WB1 - Ontwikkelingspsychologie in de praktijk

Werkbijeenkomst 1 
periode 3: Ontwikkelingspsychologie in de praktijk
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
PedagogiekHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Werkbijeenkomst 1 
periode 3: Ontwikkelingspsychologie in de praktijk

Slide 1 - Diapositive

welkom! 

HC zaten we met 10 van de 14 studenten (72%) 1A

en met 17 van de 21 studenten (81%)

Hoeveel studenten zijn er nu? 
Motiverende opening 
verras 

Slide 2 - Diapositive

Wat zegt deze test nu over deze 2 meisjes? 

Marshmallow test -psych. Mischel
1972 50 jaar geleden 600 ki. 

Kan een jong kind zich beheersen?  Is er al voldoende zelfcontrole/beheersing?

Dit is een ontwikkelingstaak van kinderen.  

In de kleuterfase  zie je veel ontwikkeling van de zelfregulatie mede door toedoen van de opvoeders en leerkrachten.

Later in de adolescentie fase zie je hier ook weer groei in. 

Uitstel van behoeftebevrediging 
Waarbij je een beloning in het verschiet hebt. Mischel trok twijfelachtige conclusies, bleek uit later onderzoek.

Hij zei: Wie zichzelf kan beheersen, heeft meer succes in zijn leven dan degene die meteen een snoepje neemt. 
Ki werden jarenlang gevolgd 

Zelfregulatie doet er zeker toe maar deze test bewijst niets over het latere succes in het leven! 

De ki uit deze test kwamen allemaal uit de crèche van de universiteitscampus, voornamelijk uit rijkere milieus dus! 

Watts - Overgedaan met 900 kleuters van allerlei achtergronden. Uit dit nieuwe onderzoek blijkt dat vooral de sociaal-economische achtergrond van het kind belangrijk is voor zijn schoolprestaties en succes in het leven en niet zijn zelfbeheersing als kleuter! 
activeren voorkennis

Slide 3 - Diapositive

Kies 5 verschillende letters uit het alfabet en beschrijf daarbij een woord wat je associeert met ontwikkelingspsychologie - maak het jezelf niet te makkelijk! 

adolescentie
ontwikkeling
ontwikkelingsfasen
ontwikkelingstaken
ontwikkelingsgebieden
baby/ kleuter/peuter
magisch denken (3-6 jaar)> peuter/kleuter/basisschool periode
peuterpuberteit
interiorisatie (iets kunnen voorstellen wat er niet (meer) is) 
accommodatie (leren van voorbeelden)
assimilatie (transfer van nieuwe kennis)
anamistisch denken: mijn knuffeldino leeft, voelt en denkt en hoort mij. 
decentratie: zich leren inleven in de ander
hypothetisch denken: Wat zou er gebeuren als...
Associatie ABC & Ontwikkelingspsychologie

Noem er 5

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
Aan het einde van de werkbijeenkomst heb je bedacht welke ontwikkelingstaken jij op dit moment hebt en welke opvoedingsopgaven jouw omgeving daarbij heeft.
Aan het einde van de werkbijeenkomst heb je nagedacht over de ontwikkelingstaken van jouw leerlingen en beschreven hoe jij hier als leerkracht concreet naar handelt (jouw opvoedingsopgaven) . 
Aan het einde van de les heb je de begrippen assimilatie en accommodatie toegepast op jouw les. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdere lesverloop
Voorkennis activeren 
Kijken naar jezelf
Kijken naar de klas 
Toepassen Piaget 
Vragen 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontwikkelingsfasen
Ontwikkelingsgebieden
psychologische ontwikkeling
peuter/kleutertijd 2-4
adolescentie 12-18 
cognitieve ontwikkeling
sociaal-emotionele ontwikkeling
basisschoolperiode 4-12 
baby/peutertijd
0-2

Slide 7 - Question de remorquage

Haal deze 2 begrippen niet door elkaar! 

Wie kan eenvoudig uitleggen wat de 4 ontwikkelingsfasen nu zijn zonder de woorden te gebruiken in deze sleepvraag?

Dit zijn de stadia die je doorloopt in je leven van 0-18 jaar 

Wie kan eenvoudig uitleggen wat de 3 ontwikkelingsgebieden zijn, zonder de termen te noemen in deze sleepvraag?

Dit zijn de drie aspecten waar steeds naar gekeken wordt in een bepaalde ontwikkelingsfase. 

Dus hoe ontwikkelt de peuter zich sociaal- emotioneel? Hoe ontwikkelt het basisschoolkind zich cognitief?  


Ontwikkelingsfasen
1. Vroegkinderlijke ontwikkeling:
   a. Baby- en peutertijd
   b. Peuter / kleutertijd
2. Basisschoolperiode
3. Adolescentie
                                    (Rispens, 1994)
*Piaget heeft een andere indeling!



Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontwikkelingsgebieden
In het boek wordt de volgende indeling in ontwikkelingsgebieden aangehouden:


  1. Psychologische ontwikkeling (mentale groei) -> morele ontwikkeling
  2. Cognitieve ontwikkeling (proces van leren, geheugen en cognitie)
  3. Sociaal – emotionele ontwikkeling (ontwikkeling eigen persoonlijkheid in interactie met anderen/leren omgaan met emoties)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Morele ontwikkeling
Kohlberg  
Ontwikkeling van het besef van goed en kwaad.

