diagnostische toets H1

diagnostische toets H1
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

diagnostische toets H1

Slide 1 - Diapositive

naam
nummer
naam
nummer
Khawla Abbassi
1
Farzana Kadir
15
Toka Al-tamini
2
Ihsan Kamphuis
16
Lamees Albaydany
3
Manuela Karsten
17
4
Tess Kouwen
18
Kingston Bagate
5
Isabel Lubberts
19
Yousra Ben Haj Fredj
6
Janilla Lucas
20
Hailey Bernadina
7
Melody Mielatz
21
8
Kenji van Putten
22
Leon Boes
9
Faylin van der Ree
23
Adam Bosma
10
Samira Seuters
24
Amaana El Boudouhi
11
Roushdi Soulimani
25
Hamza El Kadiri
12
Django Visser
26
Mirjam de Groot
13
Kyara Volkers
27
Lara Kader
14
Batuhan Yörükoglu
28

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Praktische opdracht inleverdatum 20-11 om 8.00 uur.
  •  Diagnostische toets H1.1 t/m 1.4.
  • Uitwerken leerdoelen.
  • Maken H1.5

Slide 3 - Diapositive

Diagnostische toets
  • Ga naar lessonup.app
  • Vul de code in.
  • Geef je eigen voornaam op.
  • Geen telefoon? Dan maak je de toets op papier.

Slide 4 - Diapositive

Er waren voor 1600 verschillende vorsten, sultans en koningen in Indonesië. Dit is een voorbeeld van een....
A
Cultureel kenmerk
B
Economisch kenmerk
C
Politiek kenmerk
D
Religieus kenmerk

Slide 5 - Quiz

Indonesië was voor 1600 voor een deel islamitisch, voor een deel hindoestaans en deel had natuurgodsdiensten. Dit is een voorbeeld van een...
A
Cultureel kenmerk
B
Economisch kenmerk
C
Politiek kenmerk
D
Natuurlijk kenmerk

Slide 6 - Quiz

Voor 1600 waren de meeste inwoners van Indonesië....
A
handelaar
B
ambachtsman
C
soldaat
D
boer

Slide 7 - Quiz

Rond 1520 kwam ontstond het Sultanaat Atjeh in het noorden van Sumatra. Atjeh werd een....
A
Christelijke staat
B
Islamitische staat
C
Boeddhistische staat
D
Hindoeïstische staat

Slide 8 - Quiz

In Atjeh kon je voor 1600 vooral de invloed zien van kooplieden uit...
A
China
B
Europa
C
India
D
Arabië

Slide 9 - Quiz

Welk Europees land wist als eerste de route naar Azië?
A
Nederland
B
Spanje
C
Groot Brittannië
D
Portugal

Slide 10 - Quiz

In welk jaar werd de VOC opgericht?
A
1502
B
1602
C
1702
D
1802

Slide 11 - Quiz

"Het alleen recht voor één bedrijf om handel te voeren in een bepaald gebied"
A
Handelsmonopolie
B
Modern imperialisme
C
Kapitalisme
D
Kolonialisme

Slide 12 - Quiz

Met welk doel werd de VOC opgericht.
A
Minder concurrentie en hogere prijzen voor specerijen.
B
Meer concurrentie en hogere prijzen voor specerijen.
C
Minder concurrentie en lagere prijzen voor specerijen.
D
Meer concurrentie en lagere prijzen voor specerijen.

Slide 13 - Quiz

Van welk recht maakt de VOC hier gebruik: "Batavia werd als basis voor de VOC gebruikt en er werd een fort gebouwd met huizen".
A
Het recht om oorlog te voeren.
B
Het recht om alleen te handelen.
C
Het recht om verdragen te sluiten.
D
Het recht om koloniën te stichten.

Slide 14 - Quiz

In 1798 gaat de VOC failliet. Wat gebeurt er met de bezittingen en schulden van de VOC?
A
Die worden aan een ander bedrijf verkocht.
B
Die worden van de Nederlandse Staat.
C
Die worden aan de Indonesiërs gegeven.
D
Die worden aan Soekarno gegeven.

Slide 15 - Quiz

Welk oorzaak van Modern Imperialisme wordt bedoeld: "Volgens Nederland konden de inheemsen zichzelf niet besturen."
A
Grondstoffen
B
Racisme
C
Aanzien
D
Afzetmarkt

Slide 16 - Quiz

Welk oorzaak van Modern Imperialisme wordt bedoeld: "Nederland had de producten uit haar kolonie nodig".
A
Grondstoffen
B
Racisme
C
Aanzien
D
Afzetmarkt

Slide 17 - Quiz

"Pacificatie" is een ander woord voor:
A
Vrede brengen.
B
Je godsdienst verspreiden.
C
Gebieden veroveren.
D
Handelen.

