V3 Herhaling H3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 3: Kwadratische problemen

3.1:  Kwadratische vergelijkingen
3.2: Kwadraat afsplitsen
3.3: Kwadratische functies
3.4: Snijpunten en toppen 
3.5: de functie:
3.6: de functie: 

f(x)=a(x−d)(x−e)

f(x)=a(x−d)​2​​+q

Planning

Herhalen hoofdstuk 3
Oefenen met een aantal opgaven

Los op:

−2x​2​​+48=10x

−2x​2​​+48=10x

−2x​2​​−10+48=0

x​2​​+5x−24=0

x=8

V

x=−3

Los op:

7(x−1)​2​​+12=12

1. x = 0
2. x = 1
3. x = -1
4. x=0,85 of x=-0,85

Tekst

7(x−1)​2​​+12=12

7(x−1)​2​​=0

(x−1)​2​​=0

x−1=0

x=1

splits het kwadraat af:

x​2​​−100x−500

x​2​​−100x−500

(x−50)​2​​−2500−500

(x−50)​2​​−3000

Is deze functie een dal- of bergparabool?

−2x​2​​+6x−12

1. dalparabool
2. bergparabool

Gegeven is functie:
Bereken

f(x)=2x​3​​

f(−4)

Bereken de top van deze functie:

f(x)=−x​2​​+2x+10

1. (-1, 11)
2. (1, 13)
3. (1, 11)
4. (-1, 13)

Ziet de functie er zo uit?

Gebruik de formule:

−x​2​​+2x+10=0

f(x)=ax​2​​+bx+c

−​2a​​b​​

−​2⋅−1​​2​​

−​−2​​2​​=1

−1​2​​+2⋅1+10=11

(1,11)

wat zijn van f(x) de coördinaten van de snijpunten met de x-as?

f(x)=​2​​1​​(x−4)(x−8)

1. (4, 0) en (8, 0)
2. (4, 8)
3. (-4,0) en (-8, 0)
4. (-4, -8)

Verschuif de volgende functie 3 plekken naar links en 5 naar beneden, welke functie ontstaat er?:

−x​2​​+9

1. −(x−3)​2​​+4
2. −(x−3)​2​​+14
3. −(x+3)​2​​+14
4. −(x+3)​2​​+4

Wat is het coördinaat van de top?

−2(x+3)​2​​+6

Nu zelf aan de slag!

• Volgende les: oefentoets mee + af
• Je kunt oefenen in de herhaling, online oefentoets, D-toets, en gemengde opgaven