Leenwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Leenwoorden en neologismen

Doel van de les:

Aan het eind van de les kun je:

een leenwoord en de herkomst herkennen
een neologisme noemen

een samenstelling uitbreiden

Wat is een leenwoord?

1. nieuwe woorden (die nog niet in het woordenboek staan)
2. woorden die we overgenomen hebben uit een andere taal
3. woord dat we uit een andere taal overgenomen hebben
4. ouderwets woord, woord dat we niet meer gebruiken

Leenwoorden

Niet alle woorden die we in onze taal gebruiken komen ook uit het Nederlands.

We gebruiken bijvoorbeeld woorden uit het:

Latijn: aquarium, bibliotheek, agenda, museum

Frans: trottoir, etalage, bureau, restaurant

Duits: überhaupt, schlager, bockbier, einzelgänger

Engels: computer, diskjockey, e-mail, baby

welke leenwoorden
gebruik jij?

Welk leenwoord gebruik je voor een: klein, langwerpig broodje?

1. croissant
2. pistolet
3. crêpe
4. baguette

Welk leenwoord gebruiken we voor een artiest die grappige voorstelling geeft?

1. cineast
2. acteur
3. auteur
4. cabaretier

Welk leenwoord gebruiken we voor een mouwloze jas?

1. cape
2. polo
3. bodywarmer
4. hoody

Welk leenwoord gebruiken we voor een voetbalvandaal?

1. een keeper
2. een hooligan
3. een goal
4. een international

Engelse werkwoorden

Engelse werkwoorden vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden.

werkwoord:                         streamen                                         downloaden

stam:                                      stream                                              download
verleden tijd:                      ik streamde                                     ik downloadde
voltooid deelwoord:        ik heb gestreamd                         ik heb gedownload

Het ............(downloaden) bestand bevat een virus.

1. gedownloade
2. gedownloadde
3. gedownloate
4. gedownloatte

Hij.....(deleten, vt) alles

1. deleete
2. deletetet
3. deleetet
4. deletete

De snelste tijd werd al snel.......... (timen, vd).

1. getimet
2. getimd
3. getimed
4. getimt

Hij ...... (passen, vt) erg goed, waardoor er gescoord kon worden.

1. paste
2. passte
3. pasete
4. passete

0

woorden komen en gaan

Journalisten en politici gebruiken soms zelfbedachte nieuwe woorden, vb 60-minners

De actualiteit vraagt soms om nieuwe woorden, vb teststraat

Als een woord blijvend is, noemen we dat een neologisme, vb beurtbalkje

Ook op straat ontstaan nieuwe woorden

Welk woord gebruik jij wel, maar je ouders niet?

Wie maakt het langste woord?

deur

deurbel

deurbelletje

deurbelletjes

deurbelletjescatalogus

Begin bijvoorbeeld met: dak, slaap, hond of kies je eigen woord.

de langste woorden