Hoofdstuk 6, paragraaf 2

Paragraaf 2: Sporen uit de ijstijd
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Paragraaf 2: Sporen uit de ijstijd

Slide 1 - Diapositive

Pleistoceen
  • Dit was zo'n 2,6 miljoen jaar gelden.
  • Afwisseling van koude perioden (glaciaal
    en warmere perioden (interglaciaal

Slide 2 - Diapositive

Pleistoceen
  • In een ijstijd vroor het alleen maar en viel alle neerslag als sneeuw. 
  • Er werd zoveel water vastgehouden als landijs dat een groot deel van de Noordzee droogviel. 
  • Gletsjers van Scandinavië breidden zich uit tot Nederland. 

Slide 3 - Diapositive

Rivierenland
  • Rivieren waren belangrijk tijdens de ijstijd.
  • Voerden veel smeltwater af uit de gebergtes. 
  • De rivieren konden niet alles afvoeren en daardoor raakten de beddingen verstopt.
  • Grote schommelingen in regiem (debiet zomer/ winter)

Ontstaan van...

Slide 4 - Diapositive


Slide 5 - Question ouverte


Slide 6 - Question ouverte

Oprukkend ijs
  • In de Saale-ijstijd bereikte het Scandinavisch landijs ons.
  • Dit ging in twee fases

Slide 7 - Diapositive

Oprukkend ijs
  • Eerste fase tot aan de lijn Texel-Coevorden
  • Landijs nam zand, klei en stenen mee. 
  • Gewicht van het ijs verpulverde stenen en werd vermengd met grind, zand en leem. Dit is: Keileem.
  • Soms kwam t keileem heel hoog en zijn het keileemkoppen

Slide 8 - Diapositive

Oprukkend ijs
  • Twwede fase kwam het ijs tot de lijn, Haarlem-Utrecht-Nijmegen. Stukje verder dus. 
  • Niet in een rechte lijn, maar in de vorm van 'tongen'. 
  • in rivierdalen werden ze breden en werden het tongbekkens
  • Ijs drukte rivierzand en grind samen en omhoog tot zogenaamde stuwwallen


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Poolwoestijn
  • Tijdens de laatste ijstijd werd t wel héél koud in Nederland, maar bereikte het ijs Nederland niet. 
  • Het was een soort woestijn, amper begroeiing. 
  • Daardoor had de wind vrij spel en werd al het zand weggeblazen
  • Dit heet dan: Dekzand
  • De fijnere deeltjes heeten: Löss

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Quiz
Na deze slide, volgt een quiz over paragraaf 2. Deze is vooral bedoeld om te kijken of je kennis van de paragraaf voldoende is.

Slide 14 - Diapositive

Hoelang geleden was het Pleistoceen?
A
1 miljoen jaar
B
2 miljoen jaar
C
2,5 miljoen jaar
D
2,6 miljoen jaar

Slide 15 - Quiz

Na het Pleistoceen volgde het Holoceen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Hoe noemt men een tijd met warmer klimaat?

Slide 17 - Question ouverte

Welk soort rivier stroomde vooral in Nederland in ijstijd?
A
Meanderende rivieren
B
Anastomoserende riveren
C
Vlechtende rivieren
D
Gevlechte rivieren

Slide 18 - Quiz

Tot welke lijn kwam het landijs in de eerste fase?

Slide 19 - Question ouverte

Hoe noemen we ijs vermengd met grind, zand en leem?
A
Keileemkoppen
B
Tongbekken
C
Stuwwal
D
Keileem

Slide 20 - Quiz

Tot welke lijn kwam het landijs in de tweede fase?
A
NAP-lijn
B
HUM-lijn
C
HUL-lijn
D
HUN-lijn

Slide 21 - Quiz

Hoe heet hetgene wat een gletsjer mee naar beneden vervoert?
A
Moreno
B
Morene
C
Eindmorene
D
Grondmorene

Slide 22 - Quiz

Waar zal je een puinwaaier vooral vinden?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop

Slide 23 - Quiz

Welk soort dal slijt een rivier ook alweer uit?
A
U-dal
B
V-dal

Slide 24 - Quiz