Bloedsamenstelling en functie

Bloedsamenstelling
Algemene theorie

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Bloedsamenstelling
Algemene theorie

Slide 1 - Diapositive

Vandaag

  • Samenstelling en functie van het bloed 
  • Verschillende bloedcellen

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen deze les

  • De student kent de samenstelling en functie van het bloed 
  • De verschillende cellen in het bloed en de functie 

Slide 3 - Diapositive

Functies van het bloed

Slide 4 - Carte mentale

Functies van bloed
  • Transportsysteem
  • Warmteverdeling
  • Homeostase (het in evenwicht houden) 
  • Beschermen van het lichaam tegen invloeden van buitenaf (afweer) 
  • Stolling van het bloed 

Slide 5 - Diapositive

Bloed
  • Vloeibaar weefsel
  • Het behoort tot het steunweefsel -> reticulair bindweefsel
  • Het lichaam bevat ongeveer 5L bloed

Bloed bestaat uit ongeveer:
  • 55% bloedplasma
  • 45% bloedcellen 

Slide 6 - Diapositive

Welke bloedcellen ken je?

Slide 7 - Question ouverte

Bloedcellen
  • Erytrocyten = rode bloedcellen
  • Leukocyten = witte bloedcellen
  • Trombocyten = bloedplaatjes 

Slide 8 - Diapositive

Rode bloedcellen / erytrocyten
  • Hebben geen kern en delen niet
  • Komen het meest voor in het bloed


Worden aangemaakt in:

  • Het rode beenmerg
  • Tijdens de jeugd in de milt 
  • Leeft ongeveer 120 dagen

Slide 9 - Diapositive

Rood beenmerg
Waar zit dit rode beenmerg?

  • Platte beenderen (ribben, schouderbladen)
  • Epifysen van de pijpbeenderen (uiteinden)
  • Onregelmatige beenderen


Maakt bloedcellen aan 

Slide 10 - Diapositive

Functie van rode bloedcellen
Gastransport

  • Zuurstof (naar de lichaamcellen)
  • Koolstofdioxide (terug naar de longen) 

Slide 11 - Diapositive

Hemoglobine (Hb)
  • Roodgekleurd ijzerhoudend eiwit
  • Door het ijzer kan zuurstof en koolstofdioxide zich aan hemoglobine binden
  • Bij afbraak van rode bloedcellen komt hemoglobine vrij en wordt ijzer afgesplitst

Ijzer wordt opgeslagen in:

  • De lever
  • De milt
  • Het rode beenmerg 

Slide 12 - Diapositive

Bloedarmoede = anemie
  • Een tekort aan hemoglobine in het bloed
  • Te weinig rode bloedcellen 

Oorzaken:

  • Bloedverlies
  • Tekort aan ijzer of B12 

Symtonen:
- Vermoeid
- duizelig 

Slide 13 - Diapositive

Wat is de belangrijkste functie van de rode bloedcellen?
A
Het vervoeren van afvalstoffen
B
Het vervoeren van zuurstof
C
Het vervoeren van hemoglobine
D
Het vervoeren van koolzuurgas

Slide 14 - Quiz

Wat heeft hemoglobine nodig om zuurstof aan zich te kunnen binden?
A
Zuurstof
B
Rode bloedcellen
C
Ijzer
D
Bilirubine

Slide 15 - Quiz

Waar worden erytrocyten aangemaakt?
A
In het rode beenmerg
B
In het witte beenmerg
C
In de milt
D
In de lever

Slide 16 - Quiz

Functie van witte bloedcellen (leukocyten) 
Verdedigende taak
  • Fagocytose (ziekteverwekker insluiten, opeten en afbreken._ 
  • Maken van antistoffen

Ze kunnen zich zelfstandig voortbewegen door protoplasma - uitsteeksels = schijnvoetjes

Slide 17 - Diapositive

Witte bloedcellen / leukocyten
  • Granulocyten (witte bloedcellen met een korrel)
  • Lymfocyten 

Slide 18 - Diapositive

Granulocyten
  • Aangemaakt in het rode beenmerg
  • Cellen die als eerste bij een infectie of ontsteking in actie gaan. 

