1VH1 weektaak 40 Leesvaardigheid Hfdst 2

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Leesvaardigheid hoofdstuk 2
Hallo leerlingen,
Dit wordt jullie eerste weektaak in LessonUp. Jullie leren hier hetzelfde als in de klas en de opdrachten staan ook in jullie agenda en in Magister. Deze weektaak (40) bestaat uit Leesvaardigheid, hoofdstuk 2. Voor woensdag 30 september maak je van blz. 13 opdracht 10d en 10e. Van blz. 14 en 15 maak je opdracht 1 t/m 5. Leer de theorie !

Slide 2 - Diapositive

Nog even wennen !
Het is natuurlijk even wennen voor je om in LessonUp te werken. In de volgende dia's wordt de theorie nog een keer uitgelegd. Dit is extra belangrijk voor de leerlingen die op dit moment niet naar school kunnen komen, omdat ze ziek thuis zijn; zij missen de lessen, maar gelukkig voor hen kunnen ze nu toch meedoen. Zorg ervoor dat je bent aangemeld in LessonUp met je schoolaccount.

Slide 3 - Diapositive

Wat hebben we al gedaan?
De afgelopen weken hebben we de theorie van hoofdstuk 1,
Taal & Communicatie,  behandeld en de opdrachten gemaakt. Hoofdstuk 2 gaat over leesvaardigheid en we hebben een informerende tekst behandeld en de vragen beantwoord. Jullie weten al hoe je een informerende tekst, een van de verschillende tekstdoelen, herkent. 
We hebben ook even gesproken over activerende en amuserende teksten. Deze week gaan we verder met overtuigende en beschouwende teksten.

Slide 4 - Diapositive

Overtuigen en beschouwen
In tegenstelling tot een informerende tekst, die vooral over feiten gaat, staat bij een overtuigende tekst de mening van de schrijver centraal. 
Bij een beschouwende tekst kun je zelf een mening vormen over een bepaald onderwerp, omdat dit door de schrijver van verschillende kanten wordt bekeken.

Slide 5 - Diapositive

Overtuigen
De schrijver wil de lezer overtuigen van zijn gelijk. Dit doet hij met argumenten. Dat zijn uitspraken waarmee hij wil aantonen en bewijzen dat zijn mening klopt en de enige juiste is. Hij houdt een 'betoog'. Denk aan filmrecensies, boeken en columns. Een verhaal heeft meestal meerdere kanten, maar de schrijver bekijkt zijn mening hoofdzakelijk van zijn eigen kant.

Slide 6 - Diapositive

Overtuigen
De schrijver wil de lezer door middel van argumenten overtuigen van zijn mening. 

Slide 7 - Diapositive

Overhalen
De schrijver wil de lezer aansporen om iets te doen of te kopen. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Wat is het belangrijkste tekstdoel van reclame ?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 11 - Quiz

Een schoolboek hoort bij het tekstdoel:
A
Amuseren
B
Informeren
C
Activeren

Slide 12 - Quiz

Een strip hoort bij het tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren

Slide 13 - Quiz

Een advertentie hoort bij het tekstdoel:
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren

Slide 14 - Quiz

Beschouwen
Bij een beschouwende tekst geeft de schrijver informatie over een onderwerp met vermelding van voor- en nadelen. Hij kan de mening van een aantal deskundigen geven, waardoor het onderwerp van alle kanten wordt bekeken. Denk hierbij aan krantenartikelen met achtergrondinformatie. De bronnen worden altijd genoemd.

Slide 15 - Diapositive

Wat wil de schrijver van een beschouwende tekst bereiken ?
A
dat je over het onderwerp gaat nadenken
B
dat je hetzelfde denkt over het onderwerp als hijzelf
C
dat je over het onderwerp een mening vormt
D
dat je aangezet wordt om iets te gaan doen met het onderwerp

Slide 16 - Quiz

Wat vind je vooral in een beschouwende tekst ?
A
voor- en nadelen
B
beschouwende informatie
C
de mening van de schrijver
D
fictie

Slide 17 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een beschouwende tekst ?
A
nieuwsbericht
B
tijdschriftartikel met achtergrondinformatie
C
politierapport
D
gedicht

Slide 18 - Quiz

Bij welke tekst word je aangezet om iets te gaan doen ?
A
een overtuigende tekst
B
een beschouwende tekst
C
een activerende tekst
D
een amuserende tekst

Slide 19 - Quiz

Welke tekst is overtuigend ?
A
recensie
B
lesboek
C
strip
D
geschiedenisboek

Slide 20 - Quiz

SUCCES  !
Het is de bedoeling dat je elke dia aanklikt, goed leest en dan pas naar de volgende dia gaat. Wanneer er een vraag of opdracht in een dia staat maak je deze. Ik controleer of je dit inderdaad hebt gedaan. Je bekijkt het hele filmpje. 
Denken jullie aan de opdracht voor 'zelfstandig werken' voor volgende week !
                                             TOT MORGEN 

Slide 21 - Diapositive