Medicatie toedienen via de longen

Medicatie toedienen via de longen
Inhalatie

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Medicatie toedienen via de longen
Inhalatie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De luchtwegen
De luchtwegen kunnen verdeeld worden in twee delen: de bovenste luchtwegen en de onderste luchtwegen. Onder de bovenste luchtwegen wordt verstaan: de neus, de keel en het strottenhoofd (boven de stembanden). Onder de onderste luchtwegen wordt verstaan: de luchtpijp, de bronchiën (luchtpijptakken) en de longblaasjes (longweefsel).


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Door toediening van medicijnen via de luchtwegen kan benauwdheid (ontstaan door irritatie of ontsteking) voorkomen of behandeld worden. Deze toedieningsvorm noemt men inhalatie.

Slide 5 - Diapositive

Inhalatie is een manier om medicijnen bij aandoeningen van de luchtwegen direct op de juiste plaats te brengen. Hierdoor werkt het snel, is er minder werkzame stof nodig en zijn er minder bijwerkingen.

Ziekten van de longen
Vooral zorgvragers met chronisch obstructieve longziekten inhaleren medicijnen.
zoals;

  • astma
  • bronchitis
  • longemfyseem (blijvende uitzetting van de longblaasjes)


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kunnen redenen van benauwdheid zijn bij een longaandoening?

Slide 7 - Carte mentale

Redenen van benauwdheid bij een longaandoening.

Als de luchtwegen door irritatie of ontsteking vernauwd zijn, kan een zorgvrager benauwd worden. Het kost diegene dan veel moeite om te ademen. Na elke vorm van activiteit, zoals wassen, aankleden, eten, mobiliseren of toiletbezoek,  verergert de benauwdheid en kan de zorgvrager zelfs het idee krijgen dat hij stikt. 

Effect van longmedicatie
  • remming van ontstekingsreacties
  • verdunning van taai slijm
  • vermindering van slijmvlieszwelling
  • opheffen van bronchospasmen (bronchusverwijding)


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Inhalatiemedicijnen worden voorgeschreven bij zorgvragers die last hebben van:

A
kortademigheid, hoesten en slijm
B
benauwdheid, ontstekingen van de luchtwegen
C
longaandoeningen (astma, COPD, taaislijmziekte)
D
hooikoorts

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De 5 j's, waar staan deze voor?
A
juiste zorgvrager, juiste medicijn
B
juiste toedieningswijze
C
juiste tijdstip
D
juiste dosis

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Myrthe is acht jaar en heeft astma. De arts heeft haar een luchtwegverwijder en een luchtwegbeschermer voorgeschreven. Deze medicijnen moeten geïnhaleerd (ingeademd) worden. Je leert Myrthe en haar vader hoe de medicijnen van Myrthe toegediend moeten worden.
Myrthe moet eerst:
A
haar mond spoelen
B
de luchtwegverwijder inhaleren
C
de luchtwegbeschermer inhaleren

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Medicatie luchtwegen
Medicatie voor de luchtwegen komen direct op de plek waar zij moeten werken, in de longen. Hierdoor komen er zelden bijwerkingen voor. Wel kan het zo zijn dat de voorgeschreven medicatie niet het gewenste effect heeft, in dat geval is het altijd verstandig de arts te raadplegen.

Slide 12 - Diapositive

Na het gebruik van medicatie via de luchtwegen is het belangrijk dat:

De cliënt de mond spoelt. Het eerste slokje uitspugen, tweede slokje doorslikken. (Dit is vooral belangrijk bij het vernevelen met corticosteroïden). Wanneer dit lastig is voor de cliënt kun je de cliënt ook wat laten eten.
Laat de cliënt de huid rond de mond en neus reinigen met water, help hier zo nodig bij.

Complicaties bij inhalatie
Het te inhaleren medicijn moet een plaatselijke werking uitoefenen in de bronchiën, maar een deel komt via absorptie toch in de bloedbaan terecht. Dit kan bijwerkingen veroorzaken, zoals:
hartritmestoornissen bij een overdosis (salbutamol mag daarom maximaal zes maal per dag worden gebruikt);
heesheid;
schimmelinfecties in de mond- en/of keelholte (in het bijzonder bij gebruik van corticosteroïden).

