De Bouw en Functie van de Nier

De Bouw en Functie van de Nier

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je de bouw en functie van de onderdelen van de nier benoemen.

Introduceer het leerdoel van de les.

Wat weet jij al over de nieren?

Wat zijn de nieren?

De nieren zijn twee boonvormige organen in de buikholte.

Vertel kort iets over de nieren en hun locatie.

Functies van de nieren

De nieren hebben drie belangrijke functies: het verwijderen van afvalstoffen uit het bloed, het reguleren van de vochtbalans en het produceren van hormonen.

Leg de functies van de nieren uit.

Onderdelen van de nier

De nier bestaat uit de nierschors, het niermerg, de nierkelk, het nierbekken en de urineleider.

Noem de onderdelen van de nier en leg kort uit wat de functie van elk onderdeel is.

Nierschors

De nierschors is het buitenste deel van de nier en bevat de nierlichaampjes waarin urine wordt gevormd.

Beschrijf de nierschors en wat er in dit deel van de nier gebeurt.

Niermerg

Het niermerg is het binnenste deel van de nier en bevat de nierbuisjes waarin urine wordt verzameld.

Beschrijf het niermerg en wat er in dit deel van de nier gebeurt.

Nierkelk en Nierbekken

De nierkelk en het nierbekken vormen samen het reservoir waarin de gevormde urine wordt opgeslagen en vervolgens via de urineleider naar de blaas wordt getransporteerd.

Beschrijf de nierkelk, het nierbekken en hun functie.

Urineleider

De urineleider is de buis die de urine vanuit de nieren naar de blaas transporteer.

Beschrijf de urineleider en zijn functie.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.