2.2 Metacommunicatie & Ruis Feb

Metacommunicatie en ruis
P2 Les 5
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Metacommunicatie en ruis
P2 Les 5

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorige les
  • Feedback geven en ontvangen
  • Positieve en negatieve/opbouwende feedback
  • Inhoudsniveau (gaat over de inhoud) en betrekkingsniveau (gaat over de relatie)
  • JOHARI Matrix
  • 360 graden feedback

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
  • Lesdoelen
  • Opdracht Metacommunicatie
  • Inhoudsniveau en betrekkingsniveau
  • Opdracht Ruis

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
- Je weet wat metacommunicatie is.
- Je weet wat ruis is en hoe je hier mee omgaat.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet jij al over:
Metacommunicatie?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag 
  • Ga in groepjes van 3 á 4 personen zitten
  • Vouw de flap in tweeën
  • Zoek op wat metacommunicatie is
  • Bedenk een voorbeeld van metacommunicatie
  • Beeld dit uit op één helft vd flap
  • Gebruik de materialen in de kar, wees creatief!

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Metacommunicatie 
Metacommunicatie is ‘communiceren over de communicatie’. Je bespreekt hoe een gesprek verloopt. Bijvoorbeeld: 

‘Ik merk dat je steeds wegkijkt, vind je het lastig om hierover 
te praten?’. 

Of: ‘Wat een goed gesprek is dit, dank je wel’.


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenhang tussen onderdelen
In een gesprek wissel je informatie zowel 
verbaal als non-verbaal uit.

- Inhoudelijke feiten, vaak verbaal. Dit is het inhoudsniveau (wat je zegt)
- Hoe je tegenover elkaar staat, is het betrekkingsniveau.  Vaak non-verbaal, toon, volume enzo (hoe je het zegt)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Betrekkingsniveau
3 onderdelen

Op betrekkingsniveau vertelt elke boodschap iets over:
  • Hoe je jezelf ziet (zelfdefinitie)
  • Hoe je de ander ziet (definitie van de ander)
  • Hoe je de onderlinge relatie ziet (relatiedefinitie)

pag. 366 en 367

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Inhoudsniveau: ‘Lekker bruin, precies zoals ze moeten zijn’. Feitelijk gezegd:
Betrekkingsniveau: baas- werknemer verhouding. Sarcastisch zijn/vernederend. Joost voelt zich minderwaardig (rood hoofd)
Zelfdefinitie: de baas ziet zichzelf als iemand die cynisch/sarcastisch mag zijn tegenover zijn werknemers
Definitie van de ander: jij bent iemand die moet accepteren dat ik zo tegen jou mag praten
Relatiedefinitie: ongelijkwaardig -> ik sta boven jou

Wat zou een goede reactie van Joost kunnen zijn?
Denk aan Metacommunicatie

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruis
Ondertussen gebeurt
er van alles
dat de communicatie
kan verstoren.
Dit is ruis.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruis
Er zijn verschillende soorten ruis.
Externe ruis
Interne ruis
    - Semantische ruis
    - Pyschologische ruis

Wat is het en wat kun je er tegen doen?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
  • Ga in groepjes van 3 á 4 personen zitten
  • Zoek op wat
    Externe ruis  /  Interne ruis  /  Semantische ruis  /  Pyschologische ruis
    is en hoe je daarmee omgaat / wat je daaraan kan doen.
  • Beeld dit uit op de andere helft vd flap
  • Gebruik de materialen in de kar, wees creatief!

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soorten ruis kennen we?
A
Witte, Blauwe, Grijze, Groene
B
Externe, Interne, Semantische, Psychologische
C
A en B zijn beide onjuist
D
A en B zijn beide juist

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Elkaar niet goed verstaan, doordat de radio aanstaat is een voorbeeld van externe ruis.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als professional heb je nooit last van interne ruis.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Psychologische ruis kun je oplossen door metacommunicatie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Het inhoudsniveau van communicatie is vooral non-verbaal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Externe ruis
Externe ruis komt van omgevingsgeluid. Denk aan een trein die voorbij raast als je aan het praten bent.
Maar ook als er anderen in de buurt zijn en je kijkt daar bijvoorbeeld steeds naar. Hierdoor kun je je niet focussen.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ga je om met externe ruis?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Semantische ruis
Dit is een ruis omdat je de taal van de ander niet begrijpt.
Dit kan verbaal en non-verbaal zijn.
Bijvoorbeeld: een patiënt die niet begrijpt wat de arts met al die medische termen bedoelt. Of het ''peace'' teken, wat in Australië een belediging is.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ga ik om met semantische ruis?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Psychologische ruis
Een verstoring in de communicatie door verwachtingen en ideeën over de ander, noem je psychologische ruis. 
Hoe je een boodschap opvat, hangt niet alleen van de boodschap zelf af.

Bijvoorbeeld: je stemming en de indruk die je van de ander hebt, spelen ook een rol. Het grapje van je collega kun je misschien waarderen als je goed bent uitgerust, maar vervelend vinden als je slecht hebt geslapen.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ga je om met psychologische ruis?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je een vraag over de lesstof?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht!
Moordspel
Dader, locatie, wapen

4 mensen gaan elkaar een moord doorvertellen via non verbale communicatie (betrekkingsniveau).
1 persoon blijft in de klas, andere 3 op de gang.
Lukt het om de boodschap over te brengen via non verbale communicatie met ruis?

Overige klasgenoten observeren hoe de communicatie tussen zender en ontvanger verloopt


Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
- Je weet wat metacommunicatie is.
- Je weet wat ruis is en hoe je hier mee omgaat.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions