Language Teaching and Assessing week 2.2

• Onderwijswetenschappen
• WO
• Studiejaar 2

Language Teaching and Assessing

week 2.2 De Beginsituatie en Leerdoelen opstellen

Test je kennis over hfd. 4

De volgende vragen gaan over hoofdstuk 4.

Oefenparameters en het taalproductiemodel.
Bij onduidelijkheid, opnieuw lezen.

Als je bedenkt welke boodschap je wilt overbrengen gebruik je je...

1. conceptualizer
2. formulator
3. lexicon
4. articulator

Als een boodschap preverbaal is en je nog bezig bent met bedenken hoe dit omgezet kan worden in woorden en zinnen...

1. conceptualizer
2. formulator
3. lexicon
4. articulator

Hoe noem je het 'databestand' waarin de woordenschat ligt opgeslagen?

1. conceptualizer
2. formulator
3. lexicon
4. articulator

Hoe noem je het proces waarbij de boodschap naar buiten gebracht moet worden in uitgesproken klanken?

1. conceptualizer
2. formulator
3. lexicon
4. articulator

Doelen

• Je kunt het doel van een spreek- of schrijfopdracht benoemen.
• Je kunt verschillen noemen tussen spreken en schrijven.
• Je kunt de moeilijkheidsgraad van een spreek- of schrijfopdracht beïnvloeden m.b.v. oefenparameters. 
• Je kunt een beginsituatie beschrijven en bijbehorende lesdoelen opstellen.

Programma

• Voorbeeld writing activity
• Theorie H4: oefenparameters


• Voorbeeld speaking activity
• De beginsituatie uitdenken
• ERK doel selecteren en lesdoel ontwerpen 

Voorbeeld schrijfvaardigheid

Doorgeefverhaal

Vraag voor hierna: 

Welke bouwstenen zijn nodig voor deze schrijfopdracht? 

Bedenk een communicatief leerdoel.

Begin de les met een voorbeeld van een schrijfoefening. Zie werkblad: doorgeef verhaal.

In welke echte situaties gebruik jij geschreven/gesproken taal?

Reminder om de productieve les realistisch te houden. Simuleer ECHTE communicatieve situaties. Een goede productieve les begint met een taalfunctie (e.g. uitnodigen, route 

Voorbeelden van goede productieve communicatie:

- over en weer "appen" 

- over en weer e-mailen (formal or informal)

- iemand uitnodigen (gesproken of geschreven)

- de weg vragen/wijzen

Realistische en relevante context (CTO)

van eenvoudig naar meer complex

van boodschappenbriefje, to do lijstje, etc. naar email of review

Oefenparameters voor spreken/schrijven

Expert groepen leggen uit

1. Tijd (tempo)

2. Communicatief gericht of taalgericht

3. Vrij, geleid of (sterk gestuurd)

4. Monologisch tegenover dialogisch

5. Reproductief tegenover productief

6. Gefingeerde situatie tegenover reële (klassen)situatie

7. Makkelijk tegenover moeilijk - inhoudelijk en talig

Verdeel de klas in 7 groepjes van twee of drie studenten. Elk groepje legt een concept uit - 10 min. Daarna korte klassikale bespreking. 

OEFENING 1: Oefenparameters

Werkblad 2A + bijlagen

Bekijk een spreek- of schrijfopdracht uit een leergang:

Verken de spreek/schrijfopdracht en de voorbereiding erop.

Bepaal de parameters.

Verdeel de klas in twee groepen o.b.v. interesse. De ene helft kijkt naar een speaking opdracht uit de lesmethode Solutions, de andere helft naar een writing opdracht uit Solutions. M.b.v. het werkblad analyseren ze de parameters. 

Example 3 - Explanations

Groups of 3-4. Student A picks up a card and describes the situation. Student B, C, D all need to explain what happened BEFORE. Student A may choose who has the best explanation.

Example student A:  I wasn't allowed to enter the amusement park

Example student B: because I had tested positive for covid.

