2KM WT H3 Les 5 (online)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

Fijn dat het gelukt is met inloggen.

Zorg dat je de volgende spullen voor je hebt:

• lesboek H3 taalverzorging blz. 82
• schrift
  
• pen
• leesboek

We starten als de timer op 0:00 staat. 

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen 
• Uitleg
• Zelfstandig werken
• Huiswerk
• Evaluatie les

Lesdoelen

• Ik kan verwijswoorden op de juiste manier gebruiken. 

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Laat dit weten via de chatfunctie!

Werken met LessonUp

• Eerst gezamenlijke uitleg.
• Dan ga je zelfstandig aan de slag. Ik deel een link van de les in de chat. Zo kun je de les zelfstandig doorlopen en de vragen in LessonUp beantwoorden.
• Gebruik je eigen naam in LessonUp! 
• Ik kan zo bijhouden hoe jullie ervoor staan en of je alles gemaakt hebt.
• Heb je een vraag? Stel die dan in de chat.
• Ben je klaar? Dan ga je lezen je in leesboek.
• Je houdt je camera aan!
• Ik geef een seintje wanneer we samen de les nog even gaan afsluiten. Je mag de les dus niet eerder verlaten! 

Verwijswoorden

Een tekst is saai als je steeds hetzelfde woord gebruikt. Het is beter om wat variatie aan te brengen. Maak daarom af en toe een samengestelde zin en gebruik verwijswoorden.

Max is blij. Max heeft 8 euro verdiend.

Bijvoorbeeld:

- Max is blij. Max heeft 8 euro verdiend.

- beter: Max is blij. Hij heeft 8 euro verdiend.

- ook goed: Max is blij, want hij heeft 8 euro verdiend.

Zelfstandig werken - in stilte

1. Schrijf de aantekeningen in je schrift. 

2. Maak opdracht 1 t/m 3 in LessonUp.

De theorie lees je op bladzijde 82 of op de vorige slides.

De antwoorden lever je in via LessonUp. 

3. Lees je boek.

4. Ik geef een seintje wanneer we weer gezamenlijk verder gaan. 

Opdracht 1 blz. 82

Geef bij de volgende opdrachten antwoord op de vragen.  

Veel succes!

1.1 Kies het juiste verwijswoord:

Waar heb je het zakje snoep neergelegd, die/dat Dex gisteren heeft gekocht?

1.2 Kies het juiste verwijswoord:

Onze boot is gerepareerd. Morgen brengen we het/hem naar de haven.

1.3 Kies het juiste verwijswoord:

Mayra’s zonnebril is kapot, want Melle heeft hem/ze per ongeluk laten vallen.

1.4 Kies het juiste verwijswoord:

Folkert heeft de jas van Roosmarijn meegenomen. Deze/dit moet hij straks aan hem/haar teruggeven.

1.5 Kies het juiste verwijswoord:

De spelers moesten terugkomen op hun/zijn besluit om uit deze/dit team te stappen.

1.6 Kies het juiste verwijswoord:

De koffiekopjes staan nog op dit/deze tafeltje. Wil jij hem/ze even opruimen?

Opdracht 2 blz. 83

Geef bij de volgende opdrachten antwoord op de vragen.  

Veel succes!

Let op! Dit is de opdracht bij de volgende slides!

Maak van de losse zinnen een samengesteld zin met het voegwoord. Gebruik in het tweede deel van de zin een of twee verwijswoorden.

Voorbeeld:

(omdat) De verkoper verkocht het kettinkje met korting. De verkoper zag dat het kettinkje beschadigd was.

De verkoper verkocht het kettinkje met korting, omdat hij zag dat het beschadigd was.

2.1 (als) Iris luistert naar muziek op haar mobiel. Iris zit in de bus.

2.2 (maar) Jeremy wilde tickets kopen voor het concert. Jeremy was te laat.

2.3 (want) Victor brengt zijn nieuwe schoenen naar de winkel. Victors schoenen zijn kapot.

2.4 (zodat) Guus heeft een abonnement op Spotify. Guus hoort dan niet steeds de reclame.

2.5 (en) Ons buurmeisje heeft haar paard op de manege staan. Ons buurmeisje borstelt haar paard elke dag.

2.6 (maar) 's Ochtends neemt mijn zus een bakje muesli. Mijn zus eet het bakje muesli nooit leeg.

Opdracht 3 blz. 83

Geef bij de volgende opdrachten antwoord op de vragen.  

Veel succes!

3.1 Vul de zinnen aan. Gebruik een verwijswoord dat naar het deel in hoofdletters verwijst.

Omdat DE TRAINER vaststond in de file, ....

3.2 Vul de zinnen aan. Gebruik een verwijswoord dat naar het deel in hoofdletters verwijst.

Op het dak van onze school liggen ACHTTIEN ZONNEPANELEN, ....

3.3 Vul de zinnen aan. Gebruik een verwijswoord dat naar het deel in hoofdletters verwijst.

In HET RIJKSMUSEUM, ..., is het altijd druk bij De Nachtwacht.

3.4 Vul de zinnen aan. Gebruik een verwijswoord dat naar het deel in hoofdletters verwijst.

Tweehonderd euro betaalde JULIA voor deze tas, maar ....

3.5 Vul de zinnen aan. Gebruik een verwijswoord dat naar het deel in hoofdletters verwijst.

Waarom kosten IJSJES hier drie euro, terwijl ...?

3.6 Vul de zinnen aan. Gebruik een verwijswoord dat naar het deel in hoofdletters verwijst.

Ik heb altijd wat geld bij me voor PJOTR, want ....

Wat heb je deze les geleerd?

Wat ging deze les goed?

Heb je de les goed kunnen volgen?

1. Ja, het ging heel goed.
2. Ja, het ging wel.
3. Niet zo goed.
4. Het ging echt niet goed.

Welke vragen en/of tips heb je voor je docent?

Klaar? Super!

• Ga lezen in je leesboek! 
• Vragen kun je via de chat of later via de mail ([e-mail]) stellen.
• We komen zo nog even samen, blijf dus online en houdt je camera aan. 

Lesdoelen

• Ik kan het lijdend voorwerp van een zin vinden.

Huiswerk

Leren:

Theorie blz. 82

Maken:

Aantekeningen

Je hebt opdracht 1 t/m 3 via LessonUp gemaakt. 

Iedere dag minstens 10 minuten lezen!

Bedankt voor het bijwonen 

van de les!

Je mag nu de les verlaten.