Bs2, zenuwcellen en zenuwen

Doelstelling Bs. 2
  • Je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen
  • je kunt drie typen zenuwcellen noemen met hun functies en kenmerken
  • je kunt omschrijven wat een zenuw is en je kunt drie typen zenuwen noemen met hun kenmerken

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Doelstelling Bs. 2
  • Je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen
  • je kunt drie typen zenuwcellen noemen met hun functies en kenmerken
  • je kunt omschrijven wat een zenuw is en je kunt drie typen zenuwen noemen met hun kenmerken

Slide 1 - Diapositive

Zenuwcellen
Zenuwcellen bestaan uit:
  • Cellichaam= bevat onder andere de celkern
  • Uitloper = vervoeren de impuls

Slide 2 - Diapositive

Het zenuwstelsel
  • Zintuig neemt prikkel waar
  • Zintuig stuurt impuls (stroompje) naar het centrale zenuwstelsel
  • Centrale zenuwstelsel verwerkt de impuls
  • Centrale zenuwstelsel stuur impuls naar spier/klier

Slide 3 - Diapositive

Het zenuwstelsel
  • Zintuig neemt prikkel waar.
  • Zintuig stuurt impuls (stroompje) naar het centrale zenuwstelsel:  Gevoelszenuwcel
  • Centrale zenuwstelsel verwerkt de impuls: 
    Schakelcel
  • Centrale zenuwstelsel stuur impuls naar spier/klier: Bewegingszenuwcel

Slide 4 - Diapositive

Gevoelszenuwcel
  • Van zintuigen naar centraal zenuwstelsel
  • Cellichaam ligt vlakbij centraal zenuwstelsel

Slide 5 - Diapositive

Bewegingszenuwcel
  • Van centraal zenuwstelsel naar spieren/klieren.
  • Cellichaam ligt in centraal zenuwstelsel en heeft vertakkingen.

Slide 6 - Diapositive

Schakelcel
  • Liggen helemaal in het centraal zenuwstelsel.
  • Verbinden zenuwcellen met elkaar.

Slide 7 - Diapositive

1) Impuls naar hersenen toe

2) Verwerking in hersenen

3) Impuls terug

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Uitloper
Cellichaam
Celkern
Uitloper

Slide 13 - Question de remorquage

geleid impulsen naar spieren
geleid impulsen naar hersenen
geleid impulsen vanaf hersenen
geleid impulsen vanaf zintuigen
geleid impulsen in het ruggenmerg
geleid impulsen tussen zenuwcellen
bewegingszenuwcel
schakelzenuwcel
gevoelszenuwcel

Slide 14 - Question de remorquage


Zet de woorden in de juiste volgorde.
Ruggenmerg
Spieren
Bewustwording
Zintuigcel
Hersenen
Impulsen in bewegingszenuwcellen
Prikkel
Impulsen in gevoelszenuwcellen
Ruggenmerg

Slide 15 - Question de remorquage