  • Fagocytose = Lichaamsvreemde stof of ziekteverwekkers in het lichaam. De granulocyt gaat hier naar toe en omhult de ziekteverwekker en verteert deze. Granulocyt gaat zelf ook dood. 

Gevolg -> etter / pus
Etter bestaat uit:
  • Weefselresten
  • Kapotte witte bloedcellen
  • Bacteriën


Slide 19 - Diapositive

Lymfocyten
Kenmerken:
  • Kleiner dan granulocyten
  • Één kern
  • Ze vormen antistoffen = antitoxinen
  • Geheugencellen

Aanmaak in:
  • De milt 
  • De lymfeknopen


Slide 20 - Diapositive

Welke 2 witte bloedcellen ken je?

Slide 21 - Question ouverte

Bloedplaatjes / trombocyten
Kenmerken:

  • Kleinste bloedcellen
  • Geen kern
  • Bevatten trombokinase (enzym)

Aanmaak in:

  • Het rode beenmerg

Slide 22 - Diapositive

Functie bloedplaatjes 
  • Bloedstelping 
  • Bloedstolling als het buiten de bloedvaten treedt

5 fasen:

  • Bloedplaatje gaat kapot
  • Trombokinase komt vrij
  • Trombokinase + kalkzouten zetten protrombine om in trombine
  • Trombine zet fibrinogeen om in fibrine (m.b.v. vitamine K)
  • Rode bloedcellen lopen vast in het netwerk

Slide 23 - Diapositive

Welke 3 bloedcellen zijn er?

Slide 24 - Question ouverte

Bloedplasma
Kenmerken:

  • Lichtgele vloeistof

Samenstelling:

  • 91% water
  • 7% plasma eiwitten
  • 2% antistoffen, voedingsstoffen, afvalstoffen
  • Stollingseiwitten (trombine en fibrinogeen)

Slide 25 - Diapositive

Functie bloedplasma
Opname, vervoer en afgifte

  • Voedingsstoffen zoals vitaminen, afvalstoffen, hormonen, enzymen en  andere stoffen via bloedplasma
  • Zuurstofgas door rode bloedcellen (erytrocyten)
  • Koolstofdioxide door bloedplasma en rode bloedcellen 

Regelen van spanning in de cellen
Homeostase
Afweer tegen antilichamen

Slide 26 - Diapositive

Homeostase
Het constant houden van het inwendige milieu (alle vegetatieve functies)

Voorbeelden:

  • Regelen lichaamstemperatuur
  • Regelen van de bloeddruk
  • Regelen van de weefselspanning
  • Bloedsomloop

Slide 27 - Diapositive

Voor homeostase gaat vocht in en uit de vaten en cellen
Bewegingswijze:

Filtratie:
  • Bloedplasma dringt met opgeloste stoffen door de vaatwand, de intercellulaire ruimte in

Diffusie:
  • Voedingsstoffen en zuurstof dringen door het celmembraan en afvalstoffen + kooldioxide gaan de cel uit

Osmose
  • Vloeistof wordt de ader in gezogen


Slide 28 - Diapositive

Hoe noem je het andere gedeelte in het bloed?

Slide 29 - Question ouverte

Immuniteit
Natuurlijke immuniteit 
  • Actieve immunisatie : het doormaken van de ziekte
  • Passieve immunisatie : via placenta of moedermelk

Kunstmatige immuniteit
  • Actieve immunisatie : inenting met verzwakte / dode ziektekiemen
  • Passieve immunisatie : Inenting met antistoffen / antitoxinen

Slide 30 - Diapositive

Wat zijn de belangrijkste functie van de leukocyten?

Slide 31 - Question ouverte

Wat zie je op het plaatje hier achter?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes

Slide 32 - Quiz

Rode bloedcellen
Bloedplasma
Bloedplaatjes
Witte bloedcellen
Zorgen voor bloedstolling
Bestrijden ziekteverwekkers
Vervoeren zuurstof met behulp van Hemoglobine
Vervoert stoffen zoals vitaminen, hormonen, Co2 etc.

Slide 33 - Question de remorquage

Zijn er nog vragen? 

Slide 34 - Diapositive