Daily Routine 2.0 + uitleg pronouns en vraagwoorden en opdrachten maken

Today's planning
- Schrijfopdracht: "schrijf weer over je daily routine (dagelijkse routine)" 
- Aan het werk met de schrijfopdracht (12 min, in stilte)
- Iedereen klaar? Lever je blaadje bij mij in. 
- Uitleg en LessonUp quiz pronouns + question words. 
- Aan de slag met de opdrachten (wat niet af is is huiswerk voor volgende week)



1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Today's planning
- Schrijfopdracht: "schrijf weer over je daily routine (dagelijkse routine)" 
- Aan het werk met de schrijfopdracht (12 min, in stilte)
- Iedereen klaar? Lever je blaadje bij mij in. 
- Uitleg en LessonUp quiz pronouns + question words. 
- Aan de slag met de opdrachten (wat niet af is is huiswerk voor volgende week)



Slide 1 - Diapositive

Lesson goals
At the end of this lesson

  • I can write about my daily routine
  • I know how to use personal pronouns and question words in a sentence



 

Slide 2 - Diapositive

Let's write!
1. Hoe laat word je wakker 's ochtends?
2. Wat doe je net nadat je wakker wordt?
3. Wat eet je voor ontbijt?
4. Hoe ga je naar school? (op de fiets, lopend, auto)
5. Wat doe je na school?
6. Wat doe je 's avonds?
7. Hoe laat ga je naar bed?

Eerder klaar? Vertel dan nog meer over je dagelijkse routine en verzin zelf zinnen erbij. 
Daar ook mee klaar? Maak dan de opdrachten: 1 t/m 5 op blz. 44 - 45 en opdrachten 11 t/m 18 op blz. 48 - 51
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Personal pronoun als onderwerp

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Now grab your phones!
And login to lessonup.app

Slide 7 - Diapositive

Name some question words

Slide 8 - Carte mentale

Question words

Who                  Which                What
When               Where                 Why               How

Slide 9 - Diapositive

personal pronoun.
Can you call _____ (hem)?

A
her
B
him
C
me
D
he

Slide 10 - Quiz

A personal pronoun:
... is from Curacao. (zij)
A
she
B
they
C
he
D
we

Slide 11 - Quiz

personal pronoun:
... is cold outside.(het)
A
He
B
We
C
She
D
It

Slide 12 - Quiz

Personal pronouns

This is for (mij).
A
you
B
him
C
me
D
them

Slide 13 - Quiz


....... have you been?
A
Which
B
Who
C
What
D
Where

Slide 14 - Quiz


......... do you live with?
A
Who
B
When
C
Where
D
How much

Slide 15 - Quiz


........ is my bike?
A
Who
B
Where
C
Which
D
Why

Slide 16 - Quiz


..... can we study better?
A
how
B
who
C
which
D
why

Slide 17 - Quiz


..... colour do you like, blue or red?
A
how
B
who
C
which
D
why

Slide 18 - Quiz

Is het lesdoel behaald?
Ik weet nu hoe je personal pronouns (persoonlijke voornaamwoorden) gebruikt in een zin
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje

Slide 19 - Quiz

Is het lesdoel behaald?
Ik weet nu hoe je question words (vraagwoorden) gebruikt in een zin
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje

Slide 20 - Quiz

Now return your phones!
Into the phonebag.

Slide 21 - Diapositive

And now...
Maak opdrachten  55 t/m 59 op blz. 76 – 79 (seventy-six and seventy-nine)

Klaar? doe opdrachten 1 t/m 5 op blz. 44 - 45 (fourty-four and fourty-five) 

Zelfstandig werken -> fluisterniveau


Slide 22 - Diapositive

End of the lesson
1. Spullen opruimen (put away your things)
2. Blijven zitten en wachten tot de bel gaat (stay seated until the bell rings)
3. Stoel aanschuiven (pull in your chair)
4. Telefoons pakken (get your phones)
5. Bye, see you next lesson!

Slide 23 - Diapositive