Drie stadia;
  1. Pre conventioneel besef (gebaseerd op straf en gehoorzaamheid, oriëntatie op eigenbelang)
  2. Conventioneel besef (oriëntatie op goedkeuring en oriëntatie op het doen van je plicht binnen de groep)
  3. Post conventioneel besef (Oriëntatie op vastgestelde wetten en eigen belang afgezet tegen dat van anderen. Oriëntatie op universele morele principes)




Slide 10 - Diapositive

De stadia v. d. morele ontwikkeling volgens Kohlberg (1969) :

Enig idee welke leeftijden hier ongeveer bijhoren? Er horen niet echt leeftijden bij omdat niet iedereen in elke fase terecht zal komen. 

0-10/12 jaar pre-conventioneel stadium

10-18 jaar conventioneel stadium
nemen normen en waarden over van opvoeders en passen die toe. Gewetensontwikkeling. Groepsnorm is belangrijk

> 18 j Post-conventioneel stadium
regels ter discussie stellen, eigen normen en waarden
kan soms goed zijn om een regel te overtreden omdat dit een hoger doel dient. Dit stadium bereiken veel volwassenen nooit. 
Wat zijn ontwikkelingstaken?
A
dit is de steun en hulp van de ouder/verzorger om vaardigheden te leren
B
zich leren inleven in de ander, zelfstandigheid, lezen
C
dit zijn vaardigheden die het kind in een periode moet leren beheersen
D
democratische opvoedingsstijl, positief omgaan met het kind

Slide 11 - Quiz



Hoe kan je zich inleven in  de ander ook noemen?  decentratie

Waar hoort A bij? 
Bij Opvoedingsopgaven

Waar hoort D bij?
Ook bij de opvoedingsopgaven van de ouders/verzorgers en de leerkracht
Wat bedoelen we dan ook alweer met opvoedopgaven?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

kijken naar jezelf 

Slide 13 - Diapositive


welke ontwikkelingstaken heb jij op dit moment 

welke opvoedingsopgaven hebben jouw ouders, jouw docenten?
De adolescentie
Welke psychologische, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkelingstaken heb je nu?
 Welke opvoedingsopgaven heeft jouw omgeving daarbij?

Slide 14 - Diapositive

pagina 85-89
Welke ontwikkelingstaken heb jij op dit moment?

Zelfstandiger worden, zelfredzamer worden, zelfvertrouwen (emotionele zelfstandigheid)  Losmaken van de ouder
ingewikkelder vraagstukken beredeneren en oplossen

Omgaan met andere sekse (relatie)
Ontwikkelen van eigen waardensysteem, eigen persoonlijke identiteit ontwikkelen
ontwikkelen van visie op schoolkeuze, beroep en samenleving
Verplichtingen aangaan m.b.t. maatschappelijke positie & persoonlijke relaties

pagina 88-89

welke opvoedingsopgaven hebben jouw ouders, jouw docenten?

Leeftijd adequate grenzen (hoe laat thuis?)
Emotionele steun (op het gebied van opleiding, beroep en relaties/luisterend oor) 
Ruimte bieden om te experimenteren met de eigen positie (spijbelen, drugs alcohol, seksualiteit)
Het ontwikkelen van een nieuw waardensysteem 
Accepteren & respecteren van het nieuwe gedrag van de jongere
Keuzes accepteren & verantwoordelijkheid overdragen
Complimenten voor gewenst gedrag
Gewenst gedrag benoemen
Ruimte om vrienden thuis te ontvangen
Responsief reageren op de jongere
Ouder spreekt vertrouwen uit in jongere
voorbeeldfunctie ouder (bijv. drank  gebruik & bijv. zelfzorg)
Accepteren dat de relatie veranderd van een opvoedrelatie naar een vriendschapsrelatie.   

Denken, delen, uitwisselen...

Denk: Maak voor jezelf een tabel met taken en opgaven (5 minuten)
Deel: Deel wat je hiervan wilt delen met jouw naaste buur (tweetal). Hebben jullie een zelfde ontwikkelingstaak? (2 minuten)
Uitwisselen: groepjes die dat willen delen met de hele groep een overeenkomstige taak (en evt ook de opgave die daarbij hoort).

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kijken naar de klas

Slide 16 - Diapositive


Welke ontwikkelingstaken hebben de leerlingen in jouw stagegroep?

p.76 - 85

Welke ontwikkelingsopgaven heb jij als leerkracht in jouw stagegroep? 

p. 81-85
Het basisschoolkind
Welke ontwikkeltaken hebben de kinderen in jouw stagegroep?
Wat zijn dan jouw opvoedingsopgaven? Hoe ziet dat er concreet uit in jouw leerkracht handelen?

Slide 17 - Diapositive

Pak zo je boek erbij! 

Welke ontwikkelingstaken hebben de leerlingen in jouw stagegroep?

p.76 - 85

Welke ontwikkelingsopgaven heb jij als leerkracht in jouw stagegroep?


p. 81-85


Maak een groepje met 
2/3/4 studenten met dezelfde stagegroep 
Maak een drieluik 




Deel aan na ongeveer 5 minuten 1 voorbeeld met de hele groep
ontw. taak
opv. opgave
concreet handelen




Slide 18 - Diapositive

Je krijgt hiervoor een blad om je antwoord op te schrijven. 

Welke ontwikkelingstaken hebben de leerlingen in jouw stagegroep?

Leren vertrouwen in eigen kunnen
Beter leren omgaan met frustratie (frustratietolerantie)
Leert zich aan sociale regels te houden
Ontwikkelen van vriendschappen

gr. 1/2: uitvoeren van eenvoudige opdr. /zelfredzaamheid (gymkleren aan & knopen losmaken/veters strikken)
Hulp leren vragen, leren tellen, ordenen,  

gr.3: Leren lezen, rekenen (getalsbegrip), schrijven (= een maatschappelijke eis in Westerse sam.lev.)
Zelfstandiger worden, ijverig zijn
Decentratie = zich kunnen inleven in de ander /Leren concentreren, doorzetten
Het aangaan van onderlinge competitie
leren aangaan van een wederkerige relatie met haar klasgenoten
Het vergroten van het  probleemoplossend vermogen
Leren zaken vanuit meerdere gezichtspunten te bekijken (gr. 7/8)
leren redeneren a.d.h.v. stellingen of hyptheses (vanaf 11/12 jaar), leren abstract denken
Bewustwording van sekse verschillen

p.76 - 85

Welke ontwikkelingsopgaven heb jij als leerkracht in jouw stagegroep?

positief bekrachtigen en aanmoedigen, vertrouwen uitspreken, corrigeren met respect, interesse tonen, aangeven wat wel en niet mag. 
creatief straffen (gepaste straf waar de leerling van leert)
Autonomie bieden (keuzes geven)
Een veilige plek bieden, instructie geven voordoen! laten nadoen/modellen 
Taakhouding positief beïnvloeden
Leerlingen leren lezen en schrijven d.m.v. uitgebreide instructie en ondersteuning (dit gaat niet vanzelf= aangeleerd proces niet een natuurlijk proces!)
Leerlingen kritisch leren denken 
gr.7/8: Grenzen aangeven (over mobiel gebruik, gedrag, omgang onderling)

Wat doe jij dan concreet als leerkracht?
p. 81-85

stemt af met het niveau van de groep, qua taalgebruik en belevingswereld
vb:  Meester zingt een liedje voor het fruitmoment om dit aan te geven 

Het leren omgaan met klasgenoten
vb: feedback geven en/of vragen stellen aan leerlingen tijdens of na het buitenspelen als er dingen positief of juist negatief opvallen. 




Slide 19 - Diapositive

Zwitserse 
ontwikkelingspsycholoog
eerst bioloog Proefschrift Fossiele weekdieren. Bestudeerde de cognitieve psychologische ontwikkeling van ki. 
leefde van 1896-1980 Hoogleraar uni

Welke 3 mechanismen (begrippen) waarmee kennis wordt geleerd kennen we van Piaget? 

Accommodatie (aanbrengen van kennis) VB: kind leert wat is een appel 

Assimilatie (aanpassing) 
VB: Ki. weet: appel is een soort fruit. Als het kind ontdekt dat een kiwi ook fruit is, dan zal hij dit als fruit onthouden. 

equilibratie (onderhouden van kennis)
Er moet evenwicht zijn tussen accommodatie (aanbrengen van kennis) en assimilatie (aanpassing).

 
Hoe zat het ook alweer?
Denkschema's 

Adaptatie:
assimilatie 


accommodatie 
7 + 2 =
15 - 3 =

17 + 4 =
25 - 6 =

3 x 2 = 

Slide 20 - Diapositive


Assimilatie (aanpassing) > nieuwe kennis wordt ook toegepast op andere gebieden

Dus eerst eenvoudige erbij en eraf sommen, daarna moeilijkere, ze leren het verband zien tussen 7 + 4 & 17 + 4
 
Accomodatie > het leren van voorbeelden uit de omgeving (het aanbrengen van kennis) 

nieuw zijn de keersommen 
Dit wordt aangeleerd 

Als ze de tafel van 2 kennen  (3 x2)

Dan kunnen ze later ook het verband zien met andere tafels. 

Piaget in de klas
Bedenk in een tweetal een voorbeeld van assimilatie en een voorbeeld van accommodatie in een van jouw stagelessen. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen m.b.t. ontwikkelingspsychologie?

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie van de doelen
Aan het einde van de werkbijeenkomst heb je bedacht welke ontwikkelingstaken jij op dit moment hebt en welke opvoedingsopgaven jouw omgeving daarbij heeft.
Aan het einde van de werkbijeenkomst heb je nagedacht over de ontwikkelingstaken van jouw leerlingen en beschreven hoe jij hier als leerkracht concreet naar handelt. 
Aan het einde van de les heb je de begrippen assimilatie en accommodatie toegepast op jouw les. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions