H3 20-11-2024

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

onregelmatig bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Carte mentale

maak de volgende vormen vrouwelijk: 1. italien 2. hereux 3. sportif

Slide 7 - Question ouverte

Geef de mannelijk enkelvoud vorm van de volgende vorm van het onregelmatig bijvoeglijk naamwoord: amoureuse
A
amoureu
B
amoureux
C
amoureus
D
amoureuxe

Slide 8 - Quiz

Geef de vrouwelijk meervouds vorm van de volgende vorm van het onregelmatig bijvoeglijk naamwoord: sportif

Slide 9 - Question ouverte

Geef de vrouwelijk enkelvoud vorm van de volgende vorm van het onregelmatig bijvoeglijk naamwoord: canadien

Slide 10 - Question ouverte

Geef de mannelijk enkelvoud vorm van de volgende vorm van het onregelmatig bijvoeglijk naamwoord: délicieuses

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de mannelijk enkelvoud vorm van de volgende vorm van het onregelmatig bijvoeglijk naamwoord: parisiennes
A
parisien
B
parisienne
C
parisi
D
parisiens

Slide 12 - Quiz

Welke uitzonderingen van het bijvoeglijk naamwoord komen voor het zelfstandignaamwoord?

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal: het mooie meisje

Slide 14 - Question ouverte

vertaal: een franse zanger
A
un français chanteur
B
une française chanteuse
C
une chanteuse française
D
un chanteur français

Slide 15 - Quiz

vertaal: een nieuw liedje
A
un nouveau chanson
B
une nouvelle chanson
C
un chanson nouveau
D
une chanson nouvelle

Slide 16 - Quiz

Vertaal: een jonge influencer

Slide 17 - Question ouverte

regelmatig werkwoord op -re

Slide 18 - Carte mentale

Welke uitgangen komen er achter de stam van onregelmatige werkwoorden op -re?

Slide 19 - Question ouverte

Waarop eindigd het voltooid deelwoord bij een onregelmatig werkwoord op -re?
A
- e
B
C
- u
D
- i

Slide 20 - Quiz

Vertaal: ik antwoord
A
je répons
B
je réponds
C
je répond
D
je répondons

Slide 21 - Quiz

vertaal: wij wachten (attendre)

Slide 22 - Question ouverte

vertaal: jullie verkopen (vendre)

Slide 23 - Question ouverte

vertaal: hij/zij verliest (perdre)

Slide 24 - Question ouverte

vertaal: jij antwoord (répondre)

Slide 25 - Question ouverte

vertaal: zij (mv) horen (entendre)

Slide 26 - Question ouverte

vertaal: wachten
A
entendre
B
attendre
C
perdre
D
vendre

Slide 27 - Quiz

vertaal: antwoorden
A
entendre
B
attendre
C
perdre
D
répondre

Slide 28 - Quiz

vertaal: verliezen
A
entendre
B
attendre
C
perdre
D
répondre

Slide 29 - Quiz

vertaal: horen
A
entendre
B
vendre
C
perdre
D
répondre

Slide 30 - Quiz

vertaal: verkopen
A
entendre
B
vendre
C
perdre
D
répondre

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive