PF3DIH bijeenkomst 1 AT 23-24

• Communicatie
• HBO
• Studiejaar 3

De zebra heeft een goed gehoor en een goede neus. En is een sociaal dier. Groot uithoudingsvermogen. 

PF3DIH

Bijeenkomst 1

Mariël Hidding

[e-mail]

06-38997231

'Als een bloem niet bloeit, repareer je de omgeving waarin hij groeit, en niet de bloem'

 Alexander Den Heijer

Bijeenkomsten

Bijeenkomst 1: Leeruitkomst, HGW & onderwijsbehoeften formuleren

Bijeenkomst 2: Adaptief onderwijs, 9 cellenmatrix, Differentiëren, Taxonomie van Bloom, MI

Bijeenkomst 3: Werkvormen en theorieën, Executieve functies, 21e-eeuwse vaardigheden, HGW                                   stap 3 & 4 eigen leerlingen & voorbeeldje rekenen.

Bijeenkomst 4: Rekenen (oa. rekendiadnostisch gesprek)

Bijeenkomst 5: Taalontwikkeling wetenschappelijk onderzoek (verdieping)

Bijeenkomst 6: Vervolg taalontwikkeling & vragen, feedback, voorbeelden, etc.

Inhoud bijeenkomst

Kennismaken

Wat weet je nog?

Doelen

Leeruitkomst bespreken 

Bijeenkomsten

HGW

Onderwijsbehoeften groep & individuele leerlingen

Opdracht voor volgende keer

Welk dier ben jij?

Wat weet je nog van DIH1&2?

Wat hoop je uit de bijeenkomsten te halen?

Doelen

• We hebben gekeken naar de uitgangspunten en de cyclus van Handelingsgericht Werken
• We hebben een begin gemaakt met het formuleren van onderwijsbehoefte(n) voor zowel de groep als een individuele leerling formuleren
• We hebben geoefend met de MM in de klas 

Leeruitkomst 

1. Afstemmen

-> HGW: 3 dagen afgestemd onderwijs verzorgen voor de gehele groep

2. Aan de slag

-> HGW: Twee individuele leerlingen uitkiezen   (1 taal, 1 rekenen)

Afstemmen (1)

1. Je toont aan de (didactische) onderwijsbehoeften van de groep in kaart te hebben gebracht en in de voorbereiding op jouw lesdagen zoveel mogelijk rekening te houden met deze onderwijsbehoeften van de groep.
2. De drie dagen zijn schriftelijk goed voorbereid (SMART doelen/bedoelingen, werkvormen en overgangen zijn beschreven) en sluiten aan bij de routines van de klas. Dit is dusdanig uitgewerkt dat jouw collega er ook mee aan de slag kan.
3. Je toont aan gevarieerd les te kunnen geven met afgestemde werkvormen en onderbouwt de keuzes die je hierin maakt.
   

Afstemmen (2)

• 4. Je toont aan dat je hebt geoefend met minimaal 3 (besproken/leerpad) theoretische inzichten in je handelen in de groep.
• 5. Je toont aan dat je aansluit bij de basisbehoeften relatie, competentie en autonomie op basis van de 9-cellenmatrix van Luc Stevens.
  
• 6. De drie dagen zijn door de begeleider (mentor/coach) met behulp van de kijkwijzer beoordeeld als voldoende.
  

Aan de slag (1)

- 2 kinderen: taal en rekenen > onderwijsbehoeften gericht op didactiek

- Doorlopen cyclus HGW: 4 stappen rekenleerling, 2 stappen taalleerling

Aan de slag (rekenen(1))

1. Je voert en filmt een diagnostisch gesprek met een leerling met aantoonbare rekenproblemen of met een sterke rekenaar. Het gesprek is open en leidt tot een heldere diagnose van de rekenproblemen/rekenbehoeften. Je zet het juiste materiaal (werkblad/rekenmateriaal/model) in en je hebt een balans tussen hierop sturen en de leerling laten kiezen.
   
2. Naar aanleiding van het gesprek formuleer je de diagnose (op welk niveau functioneert de leerling) en formuleer je didactische onderwijsbehoeften die passend bij de stagnaties van de leerling. Dit onderbouw je met het handelingsmodel en hoofdfasemodel (vanaf groep 3) of de leerlijn tellen (tot groep 3). (A)
   

Aan de slag (taal)

1. Je toont aan dat je de eerste twee stappen van handelingsgericht werken toe kunt passen bij een leerling die op taalgebied extra ondersteuning nodig heeft. Je hebt relevante informatie geraadpleegd en stagnaties binnen de taalontwikkeling gesignaleerd. (T)
   
2. Je formuleert en onderbouwt de didactische onderwijsbehoeften passend bij de gesignaleerde stagnaties van de leerling. (A)                                                Dit onderbouw je uiteraard met passende literatuur!

Aan de slag (rekenen(2))

1. Je geeft een bruikbaar advies voor het rekenen in het komende blok. Je onderbouwt met literatuur welke stappen je zet op gebied van didactisch handelen. Hierbij toon je aan jouw handelen af te stemmen op de onderwijsbehoefte van de leerling, op basis van vakliteratuur. (T)
2. Je gaat met je interventie aan de slag en volgt het handelen van de leerling. Indien nodig pas je jouw handelen tussentijds aan. Hierbij voeg je beeldmateriaal toe van jouw begeleiding. (E)
3. Je beschrijft het resultaat van de interventie op de leerling. Je reflecteert op de interventie en jouw eigen handelen. Je geeft een advies voor de toekomst en onderbouwt dit met literatuur. (E)

Handelingsgericht werken

Handelingsgericht werken

Aanbod van onderwijs afstemmen op onderwijsbehoeften (aan de hand van kindkenmerken) en basisbehoeften van leerlingen.

