenleving waarin
iedereen die dat kan, verantwoordelijkheid
neemt voor, en actief bijdraagt aan, zijn of haar
eigen leven en omgeving

Slide 29 - Diapositive

Verzorgingsstaat
Participatiesamenleving
Je moet werk doen voor de gemeente als je geen baan kunt vinden. Een tegenprestatie voor je uitkering.
Mensen moeten zelf voor hun bejaarde ouders zorgen. Mantelzorg heet dat.
Het arbeidsbureau gaat een baan voor je proberen te zoeken zodat je weer aan de slag kunt als je werkloos bent.
Alle mensen met een bepaalde handicap krijgen een vast bedrag per maand om van rond te komen.

Slide 30 - Question de remorquage

Slide 31 - Vidéo

Werktijd
 1. Lees de tekstblokken
 2. Maak opdracht 1 t/m 8 
 3. Maak herhaling OF verdieping
KLAAR?
  • Maak een kruiswoordpuzzel/woordzoeker van paragraaf 5.1.
HW

Slide 32 - Diapositive

Kruiswoordpuzzel / woordzoeker

Slide 33 - Diapositive