Lijdende en bedrijvende vorm

De vorige keer
Hebben we het gehad over:
Nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden.
Waarbij nevenschikkende zinnen bestaan uit twee hoofdzinnen.
En onderschikkende zinnen bestaan uit een hoofdzin + een bijzin.

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De vorige keer
Hebben we het gehad over:
Nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden.
Waarbij nevenschikkende zinnen bestaan uit twee hoofdzinnen.
En onderschikkende zinnen bestaan uit een hoofdzin + een bijzin.

Slide 1 - Diapositive

Wat valt je op?

De jongen drinkt een blikje cola.


Een blikje cola wordt door de jongen gedronken.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze les:
  •  kan je benoemen of een zin in de bedrijvende of lijdende vorm staat.
  • plus:  je kunt een zin omzetten van een bedrijvende vorm naar een lijdende vorm.

Slide 3 - Diapositive

Waarom leer je dit?

Als je leert hoe je zinnen in de bedrijvende vorm schrijft, worden je teksten en berichten beter leesbaar.

(+ dit komt terug op de toets)

Slide 4 - Diapositive

Wat is het verschil?
1. De jongen drinkt een blikje cola.
2. Een blikje cola wordt door de jongen gedronken.

Zin 1 = bedrijvende vorm

Zin 2 = lijdende vorm

Slide 5 - Diapositive

Wat is het verschil?
1. De jongen drinkt een blikje cola.
2. Een blikje cola wordt door de jongen gedronken.

Zin 1 = bedrijvende vorm,
Het onderwerp (de jongen) doet iets.
Zin 2 = lijdende vorm
Met het onderwerp (een blikje cola) wordt iets gedaan.

Slide 6 - Diapositive

Lijdende vorm = altijd worden of zijn
Zinnen in de lijdende vorm gebruiken altijd een variant van worden of zijn in de zin.

Zin 1: Het gerecht wordt door de ober geserveerd.
Zin 2: De schoenen worden door Jasmijn gekocht.
Zin 3: De vakantie is door jouw verpest.

Slide 7 - Diapositive

De zinnen bedrijvend maken


Lijdende zin: Het gerecht wordt door de ober geserveerd.
Bedrijvende zin: 

Wie?

Slide 8 - Diapositive

De zinnen bedrijvend maken


Lijdende zin: Het gerecht wordt door de ober geserveerd.
Bedrijvende zin: De ober serveert het gerecht.

Slide 9 - Diapositive

De zinnen bedrijvend maken


Lijdende zin: De schoenen worden door Jasmijn gekocht.
Bedrijvende zin: 

Wie?

Slide 10 - Diapositive

De zinnen bedrijvend maken


Lijdende zin: De schoenen worden door Jasmijn gekocht.
Bedrijvende zin: Jasmijn koopt de schoenen.

Slide 11 - Diapositive

De zinnen bedrijvend maken


Lijdende zin: De vakantie is door jouw verpest.
Bedrijvende zin: 

Wie?

Slide 12 - Diapositive

De zinnen bedrijvend maken


Lijdende zin: De vakantie is door jouw verpest
Bedrijvende zin: Jij hebt de vakantie verpest.

Slide 13 - Diapositive

Waarom is deze zin anders?
Lijdende zin: De vakantie is door jouw verpest.
Foute bedrijvende zin: Jij verpest de vakantie.
Goede bedrijvende zin: Jij hebt de vakantie verpest.

Waarom?



Slide 14 - Diapositive

Waarom is deze zin anders?
Lijdende zin: De vakantie is door jouw verpest.
Foute bedrijvende zin: Jij verpest de vakantie.
Goede bedrijvende zin: Jij hebt de vakantie verpest.

Dat komt omdat de lijdende zin in de voltooide tijd staat. Dan moet je de bedrijvende zin ook in de voltooide tijd laten.

Slide 15 - Diapositive

Overzicht 
(staat ook in je boek)

Slide 16 - Diapositive

Opdrachten maken
Wat: Opdracht 5, 6 en 7 uit het lesboek, bladzijde 114 en 115.
Hoe:  Alleen en in stilte uitwerken in je schrift
Hulp: Vinger opsteken en ik kom langs
Tijd: 15 min
Uitkomst: Je hebt geoefend met lijdende en bedrijvende zinnen
Klaar: Steek je vinger op en je krijgt een nakijkblad

Slide 17 - Diapositive

Opdracht 5
1 lijdende vorm
2 bedrijvende vorm
3 bedrijvende vorm
4 lijdende vorm
5 lijdende vorm
6 bedrijvende vorm
7 lijdende vorm
8 lijdende vorm

Opdracht 6
1 In de laatste minuut maakte een invaller het winnende doelpunt.
2 Onze werkstukken zijn nog niet beoordeeld door de docent handvaardigheid.

Slide 18 - Diapositive

Opdracht 7
1 bedrijvend, vtt
Pas geleden zijn door onze buren zonnepanelen op hun dak aangelegd.

2 lijdend, ovt
Over de hele wereld volgde men de verkiezingen in dat land.

3 bedrijvend, vvt
Na een langdurig proces was de verdachte uiteindelijk door de rechter veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien jaar.

4 lijdend, vtt
Men heeft de beelden van die mislukte raketlancering inmiddels meer dan een miljoen keer bekeken.


5 lijdend, vvt
De politie had harde afspraken gemaakt met die hangjongeren om verdere overlast te voorkomen.

6 bedrijvend, ott
Over een uur worden door de politie op een persconferentie de voorlopige resultaten van het onderzoek bekendgemaakt.

7 bedrijvend, ovt
Tijdens hun staatsbezoek aan dat land werd door de koning en koningin een krans gelegd bij een monument voor oorlogsslachtoffers.

8 lijdend, ott
 Voor volgende week voorspellen de weerkundigen zeer wisselvallig weer met zware buien.

Slide 19 - Diapositive

Een taart wordt door mij gebakken.
A
BEDRIJVENDE VORM
B
LIJDENDE VORM

Slide 20 - Quiz

Ik geef mijn moeder bloemen.
A
BEDRIJVENDE VORM
B
LIJDENDE VORM

Slide 21 - Quiz

De kat vangt een muis.
A
BEDRIJVENDE VORM
B
LIJDENDE VORM

Slide 22 - Quiz

De boom wordt door mij nagetekend.
A
BEDRIJVENDE VORM
B
LIJDENDE VORM

Slide 23 - Quiz

Ik steek een kaars aan.
A
BEDRIJVENDE VORM
B
LIJDENDE VORM

Slide 24 - Quiz

Ik snap het verschil tussen een bedrijvende zin en een lijdende zin?
A
Ja
B
Nee, ik zou graag nog extra uitleg willen

Slide 25 - Quiz