Week 7 Macaroni

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1,2

Macaroni

Wat heb je vorige week gemaakt?

Lesdoelen

• Je kan het verschil tussen gedroogde en verse pasta uitleggen
• Je kan onder begeleiding pasta koken
• Je kan zelfstandig pasta afgieten

pasta

Pasta

pasta = olijfolie, ei, zout, bloem

• met de hand OF machine
  
• Vers of gedroogd

Pasta

Vers= met eieren --> 5 dagen houdbaar

Gedroogd= zonder eieren --> 2 jaar houdbaar

Kleuren

Verschillende kleuren door toevoeging van kleurstoffen.

Vaktaal

Vers = zachte pasta met ei
Gedroogd= harde pasta zonder ei

Macaroni= pasta soort
Snipperen= klein snijden van een ui

voorbereiding

we gaan macaroni maken. 

We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

emmer sop

1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

Per leerling

uitvoeren

je gaat nu de macaroni maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Stap 1

1. Vul de steelpan halfvol met water
2. Voeg 1 theelepel zout toe
3. Voeg 1 eetlepel olie toe
4. Breng het water aan de kook.

Stap 2

Doe de macaroni in het kokende water

Roer tot het weer kookt

Kook de macaroni 10 minuten

Stap 3

Giet de macaroni af in de puntzeef

Laat de macaroni uitlekken

Stap 4

Pel de ui

Snipper de ui

Stap 5

Verwarm 2 eetlepels olie in de koekenpan

Voeg het gehakt toe

Stap 6

Bak het gehakt rul door het met de pollepel te roeren

Zet het vuur laag.

Stap 7

Voeg de ui toe
Voeg peper en zout toe

==> NIET te veel!

Laat het 5 minuten bakken.
Blijf roeren!

Stap 8

Voeg de tomatenpuree toe

Laat het 5 minuten stoven

Blijf roeren.

Stap 9

Voeg de macaroni toe

Roer alles door elkaar

Laat 2 minuten bakken

Blijf roeren

Stap 10

Leg de macaroni op het bord

Houd de rand schoon!

afronden

na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat de ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

maak je werkblad schoon

stap 3

Maak het fornuis schoon

stap 4

veeg en/of dweil de vloer. 

schoonmaaktaken: 

• wasbakken 1+2
• wasbakken 3+4
• Temperatuur meten
• werkbank controleren
• was vouwen

schoonmaaktaken:

• vloer vegen
  
• vloer schrobben
  
• vloer trekken
  
• kruidenkar
• tafels schoonmaken

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

Wat ga je de volgende keer anders doen?

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding