Hoofdstuk 2 paragraaf 2

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2 

2MH - paragraaf 2 

Op mijn rekening staat €366. Ik krijg €600 salaris en ik geef €789 aan kerstcadeaus. Wat is mijn nieuwe saldo?

Begrippen paragraaf 1

Geldfuncties 

Ruilmiddel 

Spaarmiddel 

Rekenmiddel 

Wanneer je iets koopt 

Wanneer je geld bewaart om later uit te geven. 

Waneer je de waarde van iets in geld aangeeft.

Je koopt een croissantje bij de Jumbo

Een croissantje kost €1,25

Je legt je geld opzij i.p.v. dat je naar de Jumbo gaat.

Ruilmiddel

Spaarmiddel

Rekenmiddel

Sparen 

Geld nu niet uitgeeft maar bewaart voor later. 

Sparen voor een doel

Je wilt over een tijdje iets kopen waar je nu niet genoeg geld voor hebt. 

Sparen voor de rente

Van de bank krijg je rente over je spaargeld. 

Sparen uit voorzorg

Sparen zodat je geld achter de hand hebt voor onverwachte kosten. 

Rente

De rente die jij krijgt ontvang je op je spaarrekening. Zo groeit jouw spaarrekening elk jaar zonder dat jij daar iets voor doet.

Een vergoeding die je krijgt van de bank voor jouw spaarrekening.

Rente berekenen

Rentebedrag per jaar = spaarbedrag : 100 X percentage

Of 

Spaarbedrag X (percentage :100) 

Ik heb op mijn spaarrekening €3.000 staan. Ik krijg 5% rente. Hoeveel rente krijg ik na een jaar?

Ik heb op mijn spaarrekening €3.000 staan. Ik krijg 5% rente. Hoeveel geld heb ik op mijn rekening staan na 1 jaar?

Aan de slag 

Maken opgaven 13 t/m 27 

Of 

Maak een samenvatting van paragraaf 2 en maken opgaven 20 t/m 24