Werkwoordspelling H4 en H5 leerjaar 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Spelling H4 en H5

• Herhalingsoefening H4
• uitleg H5
• Oefening H5

Ik heb de proefwerken nog niet (corrigeren)

1. gecorrigeerd
2. gecorrigeert

Hij (hoesten, v.t.)
en (proesten, v.t.)
doordat hij zich had (verslikken)

1. Hoeste, proeste, verslikt
2. hoestte, proestte, verslikt
3. Hoesten, proesten, verslikt
4. Hoestten, proestten, verslikt

Op deze hoek (gebeuren, tt) wel vaker een ongeluk.

1. gebeurdt
2. gebeurt
3. gebeurd

Mijn vader heeft de muren opnieuw (verven)

1. geverft
2. geverfdt
3. geverfd

Mijn vader heeft de muren opnieuw (verven)

1. geverft
2. geverfdt
3. geverfd

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?

1. kano'tje
2. kanotje
3. kanoo'tje
4. kanootje

Verkleinwoorden
welke spelling is juist?

1. tostietje
2. tosti'tje
3. tostie'tje
4. tostitje

verkleinwoorden

Wat is het verkleinwoord van baby?

1. babytje
2. babietje
3. baby'tje
4. babie'tje

Welke verkleinwoorden zijn correct gespeld?

1. harinkje-omaatje-cafeetje
2. harigkje- oma'tje- cafeetje
3. harinkje-omaatje-café'tje
4. harinkje- oma'tje- café'tje

Verkleinwoorden

1. display'tje
2. displaytje

VDW als bijvoeglijk naamwoord

twee regels

- zo kort mogelijk opschrijven;

- wanneer een vdw eindigt op -en, dan schrijf je het BN ook met -en.

BN eindigt op -en

vb. 

Ik heb mijn boek uitgelezen--> het uitgelezen boek

De deuren zijn gesloten --> de gesloten deuren

Het tegenwoordig deelwoord als bn

- tegenwoordig deelwoord: de handeling is nog niet voorbij

  vb. Lachend zitten we in de klas / Blozend stelde ik mezelf voor.

als bijvoeglijk naamwoord:

vb. De kletsende meisjes/ De huilende baby/ De blaffende honden

Zo kort mogelijk opschrijven

vb. 

De weg werd verbreed --> de verbrede weg

De muren worden gewit --> de gewitte muren

De kat (krabben) aan de (bekleden) trap.

1. krabte, bekleden
2. krabden, bekleden
3. krabde, beklede
4. krabde, bekleedde

De (vergroten) foto's hangen aan de muur

1. vergrote
2. vergroten
3. vergrootten
4. vergrootte

De veehouder (melden, t.t.)
een (toenemen)
tekort aan opslagruimte voor mest

1. meld, toegenomen
2. meldt, toegenomen
3. meldt, toegenome
4. meld, toegenome

De (verkleden)
tegenstanders gaan
(teleurstellen)
naar huis.

1. verkleedden, teleurgesteld
2. verkleedden, teleurgestelt
3. verklede, teleurgesteld
4. verklede, teleurgestelt