7.5 Moleculaire stoffen, molecuulmassa en massapercentage

7.5
Moleculaire stoffen, molecuulmassa en massapercentage
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

7.5
Moleculaire stoffen, molecuulmassa en massapercentage

Slide 1 - Diapositive

Plan van deze les:
Bespreken van 7.4
Uitleg over naamgeving moleculen
Toepassen van kennis
Uitleg over molecuulmassa
Toepassen van kennis
Uitleg over massapercentage 
Toepassen van kennis

Slide 2 - Diapositive

Bespreken HW
Wat: moeilijke vragen bespreken
Hoelang? 10 minuten


Geen vragen over het HW? ---->
 Doe de V-trainer van 7.4 online en wees stil
Tip: gebruik pen en papier + binas en of boek
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Moleculen, molecuulmassa, massapercentage

  • Naamgeving moleculen
  • Molecuulmassa en moleculair verbindingen
  • Molecuulmassa van ionaire verbindingen
  • Massapercentage van een element in een verbinding

Slide 4 - Diapositive

Naamgeving ionaire stoffen
  • Altijd alleen de twee namen van de ionen achter elkaar zetten
  1. eerst het metaal
  2. dan het niet-metaalion

bv.                     Na = natrium, Cl = chloride         dus:   natriumchloride
                           Na = natrium, O = oxide               dus:   natriumoxide

GEEN telwoorden gebruiken
Tekst
Na2O
NaCl

Slide 5 - Diapositive

Zouten

Bestaan uit niet-metalen en metalen

Ionaire verbinding

In naamgeving
romeinse cijfers (I, II, III, IV, V ....)
alléén voor een lading
bv ijzer(III)oxide
(             )
Moleculaire stoffen

Bestaan uit alleen niet-metalen 


Moleculaire verbinding

In naamgeving
mono, di, tri, tetra, penta, hepta.....
Fe2O3

Slide 6 - Diapositive

Naamgeving moleculaire stoffen
  • de naam begint met hoeveel atomen van de eerste soort, gevolgd door het aantal atomen van de tweede soort enz. 
  • b.v. difosforpentaoxide (P2O5)
  • moleculaire stoffen bevatten nooit metaalatomen (ionaire binding/zout wel)!


Slide 7 - Diapositive

Naamgeving moleculaire stoffen
  • de naam begint met hoeveel atomen van de eerste soort, gevolgd door het aantal atomen van de tweede soort enz.
b.v.    difosforpentaoxide   (            )

  • moleculaire stoffen bevatten nooit metaalatomen
  • Als het het eerste molecuul er 1 keer is noteren we geen mono.
b.v. het is koolstofmono-oxide  (CO) en niet monokoolstofmonooxide
  • Namen eindigen bijna altijd op -ide
b.v.  HCl = waterstofchloride en niet waterstofchloor

P2O5

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

SO3
Zwaveltrioxide

Slide 13 - Diapositive

N2O3
distikstoftrioxide

Slide 14 - Diapositive

Een moleculaire stof bestaat uit..
A
niet-metaal atomen
B
metaal-atomen
C
niet metaal atoom en een metaal atoom
D
uit atomen

Slide 15 - Quiz

Welke stof is geen moleculaire stof?
A
H2O
B
C6H12O6
C
Fe2O3
D
CO

Slide 16 - Quiz

De molecuulbinding zit...
A
Tussen atomen en moleculen.
B
Tussen atomen in moleculen.
C
In moleculen.
D
Tussen moleculen.

Slide 17 - Quiz

Wat is de naam van
SO3
A
monozwaveltri-oxide
B
zwavelmono-oxidetri
C
zwaveloxide
D
zwaveltri-oxide

Slide 18 - Quiz

Wat is de naam van


PCl3(g)
A
fosforchloride
B
fosfortrichloride
C
monofosfortrichloride
D
trifosformonochloride

Slide 19 - Quiz

Wat is de naam voor
C2S4
A
koolstofsulfide
B
koolstofzwavel
C
dikoolstoftetrazwavel
D
dikoolstoftetrasulfide

Slide 20 - Quiz

Hoe heet deze stof:

