Thema 3 Bloedsomloop

Thema 3 
Bloedsomloop
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 3 
Bloedsomloop

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning
Gedragsverwachtingen
Doel
Vorige les
Voorkennis
Uitleg
Zelfstandig werken
Les afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Gedragsverwachtingen
- Ik ben stil als er iemand anders aan het praten is in de klas.
- Ik let op mijn taalgebruik.
- We blijven van een ander af.
- We blijven van de spullen van iemand anders af.
- Ik volg de instructie op die de docent mij geeft.
-Ik steek mijn vinger op wanneer ik iets wil vragen en wacht tot de docent mij aan het woord laat.
- Ik blijf rustig op mijn kruk of stoel zitten en ga niet lopen door de klas.
- Ik laat andere leerlingen in hun waarde.
- Ik ga respectvol om met mijn omgeving en de materialen.
- Aan het einde van de les ruim ik alles netjes op.

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel
De leerlingen kunnen aan het einde van de le sin eigenwoorden de bestanddelen van bloed benoemen met hun functies erbij.

Slide 4 - Diapositive

Bloedsomloop

Slide 5 - Carte mentale

Samenstelling van bloed
Bloed bestaat uit een vloeistof die bloedplasma heet, met daarin bloedplaatjes en bloedcellen. Er zijn rode bloedcellen en witte bloedcellen. Je ziet deze bloedcellen in afbeelding 1. In afbeelding 2 zie je twee reageerbuizen met bloed. Buis 1 bevat vers bloed. In buis 2 zijn de bloedcellen en bloedplaatjes naar de bodem gezakt. Erboven zie je het bloedplasma. Bloedplasma is gelig van kleur. Bloedplasma bestaat uit water en opgeloste stoffen. Bloedplasma vervoert veel stoffen, zoals voedingsstoffen. Maar ook koolstofdioxide en andere afvalstoffen.

Slide 6 - Diapositive

Bloedplasma
Een vloeistof waarin bloedplaatjes en bloedcellen zitten. 

Slide 7 - Diapositive

Bloedplaatjes, rode bloedcellen en witte bloedcellen
Een volwassenen heeft 5 tot 6 liter bloed in het lichaam. 
Bloedplaatjes: dat zijn stukjes van cellen die uit elkaar zijn gevallen. 
Rode bloedcellen: bloedcellen die zuurstof vervoeren.Rode bloedcellen 
zien eruit als kleine ronde schijfjes. In het midden zijn ze wat dunner. Doordat ze zo klein zijn, passen er miljoenen rode bloedcellen in een druppel bloed.
Rode bloedcellen vervoeren zuurstof. In de longen nemen de 
rode bloedcellen zuurstof op. In de organen geven ze de 
zuurstof weer af. De zuurstof is nodig voor verbranding in de 
cellen. Witte bloedcellen: bloedcellen die ziekteverwekkers 
onschadelijk maken

Slide 8 - Diapositive

Bloedplaatjes
In afbeelding 10 zie je een rode bloedcel, twee witte bloedcellen en vier bloedplaatjes. De foto is gemaakt met een microscoop. Bloedplaatjes zijn stukjes van cellen die uit elkaar zijn gevallen. Ze hebben geen celkern.
Als je een wond hebt, stroomt het bloed eruit. Na een tijdje wordt het bloed dik. Dit noem je bloedstolling. Bloedplaatjes zijn nodig voor de bloedstolling (zie afbeelding 11). Na een tijdje is het bloed hard geworden. Op de wond zit dan een korstje.

Slide 9 - Diapositive

Witte bloedcellen
Witte bloedcellen kunnen van vorm veranderen. Daardoor kunnen ze door openingen in de wand van kleine bloedvaten. Dat zie je in afbeelding 7. Ze komen dan tussen de cellen van je lichaam. Daar kunnen ze ziekteverwekkers onschadelijk maken. Bijvoorbeeld bacteriën. Als je een wond hebt, kunnen bacteriën in je lichaam komen. Witte bloedcellen gaan dan naar de bacteriën toe. Ze sluiten ze in en maken ze dood (zie afbeelding 8). De witte bloedcellen gaan hierbij meestal zelf ook dood.

Slide 10 - Diapositive

Witte bloedcellen

Slide 11 - Diapositive

Pus en etter
Etter (pus) dat zijn
dode witte bloedcellen en dode bacteriën in een wond. 

Slide 12 - Diapositive

Bloedstolling
Als je een wond hebt, stroomt het bloed eruit. Na een tijdje wordt het bloed dik. Dit noem je bloedstolling. Bloedplaatjes zijn nodig voor de bloedstolling (zie afbeelding 11). Na een tijdje is het bloed hard geworden. Op de wond zit dan een korstje. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Slide 15 - Lien

Zelfstandig
Blz. 130 t/m 137
Opdracht  1,2,3,4,5,6,8,9,10
Opdracht 7 mag je overslaan. 
timer
35:00

Slide 16 - Diapositive

Les afsluiten 
- Les doel behaald? De leerlingen kunnen aan het einde van de les in eigenwoorden de bestanddelen van bloed benoemen met hun functies erbij.
- Wat ging er goed tijdens het werken?
- Wat ging er goed tijdens de les?
- Wat kan er een volgende les beter?

Slide 17 - Diapositive

Par 3.2 

Slide 18 - Diapositive