Example student C: because I had forgotten to print the tickets.

Analyseer: welke bouwstenen zijn nodig voor deze spreekopdracht? Kun je hier een communicatief leerdoel bij bedenken? Zou je iets aan de oefenparameters kunnen veranderen? 

Nog een voorbeeld van een spreekopdracht in de les. Sla evt. over indien je meer tijd wilt vrijmaken voor het werken aan het eigen lesontwerp van LTA aan het einde vd les. 

Leerdoelen afstemmen

Vakspecifiek doel:

By the end of this lesson, the pupils can find specific information about public transportation on a timetable.

komt overeen met ERK doel: 

Spreken (A2)

Kan plannen en afspraken, gewoonten en routinehandelingen, activiteiten uit het verleden en persoonlijke ervaringen beschrijven. (A2+)

Voorbeeld alignment tussen ERK en vakspecifieke doelen.

www.slo.nl

Link naar Taalprofielen waaruit ze de ERK doelen gaan halen voor de eigen productieve les.

Leerdoelen formuleren

• SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdsgebonden)
• Communicatief
• Een actief werkwoord
• Een duidelijk middel, product, proces of uitkomst

OEFENING 2 - Verbeter de leerdoelen

Klaar?

Deel jouw ideeën met je buren. Kijk of je van elkaar nog ideeën over kunt nemen.

Deel jullie geherformuleerde leerdoel in Lessonup. 

Terug naar het werkblad van les 2.2. In oefening 2 staan wat leerdoelen. Laat studenten de doelen verbeteren.

Je kunt slides 15-19 gebruiken voor de nabespreking, maar mag ook mondeling.

1. De leerlingen kunnen de past simple gebruiken in een verhaaltje.

2. Aan het einde van deze les kunnen leerlingen een formele brief schrijven.

3. De leerlingen kunnen een dialoog naspelen.

4. Aan het einde van deze les kunnen leerlingen maaltijden in het Engels beschrijven op een menukaart voor een restaurant.

5. De leerlingen kunnen een creatieve en interessante brochure over hun vakantiebestemming maken in het Engels.

De Beginsituatie (op voorblad)

1. Wat weten de leerlingen al over het onderwerp?
2. Wat kunnen de leerlingen al? (Dit haal je uit reeds behaalde leerdoelen)
3. Wat hebben de leerlingen nodig om aan deze les te kunnen beginnen? 

OEFENING 3 - De Beginsituatie

10 minuten

Klaar? Deel jouw ideeën met je buren. Kijk of je van elkaar nog ideeën over kunt nemen.

Indien nodig kun je deze opdracht gebruiken om de studenten eerst te laten oefenen met het voorblad (dus beginsituatie en leerdoelen opstellen) voordat ze aan de eigen proctieve les beginnen.

OEFENING 4 – Aan de slag met je eigen productieve les  

 

Plan je productieve les met je WPB’er (week 5 of 6)

Kies een spreek/schrijfdoel uit.

Beschrijf de beginsituatie beschrijven

Selecteer een passend ERK doel. 

Vul het voorblad van het HAN-lesplanformulier zoveel mogelijk in. 

Dit is onderdeel 2A wat je inlevert voor peer feedback. 

Hebben we de doelen behaald?

• Je kunt het doel van een spreek- of schrijfopdracht benoemen.
• Je kunt verschillen noemen tussen spreken en schrijven.
• Je kunt de moeilijkheidsgraad van een spreek- of schrijfopdracht beïnvloeden m.b.v. oefenparameters. 
• Je kunt een beginsituatie beschrijven en bijbehorende lesdoelen opstellen.

Volgende Week 

Kwakernaak: Lees 10.2, 10.3, 11.2 en 11.3. (Bekijk Scrivener ook nog eens voor praktische voorbeelden!)

Deadline peer feedback deel 2A: 

Woensdag 16 november 2023 

[9.00 uur] via HandIn

Gebruik werkblad 2A!