H2S

Slide 21 - Question ouverte

Wat is de formule van ethanol?
A
C2H6O
B
C6H12O6
C
C3H8O
D
C4H10

Slide 22 - Quiz

Hoe heet deze stof:

P2O5

Slide 23 - Question ouverte

Tot welke stoffen hoort
?
C8H18
A
elementen
B
niet-metalen
C
moleculaire stoffen
D
ionaire stoffen

Slide 24 - Quiz

Wat is de rationele naam van

CO2
A
koolstofmonozuurstof
B
koolstofdizuurstof
C
koolstofmonooxide
D
koolstofdioxide

Slide 25 - Quiz

Wat is de rationele naam van

SO3
A
Zinktetraoxide
B
Zinktrioxide
C
Zwaveltetraoxide
D
Zwaveltrioxide

Slide 26 - Quiz

Wat is de rationele naam van

N2O3
A
distikstoftrioxide
B
dinatriumtrioxide
C
distikstoftetraoxide
D
dinatriumtetraoxide

Slide 27 - Quiz

Geef de molecuulformule van koolstoftetrachloride
gebruik geen subscript
timer
1:30

Slide 28 - Question ouverte

Molecuulmassa
De molecuulmassa is de massa van alle atomen bij elkaar

Slide 29 - Diapositive

Massa
  • Alles heeft massa...
  • 1 proton heeft als massa 1u

  • 1u:  1,672.623.1 × 10−27 kg

  • 0,000000000000000000000000001672..... kg

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Atoommassa's
H: 1,0 u
H: 1,0 u
O: 16,0 u
---------------+
Molecuulmassa
=  18 u

Slide 32 - Diapositive

Relatieve molecuulmassa
relatieve atoommassa

de eenheid u wordt bij relatieve massa's weggelaten
bij de relatieve molecuulmassa van water kun je dus zeggen: 
Mr water =18,0

Slide 33 - Diapositive

massa van zouten en ionen

Een zout is geen molecuul, een ion is geen atoom

Maar je berekent de massa wel op dezelfde manier

Slide 34 - Diapositive

Massa KBr
Massa K+                                    = 39 u
Massa Br -                                  = 80, 0 u
------------------------------------------  +
'molecuulmassa' (M) KBr     = 119,0 (u)

Slide 35 - Diapositive

Wat is de massa van het molecuul koolstofdioxide
A
40 u
B
44 u
C
46 u
D
34 u

Slide 36 - Quiz

Wat is de massa van het molecuul
glucose
C6H12O6

Slide 37 - Question ouverte

Nu zelf aan de slag
Maak opdrachten: 1 tm 7

Ben je klaar? Lees: massapercentage en maak vraag 8 tm 10
timer
10:00

Slide 38 - Diapositive

ionen bingo

Slide 39 - Diapositive

Massapercentage
hoe bereken je een percentage bij economie?

Slide 40 - Diapositive

Percentage berekenen
Algemeen:   
      deel / geheel * 100% = percentage

Scheikunde:
massa van element / massa van molecuul (M) * 100 %= massapercentage

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Massapercentage waterstof
Bereken het massapercentage waterstof in water (H2O)

massa van het element (waterstof) = 2 * 1,0 = 2,0
Mr H2O = 18,0

massapercentage waterstof in water:
2,0 / 18,0 * 100% = 11,1  massa%

Slide 43 - Diapositive

Massapercentage waterstof
Verhoudingstabel terug rekenen naar 1







H2O
H

Slide 44 - Diapositive

Massapercentage waterstof
Verhoudingstabel







H2O
H

Slide 45 - Diapositive

Geef de formule voor het berekenen van het massapercentage

Slide 46 - Question ouverte

Wat is het massapercentage van fosfor in
P2O5

Slide 47 - Question ouverte

Kennis toepassen
Maak vraag 1 tm 10 van 7.5

Daarna:
Lezen van 7.6 - Chemisch rekenen
timer
10:00

Slide 48 - Diapositive

Bereken het massapercentage van O in
C9H8O4

Slide 49 - Question ouverte

Bereken het massapercentage koper in kopersulfaat

Slide 50 - Question ouverte