 HGW

Deze cyclus is een hulpmiddel om de zorg op groepsniveau en individueel concreet te maken. Op groepsniveau benoemt de leerkracht de onderwijsbehoeften van de leerlingen in zijn groep in een groepsplan. De leerkracht doet dit ook op individueel niveau voor de leerlingen die extra begeleiding nodig hebben.

fase 1: waarnemen

Wat kun je allemaal aan data verzamelen bij deze stap? Denk aan harde/zachte data

Fase 1 Waarnemen; Welke informatie moet je minimaal verzamelen?

- Ecologie in kaart

Ecologisch model van de leerling

- Sociaal-emotionele ontwikkeling

- Didactische gegevens

Gemaakt werk in de klas

Methodetoetsen

Cito

- Eerder geformuleerde onderwijsbehoeften

Ecologische pedagogiek is basis van principes van handelingsgericht werken.

Fase 2: begrijpen; Onderwijsbehoeften

- oplossingsgericht: niet denken in problemen, maar: wat kan er wel? 

- op zoek naar het meest passende onderwijs 

- afstemming: waar en hoe kun je het verschil maken voor het kind 

- kennis en ervaring benutten van alle betrokkenen

observeer! praat & luister (ook met jonge kinderen!!!!) 

Onderwijsbehoeften

• Onderwijsbehoeften zijn altijd doelgericht en gericht op actie: van je huidige situatie naar het te behalen doel. 
• Feitelijk creëren de doelen die we stellen de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Een behoefte is op een zeker moment dus ook eindig omdat het doel behaald is.

Onderwijsbehoeften geven aan wat een leerling nodig heeft om een doel te bereiken, los van labels. Nagaan wat de onderwijsbehoeften zijn van de leerlingen in de klas biedt ons de mogelijkheid om een zicht te krijgen op de overeenkomsten en de verschillen in de klas. Vervolgens kunnen we de verbinding leggen: zijn er meer leerlingen die baat hebben bij die aanpak? Of wat essentieel is voor de individuele leerling, is meestal ook gunstig voor de andere leerlingen (Pameijer et al., 2018). Het in beeld brengen van de noden kan je dus als leerkracht concrete handvatten geven om om te gaan met de diversiteit in je klas. 

Dus:

1) Welk doel streef je samen met een leerling na?

2) Wat geeft de leerling aan nodig te hebben om dit doel te bereiken?

(Benut daarbij vooral de stimulerende factoren en dat wat je weet door observatie van en in gesprek met de leerling.)

Interpreteren verzamelde data. Wat haal je hier uit? Wat valt jou op?

2. Wat heeft deze leerling nodig om dit doel te bereiken?

• Verplaats je als leraar in het perspectief van deze leerling. Wat zou deze leerling mij dan vragen om dit doel te kunnen bereiken? Wat betekent dit voor mij als leraar? Wat betekent het voor de groepsgenoten en de ouders? 
• Ter ondersteuning gebruiken we zogenaamde 'hulpzinnen': Deze leerling heeft behoefte aan....(.. een instructie die..., opdrachten die..., een leerkracht die...., (leer)activiteiten of taken die..., etc.)
  

Deze informatie kan ook ingezet worden bij het werken met coöperatieve werkvormen. Het Mickey Mouse model kan je hierbij helpen.

Voorbeeld Mickey Mouse (MM)

1. De leerkracht deelt kinderen eerst zelf in, in een lege MM (A3)
2. Tekent daarna een lege MM met stoepkrijt op het plein en laat kinderen zichzelf indelen: in het hoofd (ik kan het nog niet), linker oor (ik kan het nog lang niet), linker oorbel (ik kan het helemaal nog niet), rechter oor (ik kan het al bijna) en rechter oorbel (ik kan het al). 
3. Kinderen in de rechter oorbel kunnen daarna kiezen: ’ik wil iets moeilijkers leren’ of ‘ik wil een ander kind helpen’. Kinderen die een ander willen helpen, koppelen aan de kinderen in het linker oor of de linker oorbel (wat beste match lijkt)

Deze groep heeft behoefte aan....

Onderwijsbehoeften: casus

• Onderstreep of markeer: welke informatie over deze groep neem je mee bij het ontwerpen, plannen en uitvoeren van onderwijs? 

• Welke onderwijsbehoeften heeft (het merendeel van) deze groep? 

Voorbereiden/meenemen volgende bijeenkomst

Onderwijsbehoeften van jouw eigen groep/jouw leerling:

• Omschrijf jouw groep of jouw leerling in 5 regels 
  
• Beschrijf 3 verschillende (didactische) onderwijsbehoeften voor jouw groep/leerling 
  
• Wat doe je nu al om hieraan tegemoet te komen? 

De groep heeft een leeromgeving nodig die uitnodigt tot het zelf nemen van initiatieven.

De groep heeft een werkwijze nodig die gestructureerd is en duidelijk maakt wanneer zij aan de beurt zijn.

De groep heeft een leerkracht nodig die ruimte maakt voor vragen.

De groep heeft duidelijke routines en regels nodig.

De groep heeft een rustige omgeving nodig tijdens het eten.

De groep heeft klasgenoten nodig die elkaar uitdagen en stimuleren tot samenwerken.

De groep heeft een leerkracht nodig die duidelijke eisen stelt aan het samenwerken en deze naleeft.

volgende bijeenkomst

Adaptief onderwijs 

Basisbehoeften (9 cellenmatrix)

Differentiëren

Taxonomie van Bloom

Meervoudige intelligentie

Deze bijeenkomst in 1 woord
samengevat