Lezen cursus 5

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Lezen cursus 5  

Lezen 

Lesdoel: 

1. Ik herhaal de stof van Lezen 1 t//m 4. 

In deze les ga je een antwoord formuleren op de volgende vraag: 

Wat weet ik nog over de vorige cursussen Lezen en waar gaat deze cursus over?

Opdracht 1: klassikaal 

In Lezen 1 t/m 4 heb je verschillende leesstrategieën geleerd.

Welke strategieën waren dit ook alweer?

Welke vond je makkelijk toe te passen en welke waren moeilijker?

Opdracht 2: beschik je over de juiste kennis?

Je gaat zo checken of je over de juiste kennis van Lezen beschikt. Dit doe je middels een Kahoot over lezen cursus 1 t/m 4. 

Wist je nog veel van de theorie?

110

Helpt kennis over lezen om beter te lezen?

😒🙁😐🙂😃

create.kahoot.it

Lezen cursus 5  

Lezen 

Lesdoel: 

1. Ik kan een gesprek over een tekst voeren. 

In deze les ga je een antwoord formuleren op de volgende vraag: 

De eindopdracht van deze lessenserie is een gesprek dat je samen met een klasgenoot voert over een tekst. Om een goed gesprek te kunnen voeren over een tekst, moet je een tekst goed kunnen lezen én je moet weten waarover je een gesprek kunt voeren.

In de komende drie lessen ga je ontdekken hoe je deze eindopdracht aan kunt pakken.

Opdracht 1: in groepjes van drie / individueel

Iedere leerling leest een deel van het boek De Gelukvinder van Edward van de Vendel en Anoush Elman. 

Vul op Plot26 de vragen in die horen bij 

opdracht 1 . 

Je maakt deze opdrachten in stilte. 

Wat is belangrijk als je een gesprek voert over een tekst?

Opdracht 2: in groepjes van drie

Voer nu een gesprek over jullie teksten.  Lees een alinea voor. Beantwoord de volgende vragen: 

Wat is het verhaal in deze drie hoofdstukken?

Waarom heb je gekozen voor deze alinea?

Welke vragen heeft dit hoofdstuk bij jou opgeroepen?

Wat vind je van de schrijfstijl van de schrijver?

Zou je dit boek willen lezen?

Opdracht 3: klassikaal 

Ik kies een aantal leerlingen uit die een gesprek gaan voeren over de tekst. Let goed op de elementen die worden besproken. Schrijf tips en tops op. 

- inbreng

- doorvragen

- ondersteuning (uit tekst)

Wat heb je deze les geleerd over het voeren van een gesprek?

Lezen cursus 5  

Lezen 

Lesdoel: 

1. Ik verdiep me in een informatieve tekst. 

2. Ik leer een nieuwe strategie: 'lezen met een pen'.

In deze les ga je een antwoord formuleren op de volgende vraag: 

Hoe 'lees ik met een pen'? Hoe voer ik een gesprek over een tekst?

Herhaling:
Wat weet je nog over het verhaal dat je vorige les hebt gelezen?

Herhaling:
Welke elementen bevat een goed gesprek over een tekst?

Opdracht 1: klassikaal 

Bekijk de uitspraak van Marzoug. Welke vragen roept dit bij je op? Vul ze in op de volgende dia. 

Opdracht 1: welke vragen roept dit bij je op?

Opdracht 2: individueel 

Lees de tekst. Gebruik tijdens het lezen een pen, potlood, of markeerstift voor het volgende:

- Markeer woorden/zinnen die je niet helemaal begrijpt.

- Markeer onderdelen die je opvallend vindt.

- Bij de start van de les heb je nagedacht over de opmerking: "Het is allemaal de schuld van Europa. Laat ze hun geld uitgeven aan menselijkheid in plaats van grensbewaking." Markeer een tekstdeel dat jij vindt passen bij deze opmerking.

Opdracht 2: in duo's

- bespreek met je maatje wat je hebt onderstreept

- probeer antwoorden te vinden op vragen

- bespreek onderdelen die je niet helemaal begrijpt

- bespreek of je maatje de onderdelen die jij hebt onderstreept ook opvallend vond.

Maak aantekeningen bij de tekst.

Schrijf moeilijke woorden in de schrijftool 

Opdracht 5: klassikaal 

We bespreken gezamenlijk enkele teksten. 

Wat zou 'lezen met een pen' kunnen betekenen?

Opdracht 1 + 2: in duo's

Werk in een tweetal.

Bekijk de titels van de bronnen.

Verdeel de bronnen. Baseer je daarbij op de titel.

Schrijf op wie welke bronnen gaat lezen of bekijken.

Opdracht 4: individueel (huiswerk)

Maak opdracht 4 op Plot26

Lezen cursus 5  

Lezen 

Lesdoel: 

1. Ik verdiep me in een informatieve tekst. 

2. Ik weet wat ik moet leren voor de toets .

Opdracht 2: individueel

Maak de opdracht: waar sta je nu? 

Reflectie: gezamenlijk