§8.1 Bloed

H8 Bloed
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H8 Bloed

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
-Dagopening
-Terugblik H7 (huiswerk en practicum)

-Start 8.1

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk was
-Maak van paragraaf 7.5 de opdrachten 9, 11, 12, 13, 14 en 15

-Kijk heel 7.5 na
-Schrijf op welke vragen je nog hebt over 7.5

Practicum
(indicator)



Slide 3 - Diapositive

Paragraaf 8.1 Bloed

Slide 4 - Diapositive

Startopdracht
Werkboek blz 68
en werkblad op blz. 159. 
timer
10:00

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kan uitleggen waar bloed uit bestaat.
2. Je kan uitleggen hoe bloed stoffen vervoert.
3. Je kan uitleggen wat er verandert bij inspanning van je lichaam.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

0

Slide 8 - Vidéo

Paragraaf 8.1 Bloed

Slide 9 - Diapositive

Vandaag
- 8.1 vervolg

Slide 10 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kan uitleggen waar bloed uit bestaat.
2. Je kan uitleggen hoe bloed stoffen vervoert.
3. Je kan uitleggen wat er verandert bij inspanning van je lichaam.

Slide 11 - Diapositive

Waaruit bestaat bloed?
Bloedplasma
Bloedcellen
Bloedcellen zijn:
-Rode bloedcellen
-Witte bloedcellen
-Bloedplaatjes

Slide 12 - Diapositive

Rode bloedcellen
Vervoeren zuurstof door je lichaam
Zuurstof hecht vast aan hemoglobine
Hemoglobine is een rode kleurstof in de rode bloedcellen

Slide 13 - Diapositive

Witte bloedcellen
Bestrijden ziekteverwekkers
Witte bloedcellen type 1: Eten de ziekteverwekkers op (vreetcellen)
Witte bloedcellen type 2: Maken afweerstoffen (antistoffen)

Slide 14 - Diapositive

Type 1
Type 2

Slide 15 - Diapositive

0

Slide 16 - Vidéo

Bloedplaatjes
  • Zorgen dat wondjes dichtgaan
Hoe dan?
1. Bloedplaatjes gaan stuk (au!)
2. Er komt een stof uit de bloedplaatjes
3. Fibrinogeen verandert in fibrinedraden.
4. Er ontstaat een netwerk van fibrinedraden. 
5. Rode bloedcellen blijven vastzitten en verstoppen de wond.

Slide 17 - Diapositive

Bloedstolling

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Rode beenmerg
Bloedcellen zijn na een paar maanden versleten
Je lichaam maakt dus constant nieuwe bloedcellen aan
Dit gebeurt in het rode beenmerg

Slide 20 - Diapositive

Nu
Maak bij 8.1 opdracht 4 t/m 8 en 10
timer
8:00

Slide 21 - Diapositive

Hoe vervoert het bloed stoffen?
Je bloed neemt stoffen op, vervoert die stoffen, en geeft ze ergens anders weer af.

Opname en afgifte van stoffen gebeurt in heel dunne bloedvaatjes: de haarvaten.

Slide 22 - Diapositive

Transport via bloedplasma
Het bloedplasma vervoert bijna alle stoffen in je lichaam. De stoffen zijn opgelost in het bloedplasma, net als suiker in thee.
 
Voorbeelden: Glucosedeeltjes, vitaminen, mineralen, hormonen, antistoffen en afvalstoffen (zoals koolstofdioxide = CO2)

Slide 23 - Diapositive

Transport via rode bloedcellen

Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.
Dit gebeurt met behulp van hemoglobine
Zuurstof bindt zich vast aan de hemoglobine en laat ergens anders weer los.


Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Bloedarmoede
Rode bloedcellen bevatten te weinig hemoglobine.
Je wordt snel moe, want er kan minder zuurstof vervoerd worden.
Organen krijgen dus minder zuurstof.
Bloedarmoede kan ontstaan door een tekort aan ijzer.

Slide 27 - Diapositive

Wat verandert er bij inspanning?
Tijdens het sporten werken allerlei organen sneller.
Hiervoor is meer energie nodig.
Om meer energie te krijgen is er meer verbranding nodig.

Slide 28 - Diapositive

Verbranding
Waarom brengt je bloed glucose (via bloedplasma) en zuurstof (via je rode bloedcellen) naar je cellen?
Omdat je cellen deze twee stoffen nodig hebben voor de verbranding!

Slide 29 - Diapositive

Formule verbranding
Zeer belangrijk! Uit je hoofd kennen.

Slide 30 - Diapositive

Voldoende glucose
Tijdens het sporten gaat het glucosegehalte in het bloed omlaag.

Aanvullen vanuit de 'reserves' namelijk: glycogeen.
Hormonen: Adrenaline & Glucagon zetten het glycogeen om in glucose.

Slide 31 - Diapositive

Voldoende zuurstof
Ook zuurstof heb je meer nodig tijdens het sporten.
Zuurstof vul je aan door tijdens het sporten sneller te ademen.
Ook je hart gaat sneller kloppen, waardoor je bloed sneller gaat stromen.
Als het bloed sneller stroomt, krijgen de spieren sneller meer zuurstof.

Slide 32 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kan uitleggen waar bloed uit bestaat.
2. Je kan uitleggen hoe bloed stoffen vervoert.
3. Je kan uitleggen wat er verandert bij inspanning van je lichaam.

Slide 33 - Diapositive

Nu
Lees paragraaf 8.1 en bestudeer de bronnen.
Maak bij 8.1 opdracht 4 t/m 8 en 10, 12, 13, 15, 16, 18, 19, 20
timer
13:00

Slide 34 - Diapositive


Hoe noemen we de gelige vloeistof in het bloed?

Slide 35 - Question ouverte


Wat is de taak van rode bloedcellen?

Slide 36 - Question ouverte


Op welke 2 manieren kunnen witte bloedcellen ziekteverwekkers bestrijden?

Slide 37 - Question ouverte


Welk woord hoort bij "bloedplaatjes"?
A
Zuurstof
B
Bloedstolling
C
Antistoffen
D
Hemoglobine

Slide 38 - Quiz


Wat is er aan de hand bij bloedarmoede?
A
Te weinig bloed
B
Veel bloed verloren (wond)
C
Te weinig bloedplasma
D
Te weinig hemoglobine

Slide 39 - Quiz

Rode bloedcellen
Bloedplasma
Bloedplaatjes
Witte bloedcellen
Zorgen voor bloedstolling
Bestrijden ziekteverwekkers
Vervoeren zuurstof met behulp van Hemoglobine
Vervoert stoffen zoals vitaminen, hormonen, Co2 etc.

Slide 40 - Question de remorquage


Welke 2 hormonen spelen een rol bij glycogeen omzetten naar glucose?

Slide 41 - Question ouverte

Nu en huiswerk
-Lees blz 42, 43 en 44
-Maak van paragraaf 8.1 de opdrachten: 4 t/m 10 

Slide 42 - Diapositive