Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
5.4 wat houd je over?
5.4 wat houd je over?
Terugblik/ Herhalen
Nakijken
Doelen:
Inkoopwaarde
Brutowinst
1 / 13
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Cette leçon contient
13 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
5.4 wat houd je over?
Terugblik/ Herhalen
Nakijken
Doelen:
Inkoopwaarde
Brutowinst
Slide 1 - Diapositive
Terugblik 5.3
Verkoopprijs
100%
Btw
6%
Consumentenprijs
106%
100%
21%
121%
De fietsenmaker repareert je fiets. Je betaalt hier € 53 voor. Het btw-tarief is 6%.
Bereken de btw
Bereken de verkoopprijs
BTW = 6:100 x 53 = 3.18
Consumentenprijs=
53 + 3.18 = 56.18
Slide 2 - Diapositive
Hoe bereken je de omzet?
A
Afzet - verkoopprijs
B
Winst x omzet
C
Afzet x verkoopprijs
D
Omzet - winst
Slide 3 - Quiz
Inkoopwaarde
= het totale bedrag dat ik in de winkel betaal voor de inkoop van de producten
Bijvoorbeeld: ik koop tien sjaals in voor in totaal € 10
inkoopwaarde = 10 x 10 = 100 euro
Slide 4 - Diapositive
Brutowinst
= het verschil tussen inkoopwaarde en je omzet
Slide 5 - Diapositive
Brutowinst berekenen
Omzet
Inkoopwaarde -
Brutowinst
Bereken zijn brutowinst
Bedrijf x heeft deze maand 50 sjaas verkocht tegen 20 euro.
Zijn inkoopwaarde was 600 euro.
Omzet = 50 x 20 euro = 1000 euro
Inkoopwaarde = 600 euro
-
Brutowinst= 400 euro
Slide 6 - Diapositive
Vandaag:
- Is paragraaf 5.3 volledig af? (36 tot 52)
- Maken blz 142 opdracht 53 tot 58
Slide 7 - Diapositive
5.4 deel 2
Vandaag:
Bedrijfskosten
Nettowinst
Slide 8 - Diapositive
Brutowinst
A
Brutowinst-inkoopwaarde
B
Omzet-bedrijfskosten
C
Brutowinst-inkoopwaarde
D
Omzet-inkoopwaarde
Slide 9 - Quiz
Bedrijfskosten
De kosten die een winkel moet maken om te functioneren noem je
bedrijfskosten.
Voorbeelden van
bedrijfskosten
zijn: huur, loon, verzekeringen, elektriciteit, reclamekosten, enzovoort.
Slide 10 - Diapositive
5.4 Wat houd je over?
Omzet
(afzet x verkoopprijs)
(afzet x inkoopprijs)
Brutowinst
Inkoopwaarde -
Overige / bedrijfskosten -
(kosten om de winkel te laten functioneren)
Nettoresultaat
(de winst die overblijft als je alles hebt betaald)
O
I
B
O
N
Slide 11 - Diapositive
Nettowinst
Je brutowinst is 100.000 euro
Je bedrijfskosten zijn 54.000 euro
Hoeveel is je nettowinst dan?
46.000
Slide 12 - Diapositive
wat gaan we doen?
- Huiswerk controleren
- nakijken
- opdracht 58 t/m 71
Slide 13 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
6.3 Hoe maak je winst?
Décembre 2018
- Leçon avec
28 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
6.3 Winst of verlies?
Novembre 2018
- Leçon avec
26 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
5.4 wat houd je over?
Juin 2020
- Leçon avec
15 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
leerjaar 4 economie Hst 3 paragraaf 3 Wat wordt de prijs?
Novembre 2018
- Leçon avec
14 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Omzet & winst
Janvier 2019
- Leçon avec
18 diapositives
par
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Commercieel H4 | Hoe bepaal je de prijs van artikelen? deel 1
Août 2020
- Leçon avec
19 diapositives
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Administratie hst 1 Een bedrijf van dichtbij paragraaf 5 en 6
Janvier 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Winst of verlies?
Janvier 2019
- Leçon avec
22 diapositives
par
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo