H2.3 tegenstelling en voorbeeld

H2.3 tegenstelling en voorbeeld
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H2.3 tegenstelling en voorbeeld

Slide 1 - Diapositive

Tegenstellingen:
Schrijf zoveel mogelijk tegenstellingen op? 
(dik-dun)
timer
2:00

Slide 2 - Diapositive

Een tegenstelling zoeken
Woorden die elkaars tegenovergestelde zijn, noem je tegenstellingen.
Bijvoorbeeld: boven ↔ onder, hoog ↔ laag, veilig ↔ gevaarlijk.

Je kunt de betekenis van een onbekend woord soms vinden doordat er in de tekst een tegenstelling van dat woord staat. Bijvoorbeeld:
'
Nieuwe games zijn vaak prijzig, maar in de uitverkoop zijn ze goedkoop.
Het woord prijzig is een tegenstelling van goedkoop. Prijzig betekent dus duur.

Aan de woorden maar, echter, toch, daarentegen kun je zien dat er een tegenstelling genoemd wordt.


Slide 3 - Diapositive

Aan welke woorden kun je een tegenstelling herkennen?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s

Slide 5 - Diapositive

Tegenstellend
verband

Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)

Slide 6 - Diapositive


Signaalwoorden..
A
Verwijzen naar iets in de tekst.
B
Geven aan dat iets van iemand is.
C
Geven een eigenschap aan.
D
Geven een verband aan in de tekst.

Slide 7 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
Zoals
B
Ten slotte
C
Hoewel
D
Denk aan

Slide 8 - Quiz

Hoewel hij arm is, leidt hij een heel gelukkig leven.
A
reden
B
vergelijking
C
tegenstelling

Slide 9 - Quiz

Tegenstelling
Ik vind school niet zo leuk, maar de hele dag thuis zitten vind ik ook stom. 
(leuk en stom)

maar, toch, echter, hoewel, tegenover, daar staat tegenover, aan de ene kant ... aan de andere kant

Slide 10 - Diapositive