PDC VOT 2.3

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

 vul in wat op de puntjes moet

de leerlingen zitten aan de .... tafels

1. houte
2. houtten
3. houten
4. hout

De .... buis kwam tegen zijn hoofd aan

1. ijseren
2. eizeren
3. ijzeren
4. ijzerren

Hij vond de .... blouse niet zo mooi

1. katoenen
2. kartoenen
3. katoennen
4. katoen

De vrouw dronk uit de .... glazen

1. cristallen
2. kristallen
3. kristalen
4. kristal

is het een .... tijdschrift

1. papieren
2. papierren
3. papier
4. parpieren

welke is het stoffelijke bijvoegelijk naamwoord!

annelies kijkt in haar .... bol

1. ronde
2. mooie
3. oude
4. glazen

het .... huis werd niet omver geblazen

1. betonnen
2. stevige
3. mooie
4. oude

het .... dekbed voelt zacht aan.

1. warme
2. linnen
3. zachte
4. nieuwe

mijn moeder vind het .... bankstel niet mooi

1. leren
2. tweedehandse
3. nieuwe
4. blauwe

het .... beeld werd gepoest door de schoonmaker

1. oude
2. grote
3. bronzen
4. 12 jaar oude

open vragen

je moet op de .... het stoffelijk bijvoeglijke naamwoord opschrijven

het .... muntje is veel geld waard

de jassen zijn .... stof gemaakt

hij sloeg met de hamer op de .... spijker

de wolf blies het .... huisje omver

de .... ring werd gevonden onder de bank