B&F, Spelling, blok 5 week 2 les 3

• Spelling
• Basisschool
• Groep 6

Spelling

Blok 5 week 2 les 3
Doel: de persoonsvorm vinden met de tijdproef

Schrijf de zin over en zet de leestekens op de goed plek.

Mama schreeuwt die franse muziek is echt verschrikkelijk

Schrijf de zin over en zet de leestekens op de goed plek.

Lotte roept wij steken de belgische grens over

Ik heb een koperen beeldje gekocht.

Welke woordsoort is heb?

1. hulpwerkwoord
2. voltooid deelwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. voorzetsel

Ik heb een koperen beeldje gekocht.

Welke woordsoort is gekocht?

1. hulpwerkwoord
2. voltooid deelwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. voorzetsel

Ik heb een koperen beeldje gekocht.

Welke woordsoort is beeldje?

1. hulpwerkwoord
2. voltooid deelwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. voorzetsel

Ik heb een koperen beeldje gekocht.

Welke woordsoort is koperen?

1. hulpwerkwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. stoffelijk bijvoeglijknaamwoord

Noem 3 voegwoorden

Wat is het voegwoord?
Hij gaat naar huis als zijn moeder hem gebeld heeft.

Bij welke twee voegwoorden komt er geen komma in de zin?
(2 antwoorden)

1. en
2. als
3. dus
4. of

beeldjes

1. enkelvoud
2. meervoud

grenzen

1. enkelvoud
2. meervoud

taal

1. enkelvoud
2. meervoud

Instructie

De persoonsvorm is het werkwoord in de zin dat zegt wat iets of iemand doet. Je vindt de persoonsvorm door de vraagproef. Als je van de zin een vraagzin maakt, komt de persoonsvorm vooraan te staan. 

Tijdproef: als de zin van tijd verandert, verandert ook de persoonsvorm. 
Mama schreeuwde: 'Die Franse muziek was echt verschrikkelijk!'

Ik doe de tijdproef. Ik verander de zin van tijd. De persoonsvorm verandert ook: Mama schreeuwt: 'Die Franse muziek is echt verschrikkelijk!'

Oefendictee

Stappenplan
1.  Luister naar het woord
2. Zeg het hardop na
3. Denk na, welke categorieën zitten erin?
4. Typ het woord in
5. Controleer het woord
--> ga daarna verder, door op het pijltje te klikken

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Wat zijn de persoonsvormen?

1. was
2. maar
3. viel
4. onvoorzichtig

Wat zijn de onderwerpen?

1. was
2. de glazen lamp
3. Erdal
4. Hij

Erdal was onvoorzichtig met de glazen lamp, maar gelukkig viel hij niet kapot.

Welk woordsoort is: lamp?

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. voegwoord

Erdal was onvoorzichtig met de glazen lamp, maar gelukkig viel hij niet kapot.

Welk woordsoort is: glazen?

1. zelfstandig naamwoord
2. stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. voegwoord

Erdal was onvoorzichtig met de glazen lamp, maar gelukkig viel hij niet kapot.

Welk woordsoort is: maar?

1. zelfstandig naamwoord
2. stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. voegwoord

Erdal was onvoorzichtig met de glazen lamp, maar gelukkig viel hij niet kapot.

Welk woordsoort is: met?

1. zelfstandig naamwoord
2. stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. voegwoord

Goed gewerkt!