Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Herhalen toets 3.1 KB
Herhalen toets 3.1 KB
1 / 25
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Cette leçon contient
25 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Herhalen toets 3.1 KB
Slide 1 - Diapositive
De deelonderwerpen kan je vinden in:
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot
Slide 2 - Quiz
Wat is globaal lezen?
Slide 3 - Question ouverte
Edele
Stamt uit
Diadeem
Research
Slechts
Beroemde, adellijke
Niet meer dan
Sieraad voor op je hoofd
Komt uit
Onderzoek
Slide 4 - Question de remorquage
Wat is het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik?
Slide 5 - Question ouverte
Van een mug een olifant maken
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 6 - Quiz
Je ziet het vanzelf
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 7 - Quiz
Wat betekent:
Voor aap staan
Slide 8 - Question ouverte
Wat is een pictogram?
A
Simpel plaatje dat een tekst vervangt
B
Plaatje dat je in een appje gebruikt om iets duidelijk te maken
Slide 9 - Quiz
Waarvoor gebruik je emoji's?
Slide 10 - Question ouverte
Wat is beeldtaal?
Slide 11 - Question ouverte
Wat is het onderwerp?
A
Over wie of wat het gaat
B
Wat iemand doet
Slide 12 - Quiz
Hoe vind je het onderwerp in de zin?
Slide 13 - Question ouverte
Wat is het onderwerp in de zin:
Olaf leest vaak verhalen voor
Slide 14 - Question ouverte
Wat is het onderwerp in deze zin:
In de stad staan veel winkels leeg
Slide 15 - Question ouverte
Wat is het doel van een bijvoeglijk naamwoord?
Slide 16 - Question ouverte
Hoe herken je een bijvoeglijk naamwoord?
Slide 17 - Question ouverte
Wat is het bijv. naamwoord in de zin:
Mijn lieve oma bakt koekjes
Slide 18 - Question ouverte
Wat is het bijv. naamwoord in de zin:
Nederlanders zijn de langste mensen op aarde
Slide 19 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen een zwak en sterk werkwoord?
Slide 20 - Question ouverte
Hoe schrijf ik het woord in de vt:
De voetballer (schoppen) tegen de bal
Slide 21 - Question ouverte
Hoe schrijf ik het woord in de vt:
De wond (bloeden) maar een beetje
Slide 22 - Question ouverte
Hoe schrijf ik het woord in de vt:
Sara (rijden) naar Haarlem vandaag
Slide 23 - Question ouverte
Hoe schrijf ik het woord in de vt:
Raja (houden) van frietjes
Slide 24 - Question ouverte
Zijn er nog vragen?
Slide 25 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Herhalen hoofdstuk 3.1 1BB
Mars 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Les 5 (21 september 2024)
Septembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Oefentoets taalverzorging mh1
Février 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Oefenen spelling blok 4
Mars 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
zesde leerjaar herhaling woordleer
Octobre 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Taal
Kleuteronderwijs
Lager onderwijs
HHC 1TH H5 NN6
Avril 2021
- Leçon avec
47 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
zesde leerjaar herhaling woordleer
Mars 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Taal
Kleuteronderwijs
Lager onderwijs
wwspelling tt, vt vdw, gebiedende wijs en bijvoeglijk gebruik dw en ovdw
Novembre 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3