240322 grammatica §8 + toets bespreken

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1,2

Welkom H1e!

Deze spullen heb ik nodig:

• pen
• schrift
• werkboek
• iPad
• leesboek

Wat gaan we doen?

1. Vrij lezen (10 min)
2. Twee vragen om te oefenen (5 min)
3. Grammatica woordsoorten §8 uitleg (5 min)
4. Zelfstandig werken (15 min)
5. Pauze (4 min)
6. Toets bespreken

Dit kan ik al!

• (on)bepaalde lidwoorden
• Zelfstandig naamwoorden
• Bijvoeglijk naamwoorden
• Hulpwerkwoorden en zelfstandige werkwoorden

Twee vragen

1. Benoem alle zelfstandig naamwoorden in onderstaande zin:
   
   In Parijs zijn laatst mensen opgepakt voor het bekladden van de Mona Lisa in het Louvre. 
   
   
2. Benoem de werkwoorden: hww / zww
   
    Vanmorgen ben ik op haring gaan vissen op de Noordzee.

Wat gaan we doen?

1. Vrij lezen (10 min)
2. Twee vragen om te oefenen (5 min)
3. Grammatica woordsoorten §8 uitleg (5 min)
4. Zelfstandig werken (15 min)
5. Pauze (4 min)
6. Toets bespreken

Leerdoel

Ik kan persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen en gebruiken.

Persoonlijk voornaamwoord

Verwijst naar een persoon, dier of ding. 

Ik, jij, hij, zij, wij, het, mij, jou, u, hem, haar, ons

Namen horen hier NIET bij. Dat zijn zelfstandig naamwoorden.

Twijfel je? Een pers.vnw kun je vervangen door je eigen naam.

Persoonlijk voornaamwoord

Ik lees een boek.

Jarah leest een boek.

Dat boek is van mij.

Bezittelijk voornaamwoord

Geeft aan van wie iets is.

Mijn, jouw, uw, zijn, haar, jullie, ons

Twijfel je? Je kunt elk bezittelijk voornaamwoord vervangen door zijn.

Twijfel je? Een bezittelijk voornaamwoord staat ALTIJD voor een zelfstandig naamwoord.

Bezittelijk voornaamwoord

Dat is mijn fiets!

Onze klas is het leukste.

Hebben jullie jullie telefoon weggelegd?

Bezittelijk of persoonlijk?

Mijn fiets staat daar.

Die fiets is van mij.

Als jullie jullie eten op hebben, dan kan ik eindelijk aan dat van mij beginnen.

Oefenen grammatica §8 (blz. 218)

Opdracht: 

Maak van cursus 5 > §6 > opdracht 1 t/m 4 + 6

Maak van cursus 5 > §8 > opdracht 1 t/m 4

Hoe: Je maakt het alleen

Nodig: iPad

Klaar: Oefen online via taaloefenen.nl > woordsoorten > lw / zn/ bn/zww/hww/bezit. vnw / vr. vnw (niveau 3)

Exit-ticket

• Ik vraag jullie om nu lekker naar huis te gaan.

Pauze

Wat gaan we doen?

1. Vrij lezen (10 min)
2. Twee vragen om te oefenen (5 min)
3. Grammatica woordsoorten §8 uitleg (5 min)
4. Zelfstandig werken (15 min)
5. Pauze (4 min)
6. Toets bespreken

Toets bespreken

1. Je krijgt je toets + cijfer
   
   
2. We bespreken een paar vragen
   
   
3. Kijk zelf of je nog vragen hebt + tel de punten na
   
   
4. Geen vragen? Werk verder aan je huiswerk.

Vraag 8

Bij een de-woord komt er na een wél een -e, maar een het-woord niet:

De mooie kast - een mooie kast

Het leuke boek - een leuk boek

Volgende les

Huiswerk: 

Maak van cursus 5 > §6 > opdracht 1 t/m 4 + 6

Maak van cursus 5 > §8 > opdracht 1 t/m 4

Volgende les:

Grammatica §10 - voorzetsels

Thema C - sociale media