Ned_Gym1_Periode 2_week 2_les1

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
Stillezen

Woordjes h bespreken
Invulopdracht 
Zelfstandig aan de slag
Les afsluiten
Vooruitblik 
Kahoot!? H?





Slide 2 - Diapositive

Wat hebben we de vorige les gedaan gedaan?
so woordenschat

Hoe ging deze les?







Slide 3 - Diapositive

Periode 2, toetsen
Cijfer:
Toets werkwoordspelling H1 t/mH3
Toets leesvaardigheid H1 t/m H3

Beoordeeld: o, v of g
SO woordenschat i t/m n 
Fictiedossier keuzeopdracht bij je leesboek, leesautobiografie (af)

Slide 4 - Diapositive

15 min stillezen
timer
15:00

Slide 5 - Diapositive

Reminder boekverslag
1. Schrijf over het boek een brief aan een vriend(in). Vertel eerst in het kort waar het boek over gaat. Leg daarna uit waarom je vriend(in) het boek zou moeten lezen. Zorg ervoor dat je tekst er ook echt als een brief uitziet, dus met aanhef (Beste…) en afsluitende groet.


2. Maak een abc-tekst bij het verhaal. Bijvoorbeeld: de A is van Angst die Rosa voelt als zij…, de B is van Brugklas, waar Rosa voor het eerst…. De letters q, x en y mag je overslaan.





Slide 6 - Diapositive

Reminder boekverslag
3. De hoofdpersoon van het verhaal doet van alles. Soms ben je het daarmee eens, soms ook niet. Schrijf een brief aan de hoofdpersoon. Vertel daarin wat je vindt van wat die persoon heeft gedaan en wat hij/zij heeft meegemaakt. Leg ook uit waarom je dat vindt. Zorg ervoor dat je tekst er ook echt als een brief uitziet, dus met aanhef (Beste…) en afsluitende groet.


4. Stel je voor dat een van de personen een dagboek bijhoudt. Doe alsof jij die persoon bent. Schrijf drie korte stukjes die deze persoon in de loop van het verhaal noteert. Kies geschikte (belangrijke) momenten uit het verhaal. Zorg ervoor dat je tekst er ook echt als een dagboektekst uitziet, noem dus de dag en datum waarop in het dagboek is geschreven.





Slide 7 - Diapositive

Inhoud deze week
Spelling hoofdletters, leestekens en verkleinwoorden
Opdr. 1 t/m 5 blz. 34-35

Spelling werkwoorden
Opdr. 1 t/m 4 blz 36-37

Schooltaalwoorden H en I

Jullie zullen soms onderdelen gaan herhalen deze periode.....


Slide 8 - Diapositive

Welke opdracht kies je voor jouw boekverslag?
A
Brief schrijven aan een vriend(in) over jouw boek
B
ABC- tekst over jouw boek schrijven.
C
Brief aan de hoofdpersoon schrijven.
D
Dagboek schrijven vanuit de hoofdpersoon.

Slide 9 - Quiz

Woorden H bespreken

Slide 10 - Diapositive

Schooltaalwoorden H
Halfslachtig
Hanteren
Harmonieus
Heil
Humaan

Zegswijze: Het hart op de tong hebben

Slide 11 - Diapositive

Schooltaalwoorden H
Halfslachtig: zonder heldere visie, besluiteloos
Voorbeeldzin: Toen de mentor van klas 2X besloot de ruzie in de klas te beëindigen, heeft hij het gelukkig niet halfslachtig aangepakt.


Hanteren: gebruiken
Voorbeeldzin: Tijdens de coronacrisis hanteren wij de richtlijnen van het RIVM.

Slide 12 - Diapositive

Maak een zin met halfslachtig.

Slide 13 - Question ouverte

Schooltaalwoorden H
Harmonieus: evenwichtig
Voorbeeldzin: De samenwerking tussen Trump en de rest van de wereld is niet echt harmonieus te noemen.


Heil : a) nut, voordeel b) troost, geluk
Voorbeeldzin betekenis 1: Ik zie er geen heil in om mijn geld nu weer op een andere bank te zetten. Of: ik verwacht geen heil van de nieuwe directeur.
Voorbeeldzin betekenis 2: Toen hij depressief was, zocht hij zijn heil in de drank.
Let op: ‘heil’ komt meestal alleen voor in een vaste combinatie met één van bovengenoemde

Slide 14 - Diapositive

Maak een andere zin met harmonieus.

Slide 15 - Question ouverte

Schooltaalwoorden H
Humaan: menslievend
Voorbeeldzin: In Israël strijden diverse bevolkingsgroepen tegen elkaar. Ze moeten elkaars gevangenen echter wel altijd humaan behandelen.


Het hart op de tong hebben: zeggen wat je denkt, iets eruit flappen
Van iemand die direct uiting geeft aan wat hij voelt en denkt, zeggen we wel dat hij ‘het hart op de tong heeft’. Een verwante uitdrukking is: van zijn hart geen moordkuil maken.


Slide 16 - Diapositive

Lesdoel
Spelling
Je kunt hoofdletters, punten, vraagtekens en uitroeptekens gebruiken.
Je kunt komma's gebruiken.
Je kunt verkleinwoorden correct spellen. 

Slide 17 - Diapositive

De onderstaande zinnen zijn niet juist. Neem de zinnen over en plaats hoofdletters waar nodig.

hollandse palingvissers hebben vrijdag een veerpont in amsterdam geramd.





Slide 18 - Question ouverte

Antwoord
Hollandse palingvissers hebben vrijdag een veerpont in Amsterdam geramd.

Slide 19 - Diapositive

De onderstaande zinnen zijn niet juist. Neem de zinnen over in Word en plaats hoofdletters waar nodig.

peter van den broek woont in de ijsendijkstraat.




Slide 20 - Question ouverte

Antwoord
Peter van den Broek woont in de IJsendijkstraat. 

Slide 21 - Diapositive


ik heb zojuist een brief geschreven aan mevrouw k. van de kip.

Slide 22 - Question ouverte

Antwoord
Ik heb zojuist een brief geschreven aan mevrouw K. van de Kip.

Slide 23 - Diapositive

's morgens haal ik eerst kim en anita op in purmerend.

Slide 24 - Question ouverte

Antwoord
 's Morgens haal ik eerst Kim en Anita op in Purmerend.


Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien

Lees de theorie op bladzijde 34
Door naar de titel te kijken, tussenkopjes, plaatjes en de eerste of laatste zin (bij een korte tekst) of de eerste of laatste alinea (bij een lange tekst) kom je achter het onderwerp van de tekst.

Je leest de tekst oriënterend. 

Slide 27 - Diapositive

Spelling
Bladzijde 35, opdracht 3, 4 en 5

Klaar? Top!
Stillezen of de woordjes H leren.

Reminder docent: leerlingen bespreken toetsen.

Huiswerk:
1) Je leert de woordjes h en bekijkt de woordjes i.
2) Denk aan het meenemen van jouw leesboek. 

3) Maak jouw leesautobiografie af.
4) Je start aan de fictieopdracht.













timer
15:00

Slide 28 - Diapositive

Hoe ging het samen oefenen?
Wat ging goed?
Kan er de volgende keer iets beter?


Slide 29 - Diapositive

Wat gaan we de volgende les doen?
Spelling


Wat moet ik de volgende les meenemen? 
Leesboek en methodeboek





Slide 30 - Diapositive

Woordenschat woordjes H

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive