Week 46: unité 2, oh c'est bon!

Chapitre 2: oh, c'est bon!
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Chapitre 2: oh, c'est bon!

Slide 1 - Diapositive

Les plats français

Slide 2 - Carte mentale

Chapitre 2: oh, c'est bon!
  • Hoofdstuk 2 van eerste klas boek
  • Alleen digitaal, niet op papier 
  • Uitstapje vanwege de uitleg en het thema

Slide 3 - Diapositive

Les devoirs
  • Dagboekje: antwoord geven op vragen
  • Verbeteren: C + D
  • Maken 1 opdracht Francofolie en maken E + F
  • Verbuga: - er werkwoorden in de présent + passé composé
  • Slim standen: bron E + F

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

24d

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Werkwoorden die eindigen op -er
(maar niet aller)

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Diapositive

-ER werkwoord in de présent
  • je réserve                       ik reserveer
  • tu réserves.                   jij reserveert
  • il, elle réserve.             hij, zij reserveert
  • on réserve                     wij reserveren, men reserveert
  • nous réservons          wij reserveren
  • vous réservez             jullie reserveren, u reserveert
  • ils, elles réservent.   zij reserveren

Slide 10 - Diapositive

Ezelsbrug
Een eskimo eet ons ezeltje enthousiast

Slide 11 - Diapositive

Hoe zeg je: ik reserveer (réserver)
A
je réserve
B
je réserves
C
j'ai réservé
D
je réserver

Slide 12 - Quiz

Hoe zeg je: wij bestellen (commander)
A
elles commandent
B
ils commandent
C
vous commandez
D
nous commandons

Slide 13 - Quiz

Vertaal:
jullie reserveren

Slide 14 - Question ouverte

Hoe zeg je: ik heb gereserveerd
A
je réserve
B
je réserves
C
j'ai réservé
D
j'ai réserver

Slide 15 - Quiz

Zet in de passé composé:
ils mangent au restaurant

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Vidéo

Wat is 20 in het Frans?

Slide 18 - Question ouverte

Wat is 30 in het Frans?

Slide 19 - Question ouverte

Wat is 40 in het Frans?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is 50 in het Frans?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is 21?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is 33?

Slide 23 - Question ouverte