Communicatie: les 1_ 25, 26 aug

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Periode 1

Welkom V4B

Leg je boeken (werkboek en theorieboek), pen en papier op tafel. 

Vandaag:

- H. 1 Communiceren doe je samen

Je leert wat communicatie is en uit welke elementen het communicatieproces bestaat. 

Wat heb je nodig voor Nederlands?

- laptop, pen en papier

- in Magister staat welk boek 

(oefenboek of theorieboek of leesboek)

- woordenboek tijdens de toets

Periode 1:

- Communicatie: Inhoud en opbouw 1 t/m 6

- Literatuur: Samen lezen we een literair werk

- Numo

Kijk mee naar het theorieboek.

Beantwoord de volgende vragen in je schrift:

1. Wat zijn de drie hoofdonderwerpen in het boek?

2. Welke hoofdstukken herken je uit de onderbouw?

2. Welk hoofdstuk lijkt je interessant?

3. Welk hoofdstuk lijkt je moeilijk?

H. 1: Communiceren doe je samen

Je leert wat communicatie is en uit welke elementen het communicatieproces bestaat.

Communicatie: het overbrengen van informatie.

Zender: spreker/schrijver

Boodschap: de informatie

Ontvanger: lezer of luisteraar

Non-verbaal en verbaal.

Filmpje 1: We kijken naar een filmpje over non-verbale en verbale communicatie. 

Vraag: Welke manieren van non-verbale communicatie worden uitgelegd? Schrijf het op. 

Verbale communicatie:

=  

Met woorden

In een gesprek

Of geschreven op papier / getypt op een computer

Non-verbale communicatie:

=

zonder woorden

Gezichtsuitdrukking,

Houding,

Gebaren,

Stemgeluid

Filmpje 2: Wat wordt er in het filmpje verbaal en non-verbaal gecommuniceerd? 

T/m hier gekomen met V4B.

Wel huiswerk opgegeven: Les 1 opdracht 2, 3, 4 en 7.

Klassenvertegenwoordiger: Abdelgaliq of Sarah?

Denk terug aan een moment waarop er vandaag iets gecommuniceerd is. Bespreek met diegene naast je de volgende vragen. 

1. Wie was de zender en wie ontvanger? 
2. Wat was de boodschap? 
3. Wat werd er non-verbaal en wat werd verbaal gecommuniceerd?

Je houdt rekening met de kennis en ervaring van je publiek en het referentiekader. 

Referentiekader: Hoe iemand de wereld ziet. Op basis van achtergrond, geschiedenis en persoonlijke ervaringen. 

Bespreek met diegene naast je de volgende vragen: 

1. Hoe leg je aan een klasgenoot uit wat communicatie is ?

2. Hoe leg je aan een vierjarige uit wat communicatie is?

3. Hoe heb je rekening gehouden met het publiek?

1. Lees de theorie op blz. 52 en 53 in je theorieboek. 

2. Maak opdracht 1, 2, 3 en 7 (blz. 30). 

Bespreken

31 aug

Welkom vwo 4B

Op tafel: 

laptop en log in op LessonUp, map, pen.

Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel.

Vandaag donderdag 31 augustus:

Verder met communiceren les 1

Starten met les 2

Kiezen van leesboek

Lesdoelen: 

R: Ik weet wat communicatie is en uit welke elementen het communicatieproces is opgebouwd. 

T1: Ik kan elementen van het communicatieproces herkennen en benoemen. 

T2: Ik kan uitleggen op welke manier een bepaald element het communicatieproces beïnvloedt en uitingen hierop aanpassen. 

Wat zijn de communicatiedoelen/tekstdoelen?

Denk aan wat een reden van communiceren zou kunnen zijn. 

Kun je er vijf noemen? 

Schrijf ze op. 

Wat zijn de communicatiedoelen/tekstdoelen?
Kun je er vijf noemen?
Schrijf ze op.

Communicatiedoelen/tekstdoelen?

1. Informeren

2. Beschouwen

3. Overtuigen

4. Activeren

5. Amuseren

'Alles wat er was' is mijn favoriete boek

Communicatie is een doorlopend proces. 

In spraak én in schrift houd je rekening met alle elementen (zender, boodschap, ontvanger). In schrift is dit beter te corrigeren dan in spraak. 

Hoe?

Communicatie via schrift: 

• Wat is de boodschap?
• Wat is het referentiekader van de ontvangers?
• Wat is het communicatiedoel? 

Een doorlopend proces van steeds aanpassen hoe de situatie loopt > een iteratief proces.  

Een doorlopend proces van steeds aanpassen hoe de situatie loopt = een iteratief proces.
Noem een voorbeeld van een iteratief proces als je spreekt.

Onderwerp & hoofdgedachte: les 2

Je leert wat communicatie is en uit welke elementen het communicatieproces bestaat.