Tekens van mensen (les 14)

• Verkeer
• Basisschool
• Groep 7

Verkeerstekens van mensen

In deze les leer je

Welke tekens verkeersdeelnemers geven.

Waarom het belangrijk is om je hand uit te steken.

Wat autobestuurders met hun lichten bedoelen.

De afspraken in het verkeer

In het verkeer kennen we veel afspraken. Als die afspraken er

niet zouden zijn, dan zouden er ongelukken kunnen gebeuren.

Deze afspraken worden weergegeven met tekens. Als je die

tekens herkent, weet je wat je moet doen in het verkeer.

Zo kun je veilig over straat lopen of fietsen.

Welke tekens kennen jullie al?

Wanneer moet je je hand uitsteken in het verkeer?

1. Als je afslaat.
2. Als je rechtdoor rijdt.
3. Als je moet stoppen
4. Als je iemand inhaalt.

Als je links afslaat, steek je je linkerhand uit.

1. waar
2. niet waar

Als je door de bocht fietst moet je beide handen aan het stuur houden.

1. waar
2. niet waar

Als je rechtdoor wilt, steek je je hand vooruit.

1. waar
2. niet waar

Je kunt je bel gebruiken om anderen te waarschuwen. Wanneer is het niet nodig om te bellen?

1. Als je vrienden ziet en ze wil begroeten.
2. Je ander fietsers laat weten dat je eraan komt.
3. Je andere fietsers laat weten dat je gaat inhalen.

Wat betekent dit gebaar?

1. Dat je voor mag gaan.
2. Dat je moet stoppen.

Deze auto heeft
het knipperlicht aan.
Dit betekent?

1. Dat hij je ziet.
2. Dat hij rechtdoor gaat.
3. De auto slaat rechtsaf.
4. De auto slaat links af.

Deze auto heeft
het knipperlicht aan.
Dit betekent?

1. Dat hij je ziet.
2. Dat hij rechtdoor gaat.
3. De auto slaat rechtsaf.
4. De auto slaat links af.

Welke lichten branden hier?

1. koplampen
2. achteruitrijlichten
3. knipperlichten
4. remlichten

Welke lichten branden hier?

1. koplampen
2. achteruitrijlichten
3. knipperlichten
4. remlichten