Slide 18 - Quiz

Welke belangrijke verandering werd in 1830 in Nederlands Indië ingevoerd?

A
Het liberalisme
B
Het Cultuurstelsel
C
De Vrije Arbeid
D
De Ethische Politiek

Slide 19 - Quiz

Welk deel van de grond moesten inheemse boeren beschikbaar stellen aan de Nederlanders?
A
1/5 dus 20%
B
1/3 dus 33%
C
1/10 dus 10%
D
Dat lag aan de vruchtbaarheid van het land.

Slide 20 - Quiz

Hoe heet het boek dat veel kritiek had op het Cultuurstelsel
A
Max Havelaar
B
De prijs van peper.
C
Eduard Douwe Dekkers
D
Multatuli

Slide 21 - Quiz

Welke politieke stroming heeft in Nederland succesvol kritiek op het cultuurstelsel?
A
Protestantse
B
Socialistische
C
Katholieke
D
Liberale

Slide 22 - Quiz

Hoe heet het systeem dat er na het cultuurstelsel in Nederlands Indië komt?
A
Vrije Arbeid
B
Koelies
C
Contractarbeiders
D
PNI

Slide 23 - Quiz

De contractarbeiders moesten zich aan hun contract houden, anders waren ze strafbaar.
A
Strafrecht
B
Koelieordonnantie
C
Pacificatie
D
Contractbreuk

Slide 24 - Quiz

Na 1900 wordt er anders gedacht over de inheemse bevolking. Dit komt door de....
A
Ethische politiek
B
Nationalisme
C
Volksraad
D
Vrije Arbeid

Slide 25 - Quiz

Wat had invloed op het nationalistisch denken van de inheemse bevolking?
A
De overwinning van Japan op de Russen in 1905.
B
Het verschil in onderwijs na 1900.
C
De aanleg van infrastructuur.
D
Oprichting van de Volksraad.

Slide 26 - Quiz

Wat zorgde ervoor dat Nederland niet kon samenwerken met het PNI?
A
PNI wilde niet met Nederland samenwerken.
B
De PNI was verboden door Nederland.
C
Nederland vond de PNI minderwaardig.
D
De PNI had bijna geen aanhangers.

Slide 27 - Quiz

Wat betekent "interneren"?
A
Hulp bieden.
B
Onderwijs geven.
C
Opsluiten in kampen.
D
Vermoorden.

Slide 28 - Quiz

Op welk moment viert Indonesië haar onafhankelijkheid?
A
20 november 1949
B
5 mei 1945
C
15 augustus 1945
D
11 november 1918

Slide 29 - Quiz

Waarom waren de pemoeda's gevaarlijk voor de Nederlanders?
A
Ze wilden alle blanken weg hebben.
B
Ze waren helemaal geen gevaar.
C
Ze wilden geen zaken meer met blanken doen.
D
Ze wilden de macht houden.

Slide 30 - Quiz

De Indonesiërs voerden snelle aanvallen uit op de Nederlanders, en ze waren niet te herkennen als soldaten.
A
Politionele Actie
B
Oorlogsmidaad
C
Interneren
D
Guerrilla

Slide 31 - Quiz

Welke groepen hadden veel invloed op het onafhankelijk worden van Indonesië.
A
VS en Liberalen
B
VS en VN
C
VS en socialisten
D
VN en Liberalen

Slide 32 - Quiz

naam
nummer
naam
nummer
Khawla Abbassi
1
Farzana Kadir
15
Toka Al-tamini
2
Ihsan Kamphuis
16
Lamees Albaydany
3
Manuela Karsten
17
4
Tess Kouwen
18
Kingston Bagate
5
Isabel Lubberts
19
Yousra Ben Haj Fredj
6
Janilla Lucas
20
Hailey Bernadina
7
Melody Mielatz
21
8
Kenji van Putten
22
Leon Boes
9
Faylin van der Ree
23
Adam Bosma
10
Samira Seuters
24
Amaana El Boudouhi
11
Roushdi Soulimani
25
Hamza El Kadiri
12
Django Visser
26
Mirjam de Groot
13
Kyara Volkers
27
Lara Kader
14
Batuhan Yörükoglu
28

Slide 33 - Diapositive

Aan het werk.
  • Uitwerken leerdoelen.
  • Maken paragraaf 1.5 

Slide 34 - Diapositive