3. Kwadratische problemen.3.5B

Kwadratische problemen
3
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Kwadratische problemen
3

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Vragen van §3.5 theorie A?
  • Uitleg §3.5B
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Functie opstellen
f(x) = a(x-d)(x-e)
  • snijpunt met de x-as:
    (-1,0) en (2,0)
  • f(x)=a(x+1)(x-2)
  • andere coördinaat:
    (0,-6)
  • x=0, y=-6

Slide 4 - Diapositive

Functie opstellen
f(x) = a(x-d)(x-e)
  • f(x)=a(x+1)(x-2)
  • x=0, y=-6
  • f(x)=y
  • -6 = a(0+1)(0-2)
  • -6 = a(1)(-2)
  • -6 = -2a
  • 3 = a
  • Dus: f(x)=3(x+1)(x-2)

Slide 5 - Diapositive

Een parabool snijdt de x-as in de punten A(-9,0) en B(1,0). Verder gaat de grafiek door het punt C(-8,-9). Stel een formule van de parabool op.

Slide 6 - Diapositive

Een parabool snijdt de x-as in de punten A(-3,0) en B(5,0). Verder gaat de grafiek door het punt C(4,14). Stel een formule van de parabool op.

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Lien

Verticaal verschuiven 
De parabool schuift 2 omhoog.
We schrijven op: 

y=x2+2
y=x2
+2
+2
+2

Slide 9 - Diapositive

Verticaal verschuiven 
De parabool schuift 3 omlaag.
We schrijven op: 

y=x23
-3
-3
-3

Slide 10 - Diapositive

Horizontaal verschuiven
De parabool schuift 4 naar links. We schrijven op:

y=(x+4)2
y=x2
4 naar links
4 naar links

Slide 11 - Diapositive

Horizontaal verschuiven 
De parabool schuift 3 naar rechts.
We schrijven op: 

y=(x3)2
y=x2
3 naar rechts
3 naar rechts

Slide 12 - Diapositive

3.5 Grafieken veranderen

Slide 13 - Diapositive

Gegeven is de functie
De grafiek verschuift 1 naar rechts en 2 omlaag. Geef de nieuwe functie.
f(x)=2x2+1

Slide 14 - Question ouverte

0

Slide 15 - Vidéo

Zelfstandig werken
  • Wat?
    - werken aan de opgaven: 52 t/m 54, 
  • Hoe?
    - zelfstandig, in je schrift 
  • Vragen?
    - fluisteren met degene naast je, daarna vinger opsteken
  • Klaar?
    - nakijken! daarna verder met D-toets

Slide 16 - Diapositive