Havo 3 hoofdstuk 6 paragraaf 2 les 2: Sporen uit de ijstijd

Aan het eind van deze les

kun je uitleggen welke twee ijstijden Nederland heeft gekend, wat de kenmerken in de tijd waren, en wat we er nu nog van terug kunnen zien. 

Zelfstandig lezen

• Oprukkend ijs
• Poolwoestijn

Noteer voor jezelf de belangrijkste punten eruit

Na 8 minuten gaan we de tekst bespreken

Saale-ijstijd

• De voorlaatste ijstijd
• Scandinavisch landijs bedenkt het noorden van Nederland
• Fase 1: tot aan de lijn Texel-Coevorden
• Keileem achtergelaten, soms in heuvels: keileemkoppen

Saale-ijstijd

• 2e fase: ijs tot aan de HUN-lijn (Haarlem-Utrecht-Nijmegen)
• Geen rechte lijn, maar ijstongen
• Volgenden rivierdalen en maakten ze breder en dieper (tongbekkens)
• Aan het eind van het ijs: stuwwallen

Weichselien-ijstijd

• Laatste ijstijd
• Noordzee viel droog, Nederland veranderde in een poolwoestijn
• Wind blies zand vanaf de Noordzee naar Nederland: dekzand en löss

Albedo

• Weerkaatsingsvermogen van een object
• Veel sneeuw/ijs weerkaatst veel licht (omdat het wit is)
• Gevolg: aarde wordt nog kouder
  

Aan de slag

• Maken opdracht 6 t/m 10 en 12
• Klaar? Beantwoord de vragen: wat moet je leren?

HUN-lijn

1. Saale
2. Weichselien

Dekzand

1. Saale
2. Weichselien

Stuwwal

1. Saale
2. Weichselien

Keileem

1. Saale
2. Weichselien

Laatste ijstijd

1. Saale
2. Weichselien

Löss

1. Saale
2. Weichselien

Poolwoestijn

1. Saale
2. Weichselien

Koud

1. Saale
2. Weichselien

Huiswerk

• Paragraaf 2 helemaal af
• Leren paragraaf 2