Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Welke fase van het onderzoeksproces komt na de probleemanalyse?
A
Analyseren en interpreteren van de gegevens
B
Verzamelen van de gegevens
C
Opstellen onderzoeksplan
D
Rapportage
Slide 4 - Quiz
Wat is het verschil tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek?
Slide 5 - Question ouverte
Welk kenmerk hoort bij een gestructureerd interview?
A
Biedt veel ruimte om door te vragen.
B
De volgorde van de vragen kan worden aangepast.
C
De vragen liggen van te voren vast.
D
Heeft een vrije opzet
Slide 6 - Quiz
Veldonderzoek
Bureauonderzoek
primaire gegevens
secundaire gegevens
interview
literatuur
Slide 7 - Question de remorquage
Noem een voordeel en een nadeel van deskresearch
Slide 8 - Question ouverte
Bij welke methode van onderzoek is beïnvloeding van de uitkomsten door de onderzoeker niet mogelijk?
A
Experiment
B
Panel
C
Observatie
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Wat is validiteit?
Meet je wat je wil meten? Komt het overeen met de werkelijkheid? Is je enquête gebaseerd op literatuur of bestaande enquêtes? Komen de vragen overeen met je onderzoeksvraag en –onderwerp?
Slide 11 - Diapositive
Wat is betrouwbaarheid?
Zullen jouw resultaten hetzelfde zijn als je het onderzoek nog een keer zou doen? Waarom zorgt een gestructureerd interview voor een hoge betrouwbaarheid?
Slide 12 - Diapositive
Wat is representativiteit?
Hoe groot is de steekproef van je enquête? Is dat representatief voor alle klanten van het bedrijf?
Slide 13 - Diapositive
Wat is nauwkeurigheid?
Als 50% van de klanten tevreden zijn, dan is de nauwkeurigheidsgraad (5%) vaak tussen de 45% en 55%. Het kan namelijk iets afwijken.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Een schaatsenfabrikant voert onderzoek uit. De centrale vraag luidt: ‘Waarom is de afzet van schaatsen in het noorden hoger dan in het zuiden?’. Welk soort onderzoek past bij deze vraag?
A
Beschrijvend
B
Verkennend
C
Verklarend
Slide 16 - Quiz
Bij welk soort onderzoek wil je erachter komen welke prijs de klant bereid is te betalen?
A
Benchmarking
B
Prijsanalyse
C
Afnemersanalyse
D
Concurrentieanalyse
Slide 17 - Quiz
Een manager van een restaurant krijgt regelmatig klachten over de onvriendelijkheid van de bediening. Met wat voor soort marktonderzoek kan de manager inzicht in de klachten krijgen?
A
Afnemersanalyse
B
Koopgedraganalyse
C
Productevaluatie
D
Klanttevredenheidsonderzoek
Slide 18 - Quiz
Hoe noemt een marktonderzoeker de reacties die hij krijgt op een enquête?
Slide 19 - Question ouverte
Welk begrip gebruik je om aan te geven of een vraag meet wat je wilt meten?
A
Betrouwbaarheid
B
Nauwkeurigheid
C
Representativiteit
D
Validiteit
Slide 20 - Quiz
Een installatiebedrijf heeft de volgende onderzoeksvraag. ‘Welke factoren hebben invloed op de tevredenheid van onze klanten?’ Welk soort onderzoek past bij deze vraag?
A
Beschrijvend onderzoek
B
Verkennend onderzoek
C
Verklarend onderzoek
Slide 21 - Quiz
Een fabrikant van koffiemachines wil graag weten hoe het bedrijf ervoor staat ten opzichte van andere organisaties in dezelfde branche. Welke vorm van onderzoek moet het bedrijf hiervoor uitvoeren?
A
Afnemersanalyse
B
Benchmarking
C
Leveranciersonderzoek
D
Prijsonderzoek
Slide 22 - Quiz
Een onderzoek is betrouwbaar als ..
A
het dezelfde uitkomst heeft bij eenzelfde onderzoek
B
de steekproefpopulatie groot genoeg is
C
er een enquête op basis van literatuur is opgesteld