6.2 Zenuwen (neuronen)

• biologie
• Voortgezet speciaal onderwijs

Planning

Herhaling

Uitleg

Aan de slag!

Leg uit wat een prikkel en een impuls is

Leerdoelen

• Je weet welke 3 zenuwcellen er zijn en wat hun functie is
• Je weet uit welke 2 delen het centrale zenuwstelsel bestaat

           Zenuwstelsel

• centrale zenuwstelsel = hersenen + ruggenmerg
• perifere zenuwstelsel = zenuwen door je lichaam 

 de bouw van een zenuwcel 

De zenuwcel bestaat uit

1. dendriet

2. cellichaam

3. celkern

4. axon

5. myelineschede

6. synaps

3 soorten neuronen (zenuwcellen)

1. Sensorische neuronen (zintuig -> CS)

2. Schakelcellen (in CS)

3. Motorische zenuwcellen
(CS -> effector)

Soorten neuronen

• Impulsen ontvangen en doorgeven
  
• Dendriet ontvangt impulsen
• Axon geleidt impulsen van cellichaam af
• Axon eindigt in synaps, spleet tussen uiteinde neuron en doelwit
• Cellichamen alle neuronen in of vlak bij CZS

Zenuwcellen

Impulsen naar het centrale zenuwstelsel toe

begint (meestal) in een zintuig

cellichaam buiten het c.z. in zenuwknopen

Gevoelszenuwcel

Schakelcel

Bewegingszenuwcel

liggen helemaal binnen het c.z.

Veel korte uitlopers naar andere zenuwcellen

Impulsen van het centraal zenuwstelsel weg

Eindigt in een spier of een klier

Aan de slag!

1. Maken 6.2 opdracht 1-7
2. Klaar?
3.   Ga dan maken/bekijken: https://maken.wikiwijs.nl/63358/Zenuwstelsel__vmbo_kgt3
4. Lezen 6.3 en maken: 

https:

https: