Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
DRUK
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen; je kunt
uitleggen welke twee dingen het vervormend effect van een kracht bepalen.
benoemen wat druk is en in welke eenheden deze grootheid wordt gemeten.
berekeningen uitvoeren met de druk, de kracht en de oppervlakte.
gegeven druk omrekenen van N/cm2 naar Pa en omgekeerd.
voorbeelden geven van situaties waarin je de druk bewust klein houdt of vergroot.
Slide 2 - Diapositive
DRUK
Druk is de kracht die een voorwerp op een bepaald oppervlak uitoefent.
Slide 3 - Diapositive
Verschil tussen kracht en druk?
Een kracht oefen je uit op een voorwerp. De kracht wordt uitgedrukt in Newton.
Druk is de kracht die een voorwerp uitoefent op een oppervlakte.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Diapositive
De invloed van de kracht en de oppervlakte op de druk van een voorwerp op de ondergrond uitleggen, ten minste:
- veiligheidsgordel
- veiligheidshelm
- rijplaten
- rupsband
- tractorbanden
- mes
- punaise
Slide 7 - Diapositive
De veiligheidsgordel is zo breed om de kracht
die bij een botsing op de huid komt te staan
te verdelen.
Zo verdelen de veiligheidshelm, rijplaten,
rupsbanden en tractorbanden ook een
kracht over een grotere oppervlakte .
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Zwaartekracht berekenen:
Om de zwaartekracht op een voorwerp te berekenen gebruik je de formule
F = m x g
Waar g = 10 N/kg
Slide 10 - Diapositive
Druk uitrekenen
Slide 11 - Diapositive
Wat is de eenheid van kracht?
A
Newton
B
Kilogram
C
Newton per vierkante meter
D
Watt
Slide 12 - Quiz
Wat is de eenheid van druk?
A
Newton
B
Kilogram
C
Newton per vierkante meter
D
Watt
Slide 13 - Quiz
Hoe bereken je de druk
A
oppervlakte x massa
B
oppervlakte x kracht
C
massa : oppervlakte
D
kracht : oppervlakte
Slide 14 - Quiz
Bereken de druk. Een voorwerp heeft een massa van 12 kg en staat op een ondersteunend vlak van 0,6 m2
A
2 N/m2
B
20 N/m2
C
200 N/m2
D
2000 N/m2
Slide 15 - Quiz
Een vrachtwagen moet door een modderig terrein om de lading te lossen. Hoe kan de chauffeur er voor zorgen dat de banden minder diep in de modder komen te zitten?
A
De banden verbreden
B
De banden versmallen
C
Minder banden
D
kleinere banden
Slide 16 - Quiz
Waarom zak je minder in de sneeuw met ski's?
A
Je zwaartekracht wordt minder
B
Je zwaartekracht wordt meer
C
Je oppervlak met de sneeuw wordt kleiner
D
Je oppervlak met de sneeuw wordt groter
Slide 17 - Quiz
Bereken de druk van een dame van 70 kg die op naaldhakken loopt en met 1 hak op de grond staat. De naaldhak heeft een oppervlakte van 1 cm2