2OK_Zelftoets thema 7 en 8

Ik denk dat ik de leerstof van de voorbije 2 thema's al heel goed onder de knie heb.
😒🙁😐🙂😃
1 / 35
suivant
Slide 1: Sondage
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ik denk dat ik de leerstof van de voorbije 2 thema's al heel goed onder de knie heb.
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees de tekst
Wat ik later worden wil? Het zijn vier beroepen met veel verschil. Nummer 1: een kindercrèche het liefst. Dat is hetgeen wat mijn gedacht echt kiest. Maar boekenschrijfster lijkt mij ook wel wat. Over een kikker, een hond of een kat. Maar wat me ook leuk lijkt, is dit: een dichter die in het maanlicht schittert. Of ik word politievrouw, lekker stoer en grauw.
Deze vakken lijken mij zo leuk.
Het gevoel dat ik daar werk, geeft me jeuk.
Kriebeltjes van mijn tenen tot aan mijn hoofd.
Deze vakken hebben mijn gedachten beroofd.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zelfstandig naamwoord
geen zelfstandig naamwoord
verschil
gedacht
boekenschrijfster
kikker
hond
kat
maar
leuk
maanlicht
politievrouw
lekker
stoer
jeuk
aan
hebben

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

dieren
dingen
personen
gedacht
boekenschrijfster
kikker
hond
kat
maanlicht
politievrouw
verschil
jeuk

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

job
A
de-woord
B
het-woord

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

resultaat
A
de-woord
B
het-woord

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

campagne
A
de-woord
B
het-woord

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

duur
A
de-woord
B
het-woord

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

contract
A
de-woord
B
het-woord

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

periode
A
de-woord
B
het-woord

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

park
A
de-woord
B
het-woord

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

onthaal
A
de-woord
B
het-woord

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

hotel
A
de-woord
B
het-woord

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

talenkennis
A
de-woord
B
het-woord

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwijswoorden
Vervang volgende personen door het juiste verwijswoord.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de sportster
A
hij
B
zij
C
het

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de tennisser
A
hij
B
zij
C
het

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de tekenaar
A
hij
B
zij
C
het

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de beeldhouwster
A
hij
B
zij
C
het

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

het kunstwerk
A
hij
B
zij
C
het

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de ontwerpster
A
hij
B
zij
C
het

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Letterlijk of figuurlijk?
Zijn volgende zinnen letterlijk of figuurlijk bedoeld? Duid aan.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn vader is een boom van een vent.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De kapster waste de haren van de klant. Ze zat met haar handen in het haar.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het kind draagt met zijn emmertje water naar de zee.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Onze leraar kookte van woede toen we niet aan het opletten waren.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Elke keer als zij die jongen ziet, krijgt ze vlinders in de buik.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelling en woordenschat
Schrijf de woorden die de leerkracht dicteert juist.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kom uit een grote ___

Slide 29 - Question ouverte

familie
Wil je dat ___ voor oliebollen eens voor mij kopiëren?

Slide 30 - Question ouverte

recept
De leraar fronste zijn ___ .

Slide 31 - Question ouverte

wenkbrauwen
Amir gaat regelmatig naar de ___ .

Slide 32 - Question ouverte

bibliotheek
Koop jij soms ___ voor de bioscoop via het internet?

Slide 33 - Question ouverte

tickets
allerlei
uiten
uiteenlopend
afnemen
bevallen
duidelijk maken wat je denkt of voelt
veel verschillende soorten
van elkaar verschillend
minder worden
goed of prettig vinden

Slide 34 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik denk dat ik de leerstof van de voorbije 2 thema's al heel goed onder de knie heb.
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions