Grammatica H1 3TL

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Grammatica H1.7  blz. 70

Doel: Je weet wat een samengestelde zin is.

opwarmertje

De poes miauwt want ze heeft honger.

-> Welke taalfout staat er in deze zin?

-> Wat is de pv (of pv's) in deze zin?

De poes miauwt, want ze heeft honger.

enkelvoudige zin

In een enkelvoudige zin staat maar één pv.

De poes miauwt.

De poes heeft honger.

Ik ga naar school.

Ik heb geen zin in school.

samengestelde zin

Een samengestelde zin bestaat uit twee of meer enkelvoudige zinnen. Elk van deze enkelvoudige zinnen heeft een eigen pv.

Een samengestelde zin heeft dus twee of meer pv's.

De poes miauwt.    +    Ze heeft honger. =

De poes miauwt, want ze heeft honger.

De poes miauwt, want ze heeft honger en de brokjes zijn op.

--> hoeveel pv's tel je?

--> wat zijn de voegwoorden?

--> hoe gaan we dit ontleden? -------------------------------->

De poes miauwt,// want ze heeft honger // en de brokjes zijn op.

pv= 

wg=

o=

maken:

opdracht  4 en 5 (blz. 71-72)

hw:

maak opdracht 6 +7 

afsluiter

Wat zijn de pv's in de volgende zin:

Omdat ik nu klaar ben, wil ik graag naar huis.

Grammatica - les 2

Doel: Je weet het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin.

opwarmertje:

Omdat ik nu klaar ben, wil ik graag naar huis.

1. Wat voor soort zin is dit?

2. Waaraan kan je dat zien?

Hoofdzin en bijzin

In een samengestelde zin staat altijd een hoofdzin.

Aan die hoofdzin plak je nog een hoofdzin, of een bijzin.

Bij een hoofdzin:

- staan de pv en het o naast elkaar

- staat de pv op de eerste of tweede plaats in de zin.

vb: Piet/ eet /een appel.  of   Eet /Piet /een appel?

Bijzin:

In de bijzin:

- staat de pv niet naast het o.

- staat de pv op de laatste of één na laatste plaats.

vb. Omdat /Piet/ appels/ heel lekker/ vindt.

Hoe maak je een samengestelde zin?

• hoofdzin + hoofdzin 
• hoofdzin + bijzin
• bijzin + hoofdzin 

voorbeelden:

• Piet eet een appel + want hij vindt dat lekker.
• Piet eet een appel, omdat hij dat lekker vindt.
• Omdat Piet appels lekker vindt, eet hij een appel.

nabespreken opdracht 6 + 7 

Maken: opdracht 8 + 9

afsluiter

Bekijk de onderstaande zin. Wat is de persoonsvorm?

Ik ga geen huiswerk maken, omdat u dat belangrijk vindt.