H5 Zouten (herhaling)

Herhaling zouten 

Eerst een opdracht over grenswaarde!
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling zouten 

Eerst een opdracht over grenswaarde!

Slide 1 - Diapositive

In een fabriek van 500 m³ is 15,0 L ammoniak aanwezig. Laat met een berekening zien of de grenswaarde is overschreden. Maak gebruik van T97 en ga uit van T=298K, P=Po

Slide 2 - Question ouverte

Wat weet ik van zouten?

Slide 3 - Carte mentale

Samengestelde ionen
Deze bestaan uit een groepje van twee of meer atomen. Samen hebben zij 1 soort lading. 
Tabel 5.1 leren! 
Staan in Quizlet

Slide 4 - Diapositive

Sulfaation
A
SO4.2
B
SO3.2
C
S2
D
NO3.

Slide 5 - Quiz


HCO3.
A
waterstoftion
B
waterstofcarbonaation
C
carbonaation
D
acetaation

Slide 6 - Quiz

Welke naam hoort bij het ion
?
Sn4+
A
tin(IV)ion
B
tinion

Slide 7 - Quiz

Zet de juiste zoutnamen bij de verhoudingsformules. 
Na2SO3
Cu3(PO4)2
Fe2(CO3)3
timer
2:00
natriumsulfaat
natriumsulfiet
koper(II)fosfaat
koper(IV)fosfaat
ijzer(II)carbonaat
ijzer(III)carbonaat

Slide 8 - Question de remorquage

Schrijf de juiste verhoudingsformule
op van uraan(VI)waterstofcarbonaat.
timer
2:00

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf de oplosvergelijking op magnesiumnitraat.

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf de indampvergelijking op van kalkwater.

Slide 11 - Question ouverte

Tips die je wellicht kan gebruiken
Kijk voordat je een oplosvergelijking opschrijft eerst of deze wel echt oplost (tabel 45A). 
Leer de triviale namen van 5.2 en weet tabel 66A te vinden in je BINAS. 

Slide 12 - Diapositive

Waarom zal er geen neerslag ontstaan bij het samenvoegen van de oplossingen kaliumnitraat en magnesiumbromide?

Slide 13 - Question ouverte

Zal er een neerslag ontstaan bij de oplossingen calciumchloride en natriumsulfiet? Zo ja, welke?
A
Nee
B
Ja,CaSO3(s)
C
Ja,NaCl(s)
D
Ja,Ca2SO3(s)

Slide 14 - Quiz

Schrijf de neerslagreactie op (als die er is), wanneer de oplossingen ijzer(II)sulfaat en calciumchloride worden samengevoegd.

Slide 15 - Question ouverte

Zouten mixen
Welke zouten moet je mixen om de volgende slecht oplosbare zouten te maken? 
Geef ook de kloppende reactievergelijking.
  1. loodII)sulfide
  2. zinkhydroxide

Zet in de volgende slide de uitwerking

Slide 16 - Diapositive

Uitwerking 'zouten mixen'

Slide 17 - Question ouverte

Het aantonen van ionen in een oplossing.
Toon aan of je zilvernitraat-oplossing of een calciumnitraat-oplossing hebt.
A
Met NaCl
B
Met Na2SO4
C
Met Na2S
D
Met Na2CO3

Slide 18 - Quiz


Fosfaat of sulfaat-ionen aanwezig. Dit zou je kunnen aantonen met een oplossing van...
A
Koper(II)nitraat
B
Natriumnitraat
C
Zinknitraat
D
Ammoniumnitraat

Slide 19 - Quiz