Inhalatiemedicijnen

Slide 13 - Diapositive

Inhaleren aanleren aan de zorgvrager:

Stap 1 Vertel de belangrijke punten van de inhalator, de lichaamshouding (ontspannen zitten, rechtop met de schouders naar achteren, het hoofd iets schuin naar boven).
Stap 2 Laat de zorgvrager een paar maal bewust in- en uitademen en bij een diepe inademing met de inhalator de medicijnen langzaam naar binnen zuigen en vasthouden.
Stap 3 Laat de zorgvrager dan rustig uitademen door de neus, met de mond dicht. Laat hem dit een paar keer herhalen.

De keuze voor een bepaalde inhalatiemethode is afhankelijk van:



A
De leeftijd en het geslacht van de zorgvrager
B
De auditieve en gehoorcapaciteiten
C
Voormalig beroep, vooropleiding van de zorgvrager
D
De medische indicatie, de ademhalingscapaciteit, de vaardigheden van de zorgvrager

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Begeleiding van de zorgvrager bij de inhalatie
Je kunt de zorgvrager helpen door:

  • Een goede ademhalingstechniek aan te leren
  • Te vertellen waarop hij moet letten tijdens het medicijngebruik
  • Mee te denken over een passend toedieningssysteem
  • Een rustige omgeving te creëren
  • Ruim de tijd nemen voor instructie en regelmatig controleren of de zorgvrager de juiste ademtechniek nog toepast

Slide 15 - Diapositive

De zorgvrager moet goed voorgelicht worden over de techniek, zodat de medicijnen optimaal kunnen werken. Er zijn verschillende technieken om medicijnen te inhaleren en ook verschillende materialen die de zorgvrager daarbij kan gebruiken. Als verpleegkundige ben je daarvan op de hoogte. Je past de juiste techniek toe, met het juiste materiaal en volgens protocol.

Voorzetkamer en vernevelaar

Slide 16 - Diapositive

Een voorzetkamer kun je aan een dosisaerosol vastkoppelen. Voor veel cliënten kan het inhaleren met een dosisaerosol een moeilijke handeling zijn, om I.v.m. kortademigheid een diepe ademteug te nemen. Daarom is een voorzetkamer te adviseren.

Vernevelaar
Een vernevelaar is een apparaat dat een medicijn omzet in damp. Op deze manier kunnen medicijnen door de zorgvrager gemakkelijker en rustiger ingeademd worden, vooral door zorgvragers die ernstig benauwd zijn.

De stappen van het schoonmaken direct na de verneveling:
Spoel de medicijnbeker af met lauwwarm water, geen heet water, want dan kan er eiwit aankoeken.
Na het afspoelen de medicijnbeker afwassen in een handwarm sopje met afwasmiddel.
Afspoelen zodat het schuim weg is
De medicijnbeker drogen met een schone, niet pluizende doek.
Bewaar het vernevelapparaat op een afgesloten, droge, stof arme plaats, bijvoorbeeld een kast.

 

Waarom trek je handschoenen aan bij het klaarmaken van vernevelmedicatie?
A
Omdat de vernevelmedicatie op jouw huid blijft ruiken
B
Omdat de medicatie in door jouw huid in jouw lichaam terechtkomt
C
omdat de zorgvrager weleens sputum op kan hoesten
D
omdat dit een steriele handeling is

Slide 17 - Quiz

Vernevelen
Om te kunnen vernevelen wordt het voorgeschreven medicijn, soms samen met een oplosmiddel (NaCl 0,9% fysiologisch zout), in de medicijnbeker van de vernevelaar gedaan. Het is belangrijk dat dit medicijn op kamertemperatuur is. Door de verneveling daalt de temperatuur van het medicijn al zo’n 10 graden. Als de temperatuur te laag wordt bestaat er kans op bronchospasme. Dit is een verkramping van de spieren rond de luchtpijp.

Hoe lang er verneveld wordt spreekt de arts af in zijn voorschrift. Dit is meestal 10 of 15 minuten. Daarna wordt het vernevelapparaat uitgezet en moeten de materialen gereinigd worden